Boek der Doden
a | |||
---|---|---|---|
P | 1 | Ra aanbiddend als hij opstijgt uit de oostelijke horizon van de hemel. | |
2 | Osiris N. zal zeggen: | ||
S | 1 | Heil aan u, Ra tijdens zijn opstijging, Atoem bij uw ondergang. Prachtige, gij stijgt, gij schijnt, bij zonsopgang, aanbrekend als koning der Goden. | |
2 | Waarheid heeft u begroet met plengoffers, de Enneade aanbidt u dag en nacht. | ||
3 | Gij doorkruist de hemel, uw hart blij. | ||
4 | De Nachtboot vernietigt zijn (d.w.z. Ra's) aanvaller, zodat de Dagboot (zeilt) met een gunstige wind, terwijl Ra zich verheugd. Uw vader is de Diepte, uw moeder is Nut, gij bent aangebroken als Ra-Harakhte. Kom, in vrede met uw Boot, want het kwade is gesneuveld, zijn hoofd is er afgehakt. | ||
5 | (Voor wat betreft) de dame van het leven, haar hart is tevreden, want de vijand van haar Heer is gesneuveld. Ra's bemanning is in vrede. Heliopolis is triomfantelijk. | ||
a variant | |||
P | 1 | Ra-Harakhte aanbiddend als hij opkomt in de oostelijke horizon van de hemel. | |
2 | N. zal zeggen: | ||
S | 1 | Heil aan u, Ra tijdens zijn opstijging, Atoem bij uw ondergang. Prachtige, gij komt op, gij schijnt op de rug van uw moeder, aanbrekend als koning van de Enneade. | |
2 | Waarheid begroet u met plengoffers; de twee gezelschappen aanbidden u dag en nacht. | ||
3 | Gij doorkruist de hemel, uw hart blij, de Poel van de Tweeling Messen doen overlopend met uw geluk.. | ||
4 | Uw vijand is gesneuveld, zijn hoofd is er afgehakt. Deze strafbare is overgedragen aan het vuur, zodat zijn lijk niet meer bestaat. De Dagboot (zeilt) met een gunstige wind, want de Nachtboot heeft haar aanvaller vernietigd. | ||
5 | Er slepen u zuiderlingen en noorderlingen, westerlingen en (ooster)lingen, u aanbiddende, de oeroude van de Twee Landen, Atoem-Harakhte. | ||
b | |||
P | N. zegt: | ||
S | 1 | Ik ben tot u gekomen, Heer van de Goden, Atoem-Ra-Harakhte. Ik heb veroorzaakt dat Waarheid opstijgt naar haar Schepper, want ik weet dat gij op haar leeft. | |
2 | Laat mij deel uit maken van uw gunstelingen in (het gevolg) van de grote God. Moge (mijn) naam genoemd worden en (ik) voorgedragen worden en toegewezen wordt aan ┌hun....... (te zijn) een roeier┐in de Nachtboot, zodat de Boot in vrede moge reizen. | ||
3 | Ik zie Ra wanneer hij zichzelf toont in de morgen, (zijn) vijanden gesneuveld (in) de plaats van executie. Ik zie Horus als stuurman, met Thoth en Waarheid (hem) vergezellend. | ||
4 | Ik kijk op de abdju-vis, (haar) lotsbestemming is voltrokken, ik heb de bulti-vis⁶ aanschouwd in zijn ware natuur, de snelle boot leidend door zijn wateren. | ||
c | |||
P | 1 | (Ra-Harakhte aanbiddend) | |
2 | N.⁷ zegt: | ||
S | 1 | Heil aan u, Ra-Harakhte-Atoem-Horus-Chepri, grootse valk met een feestelijke versierde borst, prachtig van gezicht, met bijbehorende pluimen, de grotere van de twee heren. Gij ontwaakt, schone, bij zonsopgang, terwijl de gehele Enneade u bejubelt ┌tot┐ 's avonds. De Onverwoestbare Sterren verheerlijken u, die in verwachting raken gedurende de nacht en alert zijn bij de geboorte, die uw moeder elke dag verpleegt. |
|
2 | Ra leeft, de strafbare sterft; gij blijft, terwijl uw tegenstander is gesneuveld. Gij doorkruist de hemel in leven en heerschappij (als) Nehebkau in de Dagboot. Uw Boot verheugd zich, terwijl uw hart tevreden is en Waarheid is aangebroken op uw gelaat. |
Onder: deel van BM 10541
a | |||
---|---|---|---|
P | 1 | Ra aanbiddend als hij opstijgt uit de oostelijke horizon van de hemel. | |
2 | Osiris N. zal zeggen: | ||
S | 1 | Heil aan u, (god) die oprijst uit de diepte en de Twee Landen verlicht na zijn opstijging. De gehele Enneade bejubelt u. |
|
2 | "┌Wij verzorgen hem┐ zeggen de Twee Dames, zijn ┌onderdanen ┐, de zee beminde jeugd." Als hij opstijgt, leven de gewone mensen, het Zonne-volk verheugd zich over hem, de zielen van Heliopolis bejubelen hem en de zielen van Butoen Herakonpolis verheerlijken hem. | ||
3 | "Adoreer hem" zeggen de bavianen, "eer is aan u" (zeggen) alle dieren tegelijk, terwijl uw gevlekte cobra uw vijanden overwint. Verblijdt u, bewoner in (uw) boot, uw bemanning in harmonie; de Dagboot heeft u aan boord genomen, uw hart is blij. (O) heer der Goden, (zij) die gij geschapen hebt eren u, terwijl Nut, blauw als een Lapis lazuli8, naast u is en [de Diepte] ┌lacht┐ naar u, met zijn stralen. |
||
4 | Moge gij licht schijnen voor mij, opdat ik uw schoonheid kan zien, (want) ik ben Osiris N., gezond op aarde. Ik prijs uw prachtige gelaat wanneer gij opstijgt uit de horizon van de hemel; [ik] verheerlijk de schijf wanneer deze ondergaat over (de gindse) berg van hem, die de Twee Landen in leven houdt. |
||
b | |||
P | Wat gezegd moet worden door N. Hij zegt: | ||
S | [Gij] stijgt op, [gij] stijgt op, opgestegen zijnde uit de Diepte, verjongd in (uw) positie van gisteren, goddelijke jeugd die uit hemzelf tot leven kwam, die mijn hand niet kan [bereiken] (zelfs) wanneer u op het punt staat om op te komen. Gij hebt de hemel en de aarde verlicht. Uw stralen zijn van echte turquoise, terwijl Punt verblijft omwille van de geur die gij inhaleert op het puntje van uw neus. Gij stijgt op, gij komt op op afstand in de hemel, terwijl de tweeling 'Utos' op uw hoofd verblijft. |
a | |||
---|---|---|---|
P | 1 | Ra aanbiddend als hij opstijgt uit de oostelijke horizon van de hemel. | |
2 | Osiris N. zal zeggen: | ||
S | 1 | Heil aan u, Ra gedurende zijn opstijging, Atoem bij zijn ondergaan. Gij stijgt op, gij stijgt op, gij schijnt, gij schijnt, zijnde opgekomen als koning der goden. | |
2 | Gij zijt heet van de hemel en de aarde, die de sterren er boven en de mensheid er onder maakte, enige God, die tot leven kwam gedurende het begin der tijd, die de landen maakte en de gewone mensen creëerde, die de Diepte maakte en de inundatie creëerde, die het water maakte en leven schonk aan wat er in zit, die de bergen vormde en mens en dier tot leven bracht. | ||
3 | Hemel en aarde begroeten u met plengoffers; Waarheid omarmt u dag en nacht. | ||
4 | Gij doorkruist de hemel in blijdschap; de Poel van de Dubbele Messen is kalm geworden. | ||
5 | De strafbare is gesneuveld, zijn armen er af gehakt. De Nachtboot heeft een gunstige wind ontmoet. | ||
6 | (Wat betreft) hem in zijn heiligdom, zijn hart is blij, want hij is opgekomen als heerser van de hemel, enig iemand,, intens, die voortkwam uit de diepte, triomfantelijke Ra, goddelijke jeufd, erfgenaam van eeuwigheid, die zichzelf verwekte en zichzelf droeg, enig iemand, groots in het aantal vromen, Koning van de Twee Landen, Heerser van Heliopolis, heer van eeuwigheid, vertrouwd met de eeuwigheid. | ||
7 | De Enneade is in vreugde over uw opstijging. (Zij) die in de Horizon zijn peddelen (u); (zij) die in de Nachtboot zijn verheerlijken u. | ||
b | |||
S | 1 | Heil aan u, Amon-Ra, die behagen schept in de waarheid. Gij doorkruist de hemel, iedereen ziet u. |
|
2 | Gij heeft succes; (en zo hebben) zij dat ook die uwe Grootsheid roeien, (want) uw stralen zijn in hun gezicht, edoch niet herkend. | ||
3 | Niemand kon het bijbehorende begrepen, behalve voor u alleen ┌onder.....┐Zij verheerlijken in uw naam, ze zweren bij u, net als zij wiens gezichten naar u (gekeerd) zijn. Wat u betreft, uw oren horen en gij aanschouwd miljoenen landen. Niemand neemt aanstoot om die reden aan, om u te scheiden van hen;┌dus blijft uw hart zien┐ een feestdag in uw naam. |
||
4 | Gij die in de verte honderdduizenden of miljoenen leagues⁹ koerst, gij kruist ze in vrede, sturend over het Ꜥqw-water naar (wat dan ook) voor een plaats gij wilt. Gij doorkruist ze in een kort uur en gaat dan onder. | ||
5 | Wanneer gij de uren hebt voltooid (.....) | ||
c | |||
P | Osiris N. zal zeggen: | ||
S | O mijn heer, levend door de eeuwigheid, gij die eeuwig zal bestaan. O gij schijf, heer van stralen, wanneer gij opkomt leeft iedereen. Laat (me) u zien elke dag bij zonsopgang. (Zo) zegt Osiris N. |
P | Ra aanbiddend bij zijn opstijging uit de oostelijke horizon van de hemel. | ||
---|---|---|---|
S | 1 | Heil aan (u), kind, op ┌de [zelfde manier als gisteren)┐, opstijgend uit de lotus, prachtig gezicht die is opgestegen uit de horizon en de [┌Twee┐Landen] verlicht [met] zijn licht, levende ram verblijvend in zijn boot, [wiens] vleugel(s) gestopt zijn [....] zijn mond, die opstijgt in de hemel en dauw geeft als hij de duisternis heeft verdreven met zijn stralen, Zoon van de diepte, de Vader van de goden, Gids van de godin die verblijft in de hemel. | |
2 | Heil aan u, Ra van Boechis, Koning van Boven- en beneden-Egypte, Ra verblijvend in de Nachtboot. Gij stijgt, gij stijgt, gij schijnt, gij schijnt. De krijsende bavianen adoreren u, zij die zich in de zetels van de bewoners van de Horizon bevinden, juichen u toe. Languit liggende slangen staan op hun staart voor u; nobele personen hurken neer voor u. Geopend voor u zijn de dubbele deuren van de horizon, de weg der eeuwigheid is geveegd voor u. |
||
3 | Zij die in de zuidelijke hemel zijn, adoreren u. Zij die in de noordelijke hemel zijn, loven u. De Enneade komt buigend bij u, gelegen op hun buik, kussen ze de grond die zich voor u bevindt. Zij zeggen tot u, "Welkom vader van de vaders van alle goden, Veel-gezicht wiens substantie onbekend is, heet in zijn lichaam, stralend in zijn schijf, die zijn vijanden elke dag overwint". |
||
4 | Het grote Cobra-diadeem op uw hoofd, heeft de strafbare, de van nature kwaadaardige slang gegeseld, het heeft zijn wervels gebroken. Het vuur heeft hem verteerd, de verterende vlam heeft hem opgegeten. Isis heeft hem afgeweerd, Nephthys heeft hem weggedaan. Thoth heeft hem toebedeeld aan het mes, hij heeft hem niet-bestaand gemaakt. Hoe mooi is Ra in zijn boot, zijn bekwame [Bemanning] ....... Apophis is voor hem gesneuveld en zijn gevolg is vreugdevol. |
||
5 | ┌Louter [Osiris]┐N., de werkelijk rechtvaardige, tevreden met ....... Gij [bent] in de hemel, opgetild [....] Gij stijgt op uit de oostelijk horizon van de hemel [......] op de verheffenden van Shu, op het pad van de eeuwigheid, terwijl de Enneade [.....]. Osiris N. (is één) van deze ingewijden die de boot [van Ra] slepen. |
P | 1 | Ra aanbiddend tijdens zijn opstijging uit de oostelijke horizon van de hemel. | |
---|---|---|---|
2 | Osiris N. zal zeggen: | ||
S | 1 | Heil aan u, (god) die opstijgt uit zijn heilige land, licht dat is aangebroken in het oosten van de hemel, groot van aanzien in het geheime heiligdom. | |
2 | O Ra, moogt gij luisteren, O Ra, moogt gij rondgaan over. (Want) ik heb de 77 rollen gelezen, aangaande Apophis' executieplaats elke dag. | ||
3 | Zijn ziel is aan het vuur gegeven, zijn lichaam aan de vlam, zijn eigen magie aan het (brandende) oog van Horus, (zodat hij) ophoudt te bestaan en niet herinnerd zal worden. Wat Apophis toekomt wordt (regelmatig) bereikt in het dagelijkse conflict; ik maak uw zegetocht bij uw opstijging. |
||
4 | Komt gij tot mij, Re-Harachte, om (mij) te laten zegevieren over mijn vijanden. Wanneer gij de Zieke Demonen hebt afgeweerd als (gij doet met) mannen en god(en) en de gezegenden en de mannelijke en vrouwelijk doden, laat mij 'lid worden van' de raad van Osiris Unnofer. | ||
5 | Moge uw prachtige gezicht genadig zijn voor Osiris N. |
Gebaseerd op La1 (18de/19de dynastie).
Onderdeel ‘a variant’ is gebaseerd op OIM 93802 (18de dyn.)
en andere variaties verschijnen in een aantal vergelijkbare documenten.
Onderdeel ‘c § P 1’ is toegevoegd uit Pq3 (21ste dyn.).
Het vignet van La1 toont N. en zijn vrouw staande in gebed voor de woorden van de hymne.
Gebaseerd op La1 (18de/19de dynastie), wiens vignet vergelijkbaar is met die van Bezwering 15A1.
Gebaseerd op Ag4 (19de dynastie), welke de enige schijnt te zijn met b en c toegevoegd.
De vignet is vergelijkbaar met die van de Bezweringen 15A 1-2.
Alleen vermeld in Ba5 (19de dynastie).
De vignet is vergelijkbaar met die van de Bezweringen 15A 1-3.
Gebaseerd op BM 229147, met § S 5 toegevoegd uit Istanbul 1906.
BM 229147 is een van de vele steles waarop deze hymne is gekoppeld aan Bezwering 15B4.
De vignet bij Bezwering 15A5 toont N. biddend tot Ra.
Beide hymnen worden besproken door Allen in JNES VIII 349-55.
Nijl Tilapia.
N. wordt in La1 voorafgegaan door een ongewoon lange reeks van bijnamen.
Lapis lazuli is een halfedelsteen met een intense azuurblauwe kleur.
Het is geen mineraal maar een gesteente, omdat het uit meer dan één component bestaat.
Het wordt voornamelijk gewonnen in Afghanistan.
Een league = 4828 meter.
Symbool | Datum en beschrijving: | Zie: | |
---|---|---|---|
1 | La | 18de/19de dynastie hiërogliefen papyrus van Kenna uit Thebe, Leiden T 2 (Pap. Salt 283) | Leiden, Mon. III; Nav. |
2 | OIM 9380 (Zie afb. hieronder) | 18de dynastie stelophor van Ỉmn-nb uit Thebe(?) | ibib. Pl. CI |
3 | Pq | 21ste dynastie, dynastie hiërogliefen papyrus Nedjmet uit Thebe, (TT 320). BM 10541 + Munchen + Louvre | Bv. BM Cat.;Nav. |
4 | Ag | 19de dynastie, hiërogliefen papyrus van Hunefer uit Thebe, BM 9901 (Pap. Clot Bey) | Nav.; Budge, Text |
5 | Ba | 19de dynastie, hiërogliefen papyrus van Nḫt-Ỉmn uit Thebe(?), Berlijn pap. 3002 | Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
6 | Istanbul 190 | Houten stèle van Ꜥnḫ.f-n-Ḫnsw Constantinopel 190 (Cairo toen gepubliceerd door Piehl) | LX B; J. V. Scheil in IT XV (1893) 197 |
7 | BM 22914 | Houten stèle van Ꜥnḫ.f-n-Ḫnsw, Sabatier collectie. | G. Legrain in RT XIV (1893) 58-59 |
Bron:Totenbuchprojekt Bonn, TM 135228, <totenbuch.awk.nrw.de/objekt/tm135228>