Boek der Doden
P | Bezwering om niet opnieuw te sterven. |
P | Om te zeggen door Osiris N.: | ||
---|---|---|---|
S | 1 | O Thoth wat is het dat geschiedde door de Kinderen van Noet? Zij hebben oorlog gevoerd, zij hebben tumult veroorzaakt, zij hebben verkeerd gedaan, zij hebben rebellie veroorzaakt, zij hebben slachtingen aangericht, zij hebben gevangenschap veroorzaakt, zij hebben al het grote wat gemaakt was gereduceerd tot klein; toon grootheid, O Thoth! - zo zegt Atoem. | |
2 | Gij zult geen getuige zijn van onrecht, gij zult het niet ondervinden! Verkort hun jaren, maak hun maanden kleiner, want zij hebben verborgen schade aangericht aan alles wat gij hebt gemaakt. | ||
3 | Ik heb jouw palet, O Thoth, ik breng jouw inktpot naar jou toe; ik hoor niet bij hen die in het geniep schade hebben aangericht en geen zal mij kwaad doen. |
BM 10470.29
Bezwering 175 – BM 10470-29
Onder detail:
Ani en zijn vrouw adoreren Thoth, die gehurkt op een schrijnvormige sokkel zit een ankh vasthoudend op zijn knie.
S | 1 | N. zegt: O Atoem, hoe komt het dat ik reis naar een woestijn zonder water en lucht en welke diep, donker en ondoorgrondelijk is? Atoem zegt: Leef er in met voldoening! N.: Maar daar kun je niet vrijen! Atoem: I heb i.p.v. water, lucht en vrijen een existentie als geest gegeven, tevredenheid i.p.v. brood en bier - zo zegt Atoem. Heb geen medelijden met je zelf, want ik zal zorgen dat je niet lijdt. N.: Maar elke god heeft zijn plaats ingenomen in de Bark van Miljoenen Jaren! Atoem: Jou zetel behoort nu aan jouw zoon Horus - zo zegt Atoem - en hij zal de Ouderen berichten, hij zal heersen van uit jouw zetel, hij zal de troon erven welke zich in het Eiland van Vuur bevindt. |
|
---|---|---|---|
2 | N.: Beveel dat ik zijn gelijke mag zien, want mijn gezicht zal het gezicht zien van de Heer van Allen. Wat zal de lengte van mijn leven zijn? - zo zei hij. Atoem: Jij zult zijn voor miljoenen en miljoenen jaren, een levenstijd van miljoenen jaren. Ik zal de Ouderen berichten en alles vernietigen dat ik heb gemaakt; de aarde zal terugkeren naar de Diepte, naar de golvende vloed als in z'n originele toestand. Maar ik zal overblijven met Osiris, ik zal mij zelf transformeren in iets anders, namelijk een slang, zonder dat mensen het weten of goden het zien. Hoe goed is het wat ik heb gedaan voor Osiris, zelfs meer dan voor alle goden! Ik heb hem de woestijn gegeven en zijn zoon Horus is de erfgenaam op zijn troon welke zich in het Eiland van Vuur bevindt; ik heb gemaakt wat toebehoort aan zijn plaats in de Bark van Miljoenen Jaren en Horus bevindt zich stevig op zijn troon, met de bedoeling om zijn establishment te vestigen. N.: Maar de ziel van Seth zal verder reizen dan alle andere goden. Atoem: Ik heb er voor gezorgd dat zijn ziel die zich in de bark bevindt aan banden wordt gelegd, zodat het lichaam van de god bang moge zijn. |
||
3 | N.: O mijn vader Osiris, doe voor mij wat jouw vader Re voor jou heeft gedaan, zodat lang levend op aarde kan zijn, dat mijn troon goed gevestigd kan worden, dat mijn erfgenaam in goede gezondheid zal zijn, dat mijn tombe blijvend moge zijn en dat deze bedienden van mij op aarde zullen zijn; Laat mijn vijanden worden opengespleten, moge de Schorpioen zich op hun botten bevinden, want ik ben jouw zoon, O mijn vader Re; doe dit voor mij, in het belang van mijn leven, welzijn en gezondheid, want Horus is vast gevestigd op zijn troon en laat mijn leven komen om de gezegende staat te bereiken. | ||
T | 1 | Om te zeggen over een beeld van Horus, gemaakt van lapis-lazuli en geplaatst op de keel van een mummie. Het is een bescherming op aarde die men geeft aan mensen en goden en de gezegende [en de dode]; en het is hun goede daad die hem zal redden in het domein van god. {Moge het ook] voor u worden gedaan. | |
2 | Een werkelijk geweldige bezwering, miljoenen keren bewezen voor Osiris N. |
Gebaseerd op Eb1 (18de/19de dynastie) tot aan b, waar Eb1 eindigt, vanaf daar tot het eind op Lb2 (19de dynastie) de enige andere beschikbare tekst.
Het deel gevonden in Eb1 en Lb2 is behandeld door Adriaan de Buck, die drie teksten gebruikte (zie W. J. Kooiman en J. M. van Veen, Pro regno, pro sanctuario [Nijkerk, 1950] pp. 79-88).
Een vierde tekst is BM 100813, een jonger document vermeldt door Siegfried Schott (zie Mitteilungen des Deutschen archäologichen Instituts, Abteilung Kairo XIV [19561 181-89).
Vignet van Eb1 toont N. en zijn vrouw staand en biddend voor Thoth.
Symbool | Datum en beschrijving: | Zie: | |
---|---|---|---|
1 | Eb | 18de/19de dynastie hiërogliefen papyrus van Ꜣny uit Thebe, BM 10470 | Bv. E. A. Wallis Budge, De Papyrus van Ani (1913) |
2 | Lb | 19de dynastie hiërogliefen papyrus van RꜤ uit Memphis, Leyden T 5 | Nav.; Pleyte I, tegenover p. 16 |
3 | BM 10081 | Ptolemeïsche hiëratisch papyrus (pap. Malcolm) (zie afbeelding hieronder) | P. le P. Renouf in Transactions of the Society of Biblical Archaeology IX(1893) 295-303 |
Boek der Doden van Pakharenkhons Pawerem, blad 6.