Boek der Doden
Bezweringen 186,
S | Hathor, Vrouwe van het Westen; Zij van het Westen; Vrouwe van het Heilige Land; Oog van Re welke op zijn voorhoofd zit; vriendelijk qua gelaatsuitdrukking in de Bark van Miljoenen Jaren; een rustplaats voor hem die goed heeft gedaan binnen in de boot van de gezegenden; die de Grote Bark van Osiris gebouwd heeft met de bedoeling om over het water van de waarheid te varen. |
Aan de rechterkant, achter een gevulde offertafel, staat de nijlpaard-godin Opet, die horens en een schijf op haar hoofd draagt, zij rust op een sa-amulet, een symbool van bescherming, zij offert leven en een vlam aan de overledene (zie Bezwering 137B).
Achter haar bevindt zich Hathor als een koe, zij draagt een menat-kraag en komt tevoorschijn uit de Westelijke Berg, op wiens hellingen Ani’s pyramide-kapel zich bevindt, tussen de bossen van papyrus in het randgebied van de Nijl. (Bezwering 186)
Aan de linkerkant, in een heiligdom afgedekt met een kop van een valk en een fries van cobra’s, staat een mummievormig begrafenis god Sokar-Osiris met de kop van een valk, een staf, vlegel en was-scepter vasthoudend. (Bezwering 185).
P | Hathor aanbiddend, de meesteres [van het Westen] voor de Grote Vloed de aarde kussend. | ||
---|---|---|---|
S | Ik ben naar u gekomen om uw schoonheid te zien. Moge u mij aan het hoofd van uw gevolg laten zijn, voorbijgaand aan de Ouderen, want er zit geen zwakheid in mij. Moge gij offers aan mij geven, zelfs aan mij. Maak voor mij een zetel in de necropolis (van) de gerechtvaardigden, dat ik gezond op aarde kan verblijven. | ||
T | Voor de geest van Osiris N. |
P | 1 | Hathor aanbiddend, de meesteres van het Westen voor de Grote Vloed de aarde kussend. | |
---|---|---|---|
2 | Osiris N. zal zeggen: | ||
S | Ik ben naar u gekomen (om) uw schoonheid te zien. Moge u mij aan het hoofd van uw gevolg laten zijn, aangezien ik net als hen van het gezelschap ben. | ||
T | (Zo zegt) Osiris N. |
A: Wijze van inramen: geplakt op wit papier en tussen glas.
B: Indeling
– 1. Aantal kolommen: twee blokken tekst: 1) 15 kolommen = 20,5 x 21,5 cm; 2) 9 kolommen = 6,2 x 16 cm – 1. Schrift: cursieve hiërogliefen
– 2. Kleur inkt: zwart, geen rubra, beschadigd onderaan kolommen eerste blok
– 3. Leesrichting: 1) van links naar rechts, retrograde; 2) van rechts naar links
– 4. Aantal vignetten drie 1) boven links (9 x 9,3 cm); 2) aansluitend (9 x 12,3 cm); 3) rechter 2/3 over gehele hoogte (27 x 39,5 cm)
– 5. Kleur: zwart, maar heuvel, fakkel, tong nijlpaard en zonneschijf in vignet 3 rood
C: Beschrijving
Tekst:
Blok 1: Kol. 1-7 = DB 149, 11e heuvel, Kol. 8-15 = onduidelijk. hymne?
Blok 2: Kol. 1-9 = DB 186
Vignet 1: 9e heuvel met krokodil
Vignet 2: 11e heuvel met stierkoppige demon
Vignet 3:
De dode staat in lange geplisseerde tuniek met gordelschort, zwarte krullenpruik en baard in aanbiddende houding voor een rijk gedekte offertafel.
Helaas is de papyrus aan de onderkant kapot, zodat men de voeten en delen van de vazen links en rechts van de offertafel niet kan zien.
Rechts van de offertafel komen Taweris en Hathor uit het Westelijke gebergte.
Taweris staart/rug en tanden zijn mooi gedetailleerd weergegeven, ze draagt in haar linker poot een ankh en in haar rechter poot een fakkel.
Hathor heeft donkere horens en een dubbele verenkroon ertussen in, zij draagt een menat en een Hathorsistrum om haar hals. = DB 186
P | 1 | Hathor aanbiddend, de vrouwe van de Twee Landen, meesteres van de westelijke woestijn. | |
---|---|---|---|
2 | Osiris N. zal zeggen: | ||
S | 1 | Heil aan u, geweldige, vrouwe van de hemel, meesteres van alle goden, die meegaat met Re-Harachte- Atoem tijdens zijn prachtige ondergang; vrouwe van de landtong van Manu dat haar vader Re ontvangt tijdens zijn ondergang; moeder der goden, (want) zij zetelen in haar; vrouwe van gewassen, voor wie wat niet was tot leven komt. Zij vindt het leuk om naar binnen te gaan, (maar) naar buiten gaan is (haar) gruwel. De aarde blijft smeken om ginds te zijn, (waar) men de begunstigden ontmoet en de veerboot is voor eeuwig verborgen. |
|
2 | Ik ben rechtschapen, ik ben gekomen met de waarheid; Ik heb niets verkeerd gedaan in dit land. Ik heb gedaan wat de Koning tevreden stelde, waar de goden tevreden mee waren. Ik ben in vreugde gekomen naar de heer van het westen, om het hart te verrukken van hem die ginds is. De hemel en de Twee Landen zijn gegeven aan Horus. Moge ik onder (de platanen) zijn op de dag wanneer hij opkomt. |
P | (Om te zeggen door) Hathor, vrouwe van het Westen, die Re vergezeld als hij ondergaat (in) het leven, moeder van de goden, die (hun) zetels vormt. | ||
---|---|---|---|
S | Welkom in vrede, uw gelaat oprecht, aangezien rechtschapenheid is verenigd met oprechtheid. [Welkom in] dit land van de levenden, [vrij] van leugens [....] zonder enige vooroordelen of beperkingen van reizen, zonder enig verbond [met] hem die uw [bestemming] wil prepareren in de grote hal van de Twee Waarheden. Wat betreft wat gij hebt gedaan, moge hij die bij de 'horizon-bewoners' is u belonen met zegeningen onder de gezegenden, ┌die actief zijn, voorzien van alle activiteiten.┐ |
P | 1 | Om te zeggen bij de aankomst bij het prachtige westen om de verheven Godin te zien, verblijvend in het domein van God. | |
---|---|---|---|
2 | Osiris N. zegt: | ||
S | Heil aan u, stralend als goud, oog van Re, zijn vertrouweling. |
Uit Eb1 (18de/19de dynastie), Naville markeerde 186 niet met deze versie van Eb, maar de 3 versies gemarkeerd als 186A, 186B en 186C.
Vignet van Eb toont offergaven van voedsel en bloemen, opgestapeld voor een nijlpaard-godin, waarachter zich een berg bevindt met daarop een piramidevormige tombe.
Uit de berg en een papyrusveld komt een koe, elders genaamd “the Great Flood” tevoorschijn.
Uit Lb2 (19de dynastie), wiens vignet N. toont bij het aanbieden van offers voor een nijlpaard-godin en een koe-godin, die respectievelijk staan op en binnenin een berghelling.
Uit Da3 (19de dynastie), wiens vignet N en zijn vrouw toont bij het presenteren van overvloedige offers van voedsel, drank en papyrus bloesems aan een nijlpaard-godin staande voor een berg en aan een koe-godin die tevoorschijn komt door een papyrusveld.
Uit Ap4 (19de dynastie of later), wiens vignet N. toont bij het aanbieden van een ceremonieel boeket aan een nijlpaard-godin en een koe-godin, beiden met horens en een zonneschijf van Hathor op hun hoofd.
De koe, met twee pluimen toegevoegd, komt uit het “hart van de westelijke berg” door een papyrusveld; de berg vormt een achtergrond voor het nijlpaard en een maansikkel.
Symbool | Datum en beschrijving: | Zie: | |
---|---|---|---|
1 | Eb | 18de/19de dynastie hiërogliefen papyrus van Ani uit Thebe, BM 10470 | Bv. E. A. Wallis Budge, De Papyrus van Ani (1913) |
2 | Lb | 19de dynastie hiërogliefen papyrus van Ra uit Memphis, Leiden T 5 | Nav.; Pleyte I, tegenover p. 16 |
3 | Da | 19de dynastie naamloos hiërogliefen papyrus, Dublin University, Trinity College, Bibliotheek MS. 1661 (Hincks 4) | Bv. Edouard Naville |
4 | Ap | 19de dynastie (of later), hiërogliefen papyrus van Khary Wesay uit Memphis(?). BM 9949 | Nav. |