Boek der Doden – Bezwering 32
17388
page-template,page-template-full_width,page-template-full_width-php,page,page-id-17388,bridge-core-2.6.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-24.6,qode-theme-bridge,transparent_content,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.5.0,vc_responsive
 

Boek der Doden

 

Bezwering 321

BM 9951.4

BM 9951

Bezweringen 31 en 32.

De man van Mutirdais verdrijft met m.b.v een speer de krokodillen, die haar magie willen stelen.

19de dynastie

P1{Bezwering voor het afweren van de 4 krokodillen] die komen om de magie van een man weg te nemen in Gods domein.
2Om te zeggen door Osiris N.:
a
SOsiris staat op zijn voeten en zijn Enneade verheerlijkt hem. 0 zoon, die spreekt in zijn Vaders naam, moogt gij [deze oudste] redden van deze 4 krokodillen die de doden eten en leven op magie. "[Ik ben het die zijn vader redt van] deze 4 krokodillen; ik ben [hun] bedwinger [.....]"
b
S1[Terug,] krokodil van het westen, levend op de Onvermoeibare [Sterren, want uw gruwel is
in mijn buik]. Ik heb ┌de nek┐ van Osiris ingeslikt; ik ben Ra.
2Terug, [krokodil van het oosten, levend] te midden van hun Ꜥf-kruid, want uw gruwel is in mijn buik. ┌Doorkruist heb (ik), (haar die u ontworpen heeft), ┐Osiris.
3Terug, krokodil van het zuiden, levend op mest, want uw gruwel is in mijn buik. Wat er in u zit is geen rode vlam, ik ben Sopd.
4Terug, krokodil van het noorden, levend op Ap (ophis ┌in) het midden van de (nachtelijke) uren┐ [, want] uw [gruwel] is in mijn buik. Uw vurige gif mag niet worden uitgeworpen tegen mij (wie ben) Osiris N.

21ste dynastie

P1Bezwering voor het afweren van de 4 krokodillen die komen om het hart van de gezegende af te pakken van hem in Gods domein.
2Om te zeggen door Osiris N.:
a
SDe Oudste valt op zijn buik, maar zijn Enneade brengt hem weer op de benen. De zoon komt en spreekt in naam van zijn Vader: "Red deze Oudste van deze 4 krokodillen." Ik ken ze bij hun naam, ik ben het, die (hem) zal redden van hen.
b
POm te zeggen door Osiris N.:
S1Terug, krokodil van het westen, levend op de Onvermoeibare Sterren, want uw gruwel is in mijn buik. Ik heb ┌de nek┐(van Osiris ingeslikt; ik ben Seth.)
2(Terug,) [krokodil van het oosten, levend] op de modder van hun Ꜥfy-kruid, want uw gruwel is in mijn buik. Ik was de eerste die bestond; ik ben Osiris.
3Terug, krokodil van het zuiden, levend op mest en verstikkende rook, want uw gruwel is in mijn buik. Wat in (mijn) hand is, is geen rood ┌bloed┐; ik ben Sopd.
4Terug, krokodil van het noorden, levend op deze voorarm (in) het midden van Hermopolis, want uw gruwel is in mijn buik. Gif voor u is in mijn hoofd, ik ben Atoem.
1cont.Terug gij die in het westen is, want er is een nau-slang in deze buik. Ik zal niet aan u worden gegeven; gij zult mijn betovering niet aflikken.
2cont.Terug gij die in het oosten is, want er is een nau-slang in deze buik. Ik zal niet aan u worden gegeven; gij zult mijn betovering niet aflikken.
3cont.Terug gij die in het zuiden is, want er is een nau-slang in deze buik. Ik zal niet aan u worden gegeven; gij zult mijn betovering niet aflikken.
4cont.Terug gij die in het noorden is, want (ik) heb u (droog)geveegd (sinds mijn) navelstreng van bebet-planten is. Ik zal niet aan u gegeven worden; gij die in het noorden is, want Selket is in mijn buik, ongeboren.
c
SIk ben de Groen-ogige iemand. Wat is, is in mijn greep, wat , is in mijn buik.
Ik ben gekleed en uitgerust met mijn magie. Dit dat zich over (mijn) gezicht bevindt en onder
(me is,) is Ra, ┌die ik heb verduisterd.┐
De breedte van mijn keel ┌neemt toe┐ voor mij in de residentie van mijn Vader de Oudste. Hij heeft mij dit prachtige westen gegeven, dat de levenden uitwist.
De heer van de twee poorten verwerft de macht daarin elke dag.
Mijn gezicht verblijft, mijn borst is op zijn stoel, en mijn hoofd is met mij. Ik ben Ra, die Zijn Eigen Majesteit. beschermt Ik zal nooit falen om te leren van elk kwaadaardig project.
TTe zeggen wanneer een man wordt gered van de 4 krokodillen in het domein van God.

26ste dynastie

P[....by] N.;
a
SDe oudste valt op zijn buik, maar zijn Enneade heeft hem. op de been gebracht.
De zoon komt en spreekt met zijn vader, (want) deze oudste is gered van deze 4 krokodillen. Ik ken ze bij hun namen en waar ze van leven. Ik ben het, die zijn Vader redde van hen.
b
S1Terug, krokodil van het westen, levend op de onvermoeibare sterren, want uw gruwel is
in mijn buik. (Ik) heb de nek van Osiris geslikt, ik ben Seth.
Terug, krokodil van het westen, want er is een nau-slang in mijn buik. (Ik) geef mijzelf niet aan u; uw vlam (prevaleert) niet tegen N.
2Terug, krokodil van het oosten, levend op hen die (bezoedeld) in hun uitwerpselen,
want (uw) gruwel is in mijn buik.
Ik heb doorgegaan, ik ben Osiris {N.}. Terug krokodil die in het oosten is, want er zijn nau-slangen in mijn buik. (Ik) wil mijzelf niet aan u geven; uw vlam zal niet (prevaleren) tegen me.
3Terug, krokodil van het zuiden, levend op mest en verstikkende rook, want uw gruwel is in mijn buik. Wat in uw hand is, is niet rood (....); ik ben Sopd {N.}.
Terug krokodil die in het zuiden is, want ik (kan) u (drogen, sinds) mijn navelstreng van bebet-planten is. (Ik) zal mijzelf niet aan [u] geven.
4Terug, krokodil van het noorden, levens op deze voorarm ┌in het midden van de (nachtelijke) uren┐, want uw gruwel is in mijn buik. Gif (voor u) is in mijn (hoofd); ik ben Atoem {N.}. Terug krokodil die in het noorden is, want Selket is in mijn buik zonder dat ik haar heb verwekt.
c
SIk ben de Groen-ogige iemand. Wat is, is in mijn greep, wat niet is, is in mijn buik.
Ik ben gekleed en uitgerust met mijn magie. Dit dat zich onder en boven me bevindt is Ra, ┌die ik heb verduisterd.┐
De breedte van mijn keel ┌neemt toe┐ voor mij in de residentie van mijn Vader de Oudste. Hij heeft mij dit prachtige westen gegeven, dat de levenden uitwist.
De heer van de twee [poort]en verwerft de macht daarin elke dag.
Mijn gezicht is open, mijn borst is op zijn stoel en mijn cobra diadeem is met mij. Ik ben Ra, die zichzelf beschermt Geen enkel (kwaad) kan me overkomen.

Voetnoten.

1

Drie versies van Bezwering 32 worden hier gegeven.
De eerste is gebaseerd op Ba1 (19de dynastie), met beschadigingen of weglatingen meestal hersteld vanuit CT.
De beschadigingen in een onmisbaar deel zijn ingevuld vanuit latere teksten.
Ba1 heeft mogelijk een vignet gehad, die verloren is gegaan.
Vignet van Ga2 (20ste dynastie) toont N. zijn armen uitstrekkend over elk van de vier krokodillen, met afgewende hoofden, naderend vanaf de vier windstreken.
Een meer uitgebreide versie is gebaseerd op Ec3 (21ste dynastie).
Dit voorbeeld duurt voort vanuit Ga2 (20ste dynastie) en een voorloper van CT, § 1 P en T weglatend, komt in ieder geval al zo vroeg als de 11de dynastie voor, op doodskist D 1 C. § T in feite lijkt alleen in Ec3 te worden gevonden.
Een geïntegreerde versie is gebaseerd op Bakenranef (of Bokchoris – 24ste dynastie).
Maar de teksten voor elk kompaspunt, hoewel hier gecombineerd, zijn nog steeds in vorm gescheiden, het eerste element is horizontaal geschreven en de tweede verticaal.
Elk van de vier krokodillen wordt getoond na de respectieve teksten.

Oude Egyptische aangehaalde documenten.

 

SymboolDatum en beschrijving:Zie:
1Ba19de dynastie, hiërogliefen papyrus van Nḫt-ꜥImn uit Thebe(?), Berlijn pap. 3002Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.]
2Ga20ste dynastie, hiërogliefen papyrus van Nfr-rnpt uit Thebe, (TT 336) Brussel E5043L. Speleers, La papyrus de Nef er Renpet (1917)
3Ec21ste dynastie hiëratisch papyrus van N (y)-s(y)-tꜢ-nb(t)-išw uit Thebe (TT 320), BM 10554E.A. Wallis Budge, Het Greenfield Papyrus in het British Museum (1912)

Gebruikte afkortingen.

  • BM – British Museum
  • Pers. – Perzische periode
  • Ptol. – Ptolemaeïsche periode
  • CT – Coffintext – sarcofaagteksten
  • OIP LXXXII – The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960.