Boek der Doden
P | 1 | Bezwering voor een gouden kraag te plaatsen op de keel van de overledene. | |
---|---|---|---|
2 | Om te zeggen door Osiris N.: | ||
S | O mijn vader, mijn broeder en mijn moeder Isis, bevrijdt mij, kijk naar mij, want ik ben één van hen die bevrijdt zou moeten worden wanneer Geb hun ziet. | ||
T | Om te zeggen over een gouden kraag waarop deze bezwering staat gegraveerd; het dient geplaatst te worden op de hals van de overledene op de dag van de teraardebestelling. |
Onder: Bezwering 158 – BM 10998-11
Bezweringen 154-160 Vignetten van een ongenoemd begrafenis papyrus.
Bovenaan rechts schijnen de stralen van de zon over de mummie van de overledene, die ligt op een leeuwvormig bed, waaronder zich zakken met natron bevinden, gebruikt tijdens de mummificatie. (Bezwering 154)
De andere details tonen een djed-pilaar, een knoop-amulet, een gouden gier halskraag, een gouden valk halskraag en een papyrus-column amulet, benodigdheden afbeeldend die geplaatst dienen te worden op de mummie als bescherming.
Gebaseerd op R1 (Pers.-Ptol.) wiens vignet de gouden kraag toont.
Symbool | Datum en beschrijving: | Zie: | |
---|---|---|---|
1 | R | Pers.-Ptol. hiëratisch papyrus van N(y)-s(w)-šw-Tfnwt, OIM 9787 (Pap. Ryerson) | "OIP" LXXXII, Pls. XIII-L |
Middels onderstaande link komt u terecht bij afbeeldingen van het papyrus R: