Boek der Doden
P | 1 | Bezwering voor het hoofd der mysterie. | |
---|---|---|---|
1 | var. | Bezwering voor het gebogen houden van het hoofd van een gezegende. | |
2 | Om te zeggen door N. Hij zal zeggen: | ||
2 | var. | Om te zeggen door Anubis, de balsemer, heerser over het paviljoen van de god, wanneer hij zijn handen op de doodskist van N. heeft gelegd en hem heeft voorzien van zijn attributen. | |
S | 1 | Heil aan u wiens gezicht vriendelijk is, Heer der visie, iemand die is één geworden voor Ptah-Sokar en die naar de hemel is gestegen voor Anubis, aan wie Shu de Steunen heeft gegeven, vriendelijk gezicht die zich onder de goden bevindt! | |
2 | Uw rechter oog is de Nachtbark, uw linker oog is de Dagbark, uw wenkbrauwen zijn de Enneade, uw kruin is Anubis, de achterkant van uw hoofd is Horus, uw vingers zijn Thoth, uw gevlochten haarlok is Ptah-Sokar | ||
3 | en u bevindt zich voor N., die blij is met de Grote God, die hij in u ziet; leidt hem op faire wegen opdat hij de confederatie van Seth voor u kan hinderen en er voor kan zorgen dat zijn vijanden onder hem vallen voor de Grote Enneade in het geweldige Verblijf van de prins die in Heliopolis is. Moge u een faire weg nemen richting de aanwezigheid van Horus, Heer der Aristocraten, O N. | ||
T | Deze bezwering dient gezegd te worden terwijl men zijn hoofd buigt voor een gezegende. |
P | Woorden gesproken door Isis: | ||
---|---|---|---|
S | 1 | Ik ben gekomen als uw bescherming, O Osiris, met de noorderwind die voortkomt van Atoem. | |
2 | Ik heb uw keel laten ademen, ik heb er voor gezorgd dat u een god bent en met uw vijanden onder uw sandalen. |
P | 1 | Woorden gesproken door Nephthys: | |
---|---|---|---|
S | 1 | Ik ben via via gegaan Osiris N. mijn broer; Ik ben gekomen als uw bescherming en mijn bescherming zal voor altijd over u zijn. Jou roep is gehoord door Re | |
2 | en rehabilitatie is uitgevoerd m.b.t. jou, O zoon van Hathor en uw hoofd zal nooit worden weggenomen. In vrede! Prikkel u zelf! |
P | 1 | Formule bij de presentatie van een aangestoken toorts. | |
---|---|---|---|
S | O gij die komt om een lasso te gooien, ik zal jou niet laten gooien; O gij die gekomen is om kwaad te doen, ik zal jou geen kwaad laten doen. Ik zal jou kwaad doen, ik zal jou met een lasso gooien, want ik ben N's bescherming. | ||
T | Deze bezwering dient gezegd te worden boven een ongebakken kleisteen waarop deze bezwering is gegraveerd. Maak er een nis voor in de muren van de Andere Wereld (d.w.z. grafkamer) en plaats een houten beeld van 7 vingerbreedtes hoog, met de mond (ceremonieel) geopend, stevig op dit blok van de noordelijke muur, het gezicht zuidwaarts gekeerd en bedekt zijn gezicht (d.w.z. de nis). |
P | De presentatie van een djed-pilaar amulet. | ||
---|---|---|---|
S | O gij die komt zoeken, draai uw voetstappen om; O gij wiens gezicht is bedekt, ik heb uw bedekte plaats verlicht. Ik ben hij die achter de djed-pilaar staat op de dag wanneer ik achter de djed-pilaar zou moeten staan en ik heb de slachters verdreven, want ik ben N's bescherming. | ||
T | 1 | Om te zeggen over een pilaar-amulet van geglazuurd aardewerk wiens inscripties zijn ingelegd met elektrum, gewikkeld in koninklijk linnen met zalf erover gegoten, stevig geplaatst op een blok ongebakken klei. Maak voor het (d.w.z. de amulet) een nis in de westelijke muur met het gezicht gericht naar het oosten en bedek het (d.w.z. de nis) met aarde. Dit is een middel om de vijanden van Osiris af te weren, in welke vorm zij ook mogen komen. |
|
2 | Een fijne, echt magnifieke bezwering, gevonden (toegevoegd bij) oeroude geschriften. |
BM 10471.20
Bezwering 151 – BM 10471-20
Onder detail:
Een plan van de grafkamer voorgesteld als een met zorg afgewerkte ruimte, waar in het centrum Anubis de mummie van Nakht verzorgt, die ligt op een leeuwvormig bed, vergezeld door Isis en Nephthys, knielend en de tekens der eeuwigheid vasthoudend.
Op elk van de 4 hoeken zit gehurkt 1 van de 4 Horuszonen.
Rondom de mummie ter bescherming zijn een djed-pilaar, Anubis als een rustende jakhals op een sokkel en een gehurkt zittende Thoth.
P | Een andere presentatie van een toorts: | ||
---|---|---|---|
S | 1 | Ik ben hij die het zand opvangt om de verborgen plaats te bedekken, ik verdrijf hem die zichzelf wil verzetten tegen de toorts van de necropolis. Ik heb de necropolis doen ontvlammen, ik heb het pad verward, want ik ben N's bescherming. | |
1 | var. | Ik ben uw magische bescherming, deze vlam verdrijft hem (d.w.z. een indringer) uit de vallei. Het zand verdrijft hem {van uw} voeten. Ik zal Osiris N. omringen met vrede en waarheid. | |
1 | var. | Ik ben het die het zand opvangt om de verborgen plaats te bedekken en hem verdrijft die tegen de toorts van de woestijn is. Ik heb de woestijnen verwarmd met fris vet en gewassen kleding. Ik heb de koers van de slachter(s) laten afwijken. Ik ben de magische bescherming van Osiris N. | |
T | Deze bezwering dient gezegd te worden boven een ongebakken kleisteen waarop deze bezwering is gegraveerd. Bevestig een aangestoken toorts. Maak er (d.w.z. de steen) een nis voor in de zuidelijke muur, met het gezicht noordwaarts gekeerd en bedek het (d.w.z. de nis) gezicht. | ||
var. | Deze bezwering dient gezegd te worden als voorgeschreven. |
P | 1 | Nog een bezwering. | |
---|---|---|---|
2 | Om te zeggen: | ||
2 | var. | Woorden gesproken door Anubis, die presideert over Gods verblijf, die boven op deze berg is, Heer van het Heilige Land: | |
S | Ik ben gekomen opdat ik mijn bescherming mag uitspreiden over N. | ||
T | Deze bezwering dient gezegd te worden boven een Anubis (van) ongebakken klei gemixt met wierook en stevig geplaatst op een blok van (ongebakken) klei, waarop deze bezwering is geschreven (d.w.z. de Anubis-figuur). Maak voor het (d.w.z. de steen) een nis in de oostelijke muur, met het gezicht richting westen, en bedek het (d.w.z. de nis) gezicht. |
P | 1 | Re aanbiddend als hij opstijgt in de oostelijke horizon van de hemel, door Osiris N.² | |
---|---|---|---|
2 | Om te zeggen door Osiris N.: | ||
2 | var. | Woorden gesproken door de levende ziel van N: | |
S | Ik loof Re in de hemel, wanneer hij gaat rusten in de westelijke horizon van de hemel. |
P | Re aanbiddend als hij opstijgt in de westelijke horizon van de hemel, door Osiris N. in vrede in Gods domein. | ||
---|---|---|---|
var. | Woorden gesproken door de levende ziel en waardige ziel van N. tot Osiris. | ||
S | Wat gezegd moet worden is weggelaten. |
BM 10010.5
Bezwering 151 – BM 10010-5
Onder detail:
De grafkamer schematisch weergegeven met de mummie van Muthetepti in het centrum, liggend in een ruimte verzorgt door Anubis, maar haar ziel met mensenhoofd dichtbij, terwijl Isis en Nephthys knielen met hun shen-tekens, symbolen voor de eeuwigheid.
Op elke hoek is één van de vier Horuszonen en tussen hen in een djed-pilaar, een aangestoken toorts, een rustende jakhals en een mummievormig figuurtje, allen ter bescherming.
Tevens zijn er twee shabti-figuren afgebeeld, één met jakhalskop en Muthetepti’s ziel met mensenhoofd, twee maal getoond in adoratie.
P | 1 | De presentatie van een shabti. | |
---|---|---|---|
2 | N. zegt: | ||
S | O shabti, indien ik wordt opgeroepen of afgekeurd in het rijk der doden voor welke arbeid dan ook, obstakels zijn er inderdaad geplaatst in de hoedanigheid van een man tijdens de uitvoering van zijn plicht, hetzij het ploegbaar maken van de velden, de oevers te laten overstromen of zand vervoeren van West naar Oost; 'Hier ben ik', zult u zeggen. |
P | Woorden gesproken door Imsety: | ||
---|---|---|---|
S | Ik ben uw zoon, O N. Ik ben gekomen om uw bescherming te mogen zijn en zodat ik uw huis kan laten gedijen en handhaven, in overeenstemming met het bevel van Ptah en in overeenstemming met het bevel van Re. |
P | Woorden gesproken door Hapi: | ||
---|---|---|---|
S | Ik ben gekomen om uw bescherming te mogen zijn, O N.: Ik heb uw hoofd en uw ledematen samengevoegd, ik heb uw vijanden vernietigd onder u en ik heb u uw hoofd voor eeuwig gegeven. |
P | Woorden gesproken door Duamutef: | ||
---|---|---|---|
S | Ik ben uw geliefde zoon Horus, O N. Ik ben gekomen opdat ik mijn vader Osiris moge beschermen tegen hem die jou kwaad zou willen doen en ik leid hem onder uw voeten. |
P | Woorden gesproken door Qebehsenuef: | ||
---|---|---|---|
S | Ik ben Qebehsenuef, en ik ben gekomen om uw bescherming te zijn, O N. Ik verenig uw botten voor u, ik verzamel uw ledematen voor u, ik breng uw hart naar u, ik plaats ze op hun plek in uw lichaam voor u en ik heb er voor gezorgd dat uw huis gedijt na u. | ||
T | 1 | Ziet, iemand zal dit gebruiken (alleen indien hij) puur en zonder blaam is, zonder geiten te eten of vis of in de buurt van vrouwen te komen, nadat brood is geofferd en wierook is verbrand voor u aan deze goden. | |
2 | Wat betreft elke gezegende waarvoor dit is gebruikt, hij zal een verheven god zijn in Gods domein en hij zal niet worden geweerd van welke poort dan ook van het westen. Hij zal een volgeling zijn van Osiris, waar die zich ook voortbeweegt. | ||
3 | Een echt magnifieke bezwering, miljoenen keren (bewezen). |
Gebaseerd op Aa1 (18de dynastie) § P 1 variant is toegevoegd uit Ea2 (18de dynastie) en T uit Cg3 (21ste dynastie).
Onderdelen b-c en i-n zijn gebaseerd op Pc4 (18de dynastie) met b §§ S 1, S 4, en T toegevoegd uit Cairo 410575 (ca. 650 v. Chr.), i § P 1 uit Ae6 (18de dynastie), en n § T uit Ea2; toevoegingen in b § S 3, c § S 2, i § P 2, k § S zijn van Cc7 (18de dynastie) in i § S uit Af8 (20ste/21ste dynastie).
Onderdelen d-g zijn uit Ce9 (18de dynastie) waar ze als volgt tevoorschijn komen, d, f, g, e, met de volgende toevoegingen: e § P en g § P 2 uit Ea2;
e § T 2 en g § P 1 uit Cg3; f § P, tweede variant van § S 1, en § S 2 uit Cf10 (21ste dynastie); eerste variant van f § S 1 uit Eb11 (18de/19de dynastie) en f § T variant uit Pb (18de/19de dynastie); g § P 2 variant uit Af8.
Onderdelen h 1 en h 2 zijn gebaseerd op Eb11, met h 1 § P 2 variant en h 2 § P variant toegevoegd uit Af8.
De rest van Eb’s11 h1 verschijnt in de diagonaal tegenoverliggende hoek van de bezwering.
Symbool | Datum en beschrijving: | Zie: | |
---|---|---|---|
1 | Aa | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nebseny uit Memphis, BM 9900 (Pap. Burton) | Bv. BM, foto's van het papyrus van Nebseny (1876), Edouard Naville. |
2 | Ea | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nwnw uit Thebe, BM 10477 | Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri |
3 | Cg | 21ste dynastie hiëratisch papyrus van GꜢt-Zšn | ibib. II (1914) |
4 | Pc | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van ṮnnꜢ L3074 | Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
5 | Caïro 41057 | 25ste dynastieke sycamoren houten binnenste doodskist van PꜢdi-'Imn uit Thebe | ibid. pp. 297--323, Pls. XX I-XXI I |
6 | Ae | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nebamun uit Thebe BM 9964 | Bv. Edouard Naville |
7 | Cc | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van ꜥImn-ḥtp gekocht in Thebe, Caïro (Pap. Boulak 21) | A. Mariette, Les papyrus egyptiens du Muse de Boulaq ... III (1876) Pls. 6-8, 4-5, 1-3, 9-11 ;* Nav. |
8 | Af | 20ste/21ste dynastie, hiërogliefen papyrus van Mwt-ḥtpt(i) uit Thebe(?), BM 10010 (Pap. Murray) | Nav.; Budge, Text |
9 | Ce | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van Ywiw uit Thebe (TB 46), Cairo 51189. | E. Naville, The Funeral Papyrus van Iouiya (1908) |
10 | Cf | 21ste dynastie hiërogliefen papyrus van 'MꜢꜤt-kꜢꜥ-RꜤ uit Thebe, (TT320) Cairo. | E.Naville, Papyrus funraires de la XXIe dynastie I (1912) |
11 | Eb | 18de/19de dynastie hiërogliefen papyrus van Ꜣny uit Thebe, BM 10470 | Bv. E. A. Wallis Budge, De Papyrus van Ani (1913) |
12 | Pb | 18de/19de dynastie hiërogliefen papyrus van Twri, L3092 | Bv. Nav. |