Boek der Doden – Bezwering 113
18200
page-template,page-template-full_width,page-template-full_width-php,page,page-id-18200,bridge-core-2.6.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-24.6,qode-theme-bridge,transparent_content,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.5.0,vc_responsive
 

Boek der Doden

 

Bezwering 1131

P1Bezwering voor het kennen van de Zielen van Nekhen.
2N. zal zeggen:
S1Ik ken het mysterie van Nekhen; het zijn de handen van Horus z'n moeder, makende dat wat is geworpen in het water toen ze zei: 'Jij zult twee gescheiden delen van Horus zijn nadat jij gevonden bent'.
En Re zei: 'Deze zoon van Isis is gewond om redenen die zijn eigen moeder hem heeft aangedaan; laat ons Sobek halen van de achterkant van de wateren, zodat hij ze op kan vissen en dat zijn moeder Isis ervoor kan zorgen dat zij opnieuw kunnen groeien in hun gepaste plaats'.
En Sobek van de achterkant der wateren zei: 'Ik heb gevist en ik heb gezocht; zij slipten uit mijn hand op de oever van de wateren, maar tenslotte viste ik ze op met een vissenval'.
Dat is hoe de vissenval is ontstaan.
Het mysterie van Nekhen kennende.
Aldus zei Re: 'Heeft Sobek naast enige vissen ook Horus 's handen voor hem gevonden?'
Zo is hoe de Vis-aanbiddings-stad is ontstaan.
Toen zei Re: 'Verborgen zijn de mysteries aangaande deze vissenval die Horus z'n handen naar ons bracht; het zicht is opgeklaard daardoor in het maandelijkse festival en het halfmaandelijkse festival in de Vis-aanbiddings-stad'.
En Re zei: 'Nekhen is in zijn omhelzing geplaatst en het zicht is opgeklaard wegens zijn handen in dit Nekhen welke ik aan hem heb gegeven en wat er zich in bevind is opgesloten in het halfmaandelijkse festival'.
2Toen zei Horus: 'Inderdaad ik heb Duamutef en Qebehsenuef bij me geplaatst zodat ik op hen kan passen, want zij zijn ruzieachtig gezelschap; tevens dienen zij daar te zijn terwijl Nekhen de mijne is, overeenstemmend met het woord van Re, "Plaats ze in de gevangenis van Nekhen, want zij hebben gedaan wat normaal door Her, die in de 'Brede Zaal is" wordt gedaan; "Zij zijn bij mij", zal jij zeggen en zij zullen helemaal met jou zijn totdat Seth weet dat zij bij jou zijn en zich gaat beklagen'.
3O gij die in Nekhen is, macht is aan mij gegeven en ik ken het mysterie van Nekhen; het bevindt zich in de handen van Horus en wat er inzit, want ik ben voorgesteld aan de Zielen van Nekhen. Open voor mij, zodat ik kan deelnemen met Horus.
4Ik ken de Zielen van Nekhen; zij zijn Horus, Duamutef en Qebehsenuef. Niet om te zeggen wanneer er varken wordt gegeten.

Onder BM 10257-12, bezwering 113.

 

Horemheb aanbidt de Zielen van Nekhen, genaamd als Horus met de kop van een valk de Dubbele Kroon dragend, Duamutef en Qebehsenuef.

Voetnoten.

1

Gebaseerd op Aa(18de dynastie) wiens vignette drie gehurkt zittende goden toont:
Horus, Duamutef en Qebehsenuef, de zielen van Nekhen.

Oude Egyptische aangehaalde documenten.

SymboolDatum en beschrijving:Zie:
1Aa18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nb.sny uit Memphis, BM 9900 (Pap. Burton)Bv. BM, foto's van het papyrus van Nebseny (1876), Edouard Naville.

Gebruikte afkortingen.

  • BM – British Museum
  • CT – Coffintexts, sarcofaagteksten
  • Ptol. – Ptolemaeïsche periode
  • Pers. – Perzische periode
  • OIP LXXXII – The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960.