Boek der Doden
P | 1 | Bezwering voor het naar binnen gaan bij het tribunaal van Osiris en de goden die de Andere Wereld besturen, die hun poorten bewaken, die rapporten maken aangaande hun tribunalen, die de deuren van de portalen van het Westen bewaken; voor het aannemen van de gedaante van een levende ziel, Osiris aanbiddend en een bestuurder van het tribunaal te worden. | |
---|---|---|---|
2 | Om te zeggen door N.: | ||
S | Heil aan u, Belangrijkste der Westerlingen, Wennefer, Heer van het Heilige Land! U ben gekomen in glorie net zoals Re en ziet hij is gekomen om u te zien en zich te verheugen bij het zien van uw schoonheid. Zijn zonneschijf is uw zonneschijf; Zijn stralen zijn uw stralen; Zijn kroon is uw kroon; Zijn grootheid is uw grootheid; Zijn verschijningen zijn uw verschijningen; Zijn schoonheid is uw schoonheid; Zijn verhevenheid is uw verhevenheid; Zijn faam is uw faam; Zijn omvang is uw omvang; Zijn zetel is uw zetel; Zijn troon is uw troon; Zijn erfenis is uw erfenis; Zijn wapenuitrusting is uw wapenuitrusting; Zijn bestemming is uw bestemming; Zijn Westen is uw Westen; Zijn goederen zijn uw goederen; Zijn wijsheid is uw wijsheid; Zijn aanzien is uw aanzien; Hij die zichzelf zou moeten beschermen, beschermt inderdaad zichzelf - En vice versa Hij zal niet sterven en u zult niet sterven; Hij zal zegevieren over zijn vijanden En u zult zegevieren over uw vijanden; Geen enkel kwaad tegen hem zal tot leven komen, En geen enkel kwaad tegen u zal tot leven komen, voor eeuwig en altijd. |
P | 1 | Osiris aanbiddend. | |
---|---|---|---|
2 | N. zal zeggen: | ||
S | Heil aan u Osiris, zoon van Noet, bezitter van horens, wiens Atef-kroon groot is, aan wie de Wereret-kroon en staf zijn gegeven in het bijzijn van de Enneade; het ontzag voor iemand dat Atoem creëerde in de harten van mensen, goden, geesten en de doden; aan wie de staf is gegeven in Heliopolis; groot van gedaante in Busiris; Heer van de Angst in de Twee Heuvels, buitengewoon angstaanjagend in Rosetau; Heer van eerlijke herinnering in de Vesting, die bijzonder glorieus verscheen in Abydos; die van alle blaam is gezuiverd in het bijzijn van de Enneade; die de grote machten beschermt; de angst van hen die het land doortrekken; op wie mensen wachten, met de Ouderen op hun matjes. Monarch van de goden van de Andere Wereld, grote Macht in de hemel, die heerst over de levenden, Koning van hen die daarginds zijn, die duizenden verheerlijkt in Kheraha, bij wie het zonne-volk blij zijn; bezitter van keuze hapjes in het Hogerhuis (possessor of choice morsels in the Upper Houses), voor wie een runderschenkel is bereid in Memphis; voor wie het nacht-ritueel is uitgevoerd in Letopolis. |
S | U bent een Geweldig Iemand wie kracht machtig is en uw zoon Horus is uw beschermer; hij zal al het kwade wat op u zit verwijderen. Uw vlees is samengevoegd voor u, uw ledematen zijn opnieuw in elkaar gezet voor u, uw botten zijn opnieuw ineengezet voor u en er is ........ gebracht. Sta op Osiris; ik heb u mijn hand gegeven en er voor gezorgd dat u opstaat en voor eeuwig leeft. Geb heeft uw mond voor u geveegd, de Grote Enneade nodigt u uit ... wanneer zij beschermd reizen naar de poort van de Andere Wereld. Jouw moeder Noet heeft haar armen om jou heen geslagen zodat zij jou kan beschermen en zij zal jou doorlopend bewaken, zelfs jou de hooggeborene. Jouw zusters Isis en Nephthys zullen naar jou toe komen, zij zullen jou omsluiten met leven, voorspoed en gezondheid en door hen zult gij gelukkig zijn; zij (zullen zich verheugen) voor jou middels liefde voor jou. Zij zullen alles binnen jouw armen omringen voor jou; de goden, de heren van de ka's zullen voor jou zorgen en zij zullen jou voor eeuwig aanbidden. Gij bent gelukkig, O Osiris! Gij bent in glorie verschenen, gij hebt macht, gij bent een geest; gij hebt jouw gedaante onsterfelijk gemaakt en jouw gezicht is die van Anubis. Re verheugd zich over jouw en hij is zeer genegen m.b.t jouw schoonheid. Gij hebt je zelf geïnstalleerd op jouw pure troon die Geb, die jou lief heeft, voor jou heeft gemaakt; gij ontvangt hem in jouw armen in het Westen, gij doorkruist dagelijks de hemel, gij geleid hem dagelijks naar zijn moeder Noet wanneer hij gaat rusten in het Westen in de Bark van Re, tezamen met Horus die jou lief heeft. De bescherming van Re is jouw zekerheid, de macht van Thoth staat achter jou en de bezweringen van Isis doordringen jouw ledematen. Ik ben naar jou gekomen, O Heer van het Heilige Land, Osiris Belangrijkste van de Westerlingen, Wennefer die voor eeuwig en altijd zal bestaan. Mijn hart is eerlijk, mijn handen zijn schoon, ik breng een maaltijd naar zijn eigenaar en offers naar hen die geofferd hebben. Ik ben hier naar jouw steden gekomen, ik heb gedaan wat goed is op aarde, ik heb jouw vijanden neergeslagen als stieren, ik heb vee voor jou geslacht en ik heb er voor gezorgd dat zij voor jou op hun gezicht vallen, ik heb jouw pure plaats gezuiverd, ik heb jouw waterbekken ritueel gezuiverd, ik heb de nekken van vogels omgedraaid op jouw altaar ten bate van jouw ziel, voor jouw krachten en voor de goden en godinnen die zich in jouw gevolg bevinden. |
||
---|---|---|---|
T | Wat betreft hem die dit boek kent, geen enkel kwaad zal macht over hem hebben, hij zal niet worden geweigerd bij de poorten van het Westen; hij zal naar binnen en naar buiten gaan en brood en bier en alle goede dingen zullen aan hem gegeven worden in het bijzijn van hen die zich in de Andere Wereld bevinden. |
Wat betreft a gebaseerd op Ia1 (18de dynastie), waarvoor alleen Naville’s varianten beschikbaar waren en op La2 (18de/19de dynastie); voor b op Brussels E 53003 (19de dynastie), een stèle met daarop alleen b; voor c op Cg4 (21ste dynastie) wegens de eerste zin van § S 3, dan op Ia1;
Symbool | Datum en beschrijving: | Zie: | |
---|---|---|---|
1 | Ia | 18de dynastie, hiërogliefen papyrus van 'Imn-ipt uit Thebe(?), Vaticaan LXIII. | Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
2 | La | 18de/19de dynastie hiërogliefen papyrus van Kenna uit Thebe, Leiden T 2 (Pap. Salt 283) | Leiden, Mon. III; Nav. |
3 | Brussels E 5300 | 19de dynastie kalkstenen stele van Mai uit Abydos. | ibid. p. 63; L. Speleers in RT XXXIX (1921) 113-44, P1. IV |
4 | Cg | 21ste dynastie hiëratisch papyrus van GꜢt-Zšn uit Thebe, Caïro | ibib. II (1914) |
De grote stèle van Mai laat een opmerkelijke scène zien die het bovenste register vult.
Hier wordt koning Seti I afgebeeld bij het naderen van de triade van Abydos op een respectvolle wijze.
Osiris, heerser der eeuwigheid en heer van het eeuwigdurende is gezeten op een koninklijke troon, zijn lichaam gewikkeld in een lijkwade en een typische Osirische kroon dragend.
Voor de troon staat een grote lotusbloem, met er op de vier Horuszonen.
De god van de doden wordt vergezeld door zijn echtgenote Isis en zijn zoon Horus, ‘de wreker van zijn vader’.
De koning wordt gevold door een jongeman, de toekomstige Ramses II, die een vlegel in zijn linker hand draagt.
Op het onderste deel van de stèle, de eigenaar Mai, die hoorde bij de tempel van Seti I te Abydos, wordt getoond in een aanbiddende houding voor een offertafel.
Bron: Rijksmuseum van Oudheden, Leiden. (waarvoor dank)
A: Wijze van inramen: perspex op fluweel, handschrift geplakt op wit papier.
B: Indeling
Aantal kolommen: 24 kolommen (Leemans kol. 1-24, 30,5 x 39 cm)
1. Schrift: cursieve hiërogliefen
2. Kleur: zwart en een aantal rubra in kol. 1-2, 19, 23
3. Leesrichting: R>L
Aantal vignetten: twee – (1) 10 x 24,5 cm = DB 180 – (2) 10 x 9 cm = DB 181
4. Kleur: wit, rood, groen, zwart en wit
C: Beschrijving
Tekst: Kol. 1-18: DB 180 – Kol. 19-24: DB 181
Vignet: (1) knielende dode aanbidt 3 hurkende goden – (2) knielende dode aanbidt Osiris