Boek der Doden
P | 1 | De goden van de achtste grot, redder(s) deugdelijk van oordeel, onderscheid makend tussen waarheid en onwaarheid. | |
---|---|---|---|
S | 1 | Zij die hun gezichten opheffen richting de hemel in de boeg van de Bark van Re, zullen N toestaan om Re te zien als hij opkomt. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N., een eigenaar van giften in het Westen binnen in het Veld der Offergaven. |
|
2 | Zij die hun gezichten opheffen richting de hemel in de boeg van de Bark van Re, zullen Osiris toestaan om Re te zien als hij opkomt. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N., een volgeling van de Grote God, de Heer van het prachtige Westen. |
||
3 | Zij die Re vervoeren zorgen er voor dat N. brood krijgt alsmede het gevolg van Re wanneer hij gaat rusten. Op aarde zal aan hen een schaal worden geofferd door N., die komt bij Horus, Heer van de Bergtop. |
||
4 | De dragers van giften zullen er voor zorgen dat N. gelijk zal zijn aan hen die zich in de Andere Wereld bevinden. Op aarde zal aan hen een schaal worden geofferd door N., die voor eeuwig naar buiten gaat en naar binnen komt met Re. |
||
5 | De inerte wezens zullen N. toestaan om binnen te treden in het Paleis van Justitie. Op aarde zal aan hen een schaal worden geofferd door N., als een eigenaar van giften in het prachtige Westen. |
||
6 | De slangen zullen N. toestaan om Re te volgen in zijn bark. Op aarde zal aan hen een schaal worden geofferd door N., die vrijelijk reist met de goden van de Andere Wereld. |
||
7 | De dragers van offergaven, die offers geven aan de goden, zullen offers geven en voorraden geven aan N. in het rijk der doden. Op aarde zal aan hen een schaal worden geofferd door N. Moge zij niet in opstand komen tegen de ziel bij de doorgang. |
BM 10478.6
Bezwering 168 – BM 10478-6
Onder detail:
Sommigen van de bewoners van de Grotten der Onderwereld.
In de Achtste Grot, een god draagt een kind op zijn schouder, vergezeld door het symbool vier, wat betekent dat er vier van dergelijke figuren zijn; een vrouw ligt voorover met haar handen richting een vallende haarlok – opnieuw zijn er vier van dergelijke figuren.
P | 1 | De goden van de negende grot van de Andere Wereld, wiens gedaanten mysterieus zijn, die de lucht inademen. | |
---|---|---|---|
S | 1 | De goden die zich bevinden in hun heiligdommen die rondom de Diepte zijn. Mogen zij N. laten drinken. Op aarde zal aan hen een schaal worden geofferd door N., moge zijn ziel leven en moge zijn lichaam intact zijn in het rijk der doden. |
|
2 | De goden die zich in het gevolg van Osiris bevinden. Mogen zij toestaan dat N. in ruste is met zijn mummie. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N., in het bijzijn van de Grote God die in zijn bark verblijft. |
||
3 | Hij die opstaat. Moge hij N. toestaan om Re te aanbidden als hij opkomt. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N., hij zal de leiding hebben over de stoven. |
||
4 | Hij die verborgen is. Moge hij N. sterk maken in de hal van Geb. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N., die de geheimen kent van de Heren van de Andere Wereld. |
||
5 | Hij die mysterieus is. Moge hij N.'s lichaam toestaan om sterk en intact te zijn op aarde en in het rijk der doden. Op aarde zal aan hen een schaal worden geofferd door N., zijnde een eigenaar van beweging in het rijk der doden en in Rosetau. |
||
6 | Hij die is verstopt. Moge hij brood en bier geven aan N. bij jou in het Huis van Osiris. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N., die binnengaat in de geheimen van de Heren van de Andere Wereld. |
||
7 | De mysterieuze van Osiris. Moge hij er voor zorgen dat N. een eigenaar wordt van beweging in de heilige plaats. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N., die de eigenaar wordt van een troon in het rijk der doden. |
||
8 | Sherem. Hij zal er voor zorgen dat het kwade niet in de buurt van N. komt in het rijk der doden. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N., een ziel die de woorden van de goden hoort. |
||
9 | De Portier. Moge hij N. toestaan om Re te zien als hij opkomt en ondergaat. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. Moge zijn ledematen leven en zijn lichaam voor eeuwig gezond zijn. |
||
10 | De Duistere. Moge hij er voor zorgen dat N. een ziel is op aarde en sterk is in het Westen. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. wiens benen macht hebben als een eigenaar van een troon in het Westen. |
||
11 | De Oogloze. Moge hij N. toestaan om te zijn onder hen die de leiding hebben over de stoven. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. die behoort aan de Gevestigde, die zich in de Andere Wereld bevindt. |
||
12 | De Balsemers. Mogen zij N. toestaan om in het bijzijn van de Grote God, Heer van het Westen te zijn. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. die een eigenaar wordt van armen en die dapper is in het rijk der doden. |
||
13 | De Mannen wiens armen verborgen zijn. Mogen zij N. toestaan om voor eeuwig bij hen te zijn in het rijk der doden. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. die de troon van Osiris zal bereiken. |
||
14 | De Vrouwen wiens armen verborgen zijn. Mogen zij toestaan dat N. gezond is en dat zijn offergaven het uithouden in zijn aanwezigheid. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. hij is de twee-hoornige die de woorden van de goden hoort. |
||
15 | Hij wiens lichaam verborgen is. Moge hij aan N. rechtvaardigheid toekennen bij Re die zich in zijn Enneade bevindt. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. als de eigenaar van een fallus die de vrouwen voor eeuwig neemt. |
||
16 | De zielen die voortgaan. Mogen zij de speech van N. beoordelen onder de goden die bij hem zijn. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. onder de levenden, de heren der eeuwigheid. |
||
17 | Zij die behoren tot..... Mogen zij toestaan dat N. macht heeft door zijn offergaven op aarde net zoals alle goden. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. die profijt heeft aan de voorraden in het rijk der doden. |
||
18 | Zij die ontvangen. Mogen zij N. toestaan om binnen te gaan in alle geheime plaatsen van de Andere Wereld. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. die macht zal hebben over offeranden op aarde als een eigenaar van stoven. |
||
19 | De vrouwelijke inerte wezens. Mogen zij toestaan dat N. bij de Grote God is als de eigenaar van een fallus. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. zodat hij, die zich in de geheime plaats in de duisternis bevindt, licht moge hebben. |
||
20 | Osiris-Anubis. Moge hij toestaan dat N. eigenaar van een troon wordt in het Heilige Land. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. die de ingang van het portaal van Osiris passeert. |
BM 10478.6
Bezwering 168 – BM 10478-6
Onder detail:
In de Negende grot bevindt zich een omhulde mummievormig figuur, die de Witte Kroon draagt en wordt geflankeerd door slangen en wordt vergezeld door het symbool veertien.
P | 1 | De goden van de tiende grot in de Andere Wereld, die hardop jammeren en wiens mysteries heilig zijn. | |
---|---|---|---|
S | 1 | Zij die tot de zonneschijn behoren. Mogen zij N. licht geven in de duisternis. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. die de Grote God elke dag adoreert op zijn plek. |
|
2 | Zij die vastgrijpen. Mogen zij toestaan dat N. wordt toegejuicht. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. op de dag van het verdrijven van de grote gekronkelde slang. |
||
3 | De negen Goden die hen bewaken die zich in (de grot) bevinden. Mogen zij de levensadem toekennen aan N. op aarde en in het rijk der doden. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N., wiens hand is uitgestrekt en die hem die komt terug drijft. |
||
4 | De Negen Goden wiens armen verborgen zijn. Mogen zij toestaan dat N. een ziel is als de waardige zielen. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. wiens hoofd gezond is op aarde en in het rijk der doden. |
||
5 | De Verborgen Godin. Moge zij toestaan dat N.'s ziel sterk is en zijn lichaam intact net als van de goden die in de Andere Wereld zijn. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. moge zijn ziel rusten in de plaats waar het wenst te zijn. |
||
6 | De zielen van de goden die de ledematen van Osiris zijn geworden. Mogen zij toestaan dat N. vrede heeft. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N., die zijn plek krijgt op aarde en in het rijk der doden. |
||
7 | Zij die Re aanbidden. N. zal niet verdreven worden van geen van de portalen van de Andere Wereld. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. wanneer hij naar buiten gaat bij dag en koel is in de koele plaats. |
||
8 | Zij wiens gezichten krijgshaftig zijn. Mogen zij toestaan dat N. koel is in de plaats van de hitte. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. moge hij vooraan zitten in het bijzijn van de Grote God. |
Vier voorstellingen van de zonnegod: drie hurken binnen in een cabine op een boot – één met valkenkop, een met de kop van een scarabee en één met de kop van een ram – de vierde zit op een troon met de kop van een valk, omhuld door een geanimeerde zonneschijf die opduikt uit het symbool voor de hemel.
Er onder bevinden zich sommigen van de merkwaardige bewoners van de Grotten van de Onderwereld.
P | 1 | De goden van de elfde grot, de (vermoeide) bedekkend, terwijl hij verborgen blijft. | |
---|---|---|---|
S | 1 | De Python. Moge zij toestaan dat N. gezond is voor de Grote God die zich in de Andere Wereld bevindt. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. die tot leven zal komen als Khepri in het Westen. |
|
2 | De Ziel van het Westen. Moge hij invocatie-offers van brood en bier, ossen en gevogelte toestaan voor N. op aarde en in het rijk der doden. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. een eigenaar van een troon wiens hart tevreden is op de berg van het rijk der doden. |
||
3 | De Zielen van de Aarde. Mogen zij triomf toekennen aan N. over zijn vijanden in de hemel en de aarde. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. die zijn mond houdt aangaande alles wat hij heeft gezien. |
||
4 | Zij die offergaven maken. Mogen zij toestaan dat N. zoals de bemanning (van de zonne-bark) in de hemel is. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. moge hij naar binnen gaan door het geheime portaal. |
||
5 | De Negen Goden die heersen over het Westen. Mogen zij N. toestaan om naar binnen te gaan door het grote geheime portaal van Osiris. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. die dominant is over de Heren van de Andere Wereld. |
||
6 | De Negen Goden die zich in het gevolg van Osiris bevinden. Mogen zij toestaan dat N. macht heeft over zijn vijanden. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. moge hij een waardig ziel worden van dag op dag. |
||
7 | Iqeh. Moge hij toestaan dat N. in het bijzijn van Re is en dat hij voor eeuwig de hemel mag doorkruisen. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. want hij bevindt zich in het gevolg van Hem die leeft in de Plaats van Balseming, Heer van het Heilige Land. |
||
8 | De Balsemer van Osiris. Moge hij toestaan dat N.'s ziel zal leven; hij zal niet opnieuw sterven voor eeuwig. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. rouwtijd zal voor hem en voor zijn god worden verordonneert. |
||
9 | De Negen Wachters. Moge zij N. waakzaamheid toekennen; hij zal nooit worden vernietigd. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. die is gerechtvaardigd voor Osiris, Heer van de Fayoem. |
||
10 | De Negen Rouwklagers. Mogen hun rouwen toestaan voor N. net zoals is gedaan voor Osiris. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. toen zijn ziel opsteeg tussen de geesten. |
||
11 | Hij die Re ontbood. Moge hij N. ontbieden bij Re en zijn Enneade. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. wiens ziel in de geheime plaats komt en omhoog gaat van de aarde. |
||
12 | Iqen. Moge hij al het kwaad van N. voor eeuwig verdrijven. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. die komt in vrede en is gerechtvaardigd, |
||
13 | Zij die bij Haar, wiens hoofd rood is zijn. Mogen zij N. toestaan om naar binnen en naar buiten te gaan en voorwaarts te schrijden net zoals de Heren van de Andere Wereld. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. wanneer hij naar binnen en naar buiten gaat door het portaal van de Andere Wereld. |
||
14 | Zij wiens hoofd rood is. Moge zij toestaan dat N. macht heeft over de wateren. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. als iemand die vrij voortschrijdt op de grote trap. |
||
15 | De Gekronkelde Slang. Moge zij toestaan dat N. voor eeuwig heilig is in de Andere Wereld. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. als een waardige ziel die in zijn grot is. |
||
16 | Zij die bij de Gekronkelde Slang zijn. Mogen zij N. toestaan om vrijelijk voorwaarts te bewegen in de heilige plaats. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. en hij zal in het bijzijn van de Volgelingen van Horus zijn. |
||
17 | De negen Goden die Osiris verbergen. Mogen zij toestaan dat N. verblijft in de plaats welke hij maar wenst. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. en hij zal te midden van de Heren van de Rechtvaardigheid zijn. |
||
18 | De Vernietiger. Moge hij N.'s gezichtsvermogen helder maken zodat hij de Zonneschijn-god kan zien. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. zodat hij in het gevolg van de slangen-bewaarder van het Westen kan zijn. |
P | 1 | De goden van de twaalfde grot van de Andere Wereld; de goden zijn verenigd voor degenen die gidsen. | |
---|---|---|---|
S | 1 | Hij van de rivier oever. Moge hij toestaan dat N. de Heer van het Eiland van de rechtvaardigheid is. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. als een bezitter van offergaven in het Veld der Biezen. |
|
2 | De goden die zich in de regio van de Andere Wereld bevinden. Mogen zij gerechtigheid geven aan N. in het Paleis van Justitie. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. moge hij ploegen in het Veld der Offergaven. |
||
3 | De goden die bij de Gekronkelde Slang zijn. Mogen zij toestaan dat N. op de plek is die zijn ka wenst en hij zal daar zijn. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. die tot leven zal komen door het woord van de Heer van het Westen. |
||
4 | De goden die op aarde zijn. Mogen zij aan N. een eiland geven in het Veld der Biezen. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. moge hij verblijven op de plek waar hij wenst te zijn. |
||
5 | Hij die de leiding heeft over de aarde. Moge hij een stuk land toekennen aan N. in het Veld der offergaven. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. moge amuletten hem beschermen net als de Heren van de Andere Wereld. |
||
6 | De goden die in de aarde zijn. Mogen zij voedseloffers, proviand en een portie vlees aan N. geven in het rijk der doden. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N., wanneer hij ondergaat in Manu. |
||
7 | Zij die de leiding hebben over de geheime dingen die zich in de aarde bevinden. Mogen zij hun muren opzetten rond N. net zoals is gedaan voor de Inerte. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. wanneer hij naar binnen en naar buiten gaat uit het rijk der doden. |
||
8 | De goden die zich in de kronkels van de Slang bevinden. Mogen zij er voor zorgen dat de zonneschijf naar N. kijkt. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. als een machtige ziel in zijn firmament. |
||
9 | Yuba. Moge hij toestaan dat N. rust in het Westen. Op aarde is aan hen een schaal geofferd door N.. wanneer hij meer dan anderen naar binnen en naar buiten gaat in het Westen. |
Vervolgens zijn er nog andere plekken waar bezwering 168 in een vergelijkbare vorm is weergevonden van deze heb ik alleen de titel weergeven met een korte verklaring daar weer onder.
Middels onderstaande link komt u terecht bij afbeeldingen van het papyrus MMA 35.9.19:
Versies A en B van Bezwering 168 zijn beiden afgeleid uit het laatste deel van een onafhankelijk werk getiteld “The Gods of the Caverns in the Mysterious Nether World“, maar met de elementen verschillend gerangschikt.
Tien documenten zijn tezamen betrokken.
Slechts één, Seti I cen.6 (19de dynastie), met vrij beknopte tekst, vermeldt zelfs de goden van de eerste 7 grotten.
Een andere, Cairo 293017 (Ptol.), heeft slecht vignetten met legenda’s, met een eigen rangschikking, zonder passende tekst.
Bezwering 168 A is vertaald van Eg8 (19de dynastie) met hulp van Cairo 247429 (18de dynastie), waaruit § P is toegevoegd.
Naville gebruikte Af10 (20ste/21ste dynastie) om versie A te beschrijven, maar het is beknopt en behoorlijk wanordelijk met de lay-out van beide vignetten en de tekst.
De andere 5 documenten beschrijven versie B.
Bezwering 168 wordt vertegenwoordigt door 5 documenten.
Individuele verschillen rechtvaardigen de vertaling van 3 van hen: Cairo 6241 (18de dynastie), MMA 35.9.192 (19de dynastie) en Bd3 (20ste/21ste dynastie). De vierde, Ermitazh 11134 (19de dynastie) en de vijfde, Be5 (20ste/21ste dynastie, vergelijkbaar met Bd3), bestaan alleen uit fragmenten.
Geen van deze vijf bevatten een § P.
Cairo 6241 is een beeld van Minnakht, zijn zoon staat naast zijn rechterbeen, zijn vrouw naast zijn linkerbeen.
Er zijn geen vignetten of legenda’s die dit beeld linken aan “The Gods of the Caverns in the Mysterious Nether World.”
Bezwering 168 is gegraveerd op de zetel van het beeld.
In MMA 35.9.192 is het einde niet aanwezig.
De elementen hiervan zijn meer gedetailleerd en langer gemaakt met vele titels en bijnamen van de beneficiarius die zijn weggelaten in onze vertaling.
Elke tekst wordt vergezeld door een vignet m.u.v. de laatste (d § S 8).
De vignetten hebben geen legenda’s behalve bij b § S 5, 15, 17 en 19 en zelfs deze m.u.v. die bij § S 17 lijken merendeels misplaatste delen van tekst.
Symbool | Datum en beschrijving: | Zie: | |
---|---|---|---|
1 | Caïro 624 | Fragment van 18de dynastie kalkstenen beeld van Mnw-nḫt uit Thebe. | ibid. pp. 170-71 |
2 | MMA 35.9.19 | 19de dynastie hiërogliefen papyrus van Stš-nḫt. | OIM foto's 38034-38 |
3 | Bd | 20ste/21ste dynastie, hiërogliefen papy-rus van N(y)-s(w)-pꜢ-ḥr-Ꜥin uit Thebe(?), Berlijn pap. 3006 | Nav. |
4 | Ermitazh 1113 | Fragmenten van een 19de dynastie hiërogliefen papyrus van Sw-np1-rꜢ | niet gepubliceerd. |
5 | Be | Fragmenten van een 20ste/21ste dynastie, hiërogliefen papyrus van uit Thebe(?), voorzien van Berlijn pap. 3002 (Ba) | Nav. Einleitung, pp. 74, 186-87 |
6 | Seti I cen. | 19de dynastie, cenotaaf van kalk- en zandsteen van Seti I te Abydos. | M. A. Murray, The Osireion at Abydos (1904) pp. 3-8, Pis. II-V; H. Frankfort, The Cenotaph of Seti I at Abydos (1933) p. 15, P1. I |
7 | Caïro 29301 | Ptolemeïsche granieten doodskist van Ꜥnḫ-ḥp uit Sakkara. | G. Maspero, Sarcophages des epoques persane et ptol emaique (Cairo "Cat." XLI and LXXII [1908-14]) 1-73, Pls. I-V |
8 | Eg | 19de dynastie hiërogliefen papyrus van een ongenoemde man uit Thebe. BM 10478 | Budge, Text I xxvii-xxix and III 36-47 |
9 | Cairo 24742 | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van Amenhotep II te Thebe. | G. Daressy, Fouilles de la Valle des Rois (Cairo "Cat." III [1902]) pp. 184-89, Pls. XLIXLII |
10 | Af | 20ste/21ste dynastie, hiërogliefen papyrus van Mwt-ḥtpt(i) uit Thebe(?), BM 10010 (Pap. Murray) | Nav.; Budge, Text |