Boek der Doden
BM 10471.16
BM 10471.
Bezwering 36.
Rechts detail:
Nakht weert met een mes het apshai-insect af, voorgesteld als een kever.
P | 1 | Bezwering voor het verdrijven van een kakkerlak. | |
---|---|---|---|
2 | Om te zeggen door N.: | ||
S | Blijf van mij weg, lippen van achterbaksheid. Ik ben Chnoem, heer van Peshnu, die de woorden van de goden naar Ra brengt; ik meld het bericht aan zijn Heer. |
BM 10471.14
BM 10471.
Bezweringen 36 en 37.
Links (Bezwering 36), Nakht spietst een varken en een slang die hem kwaad wil doen.
Rechts (Bezwering 37), weert hij met een mes de zangeres-slangen af.
P | 1 | Bezwering voor het verdrijven van twee Zingende-slangen. | |
---|---|---|---|
2 | Om te zeggen door N.: | ||
S | Heil aan u, (gij) twee kameraden, zusters, Zangeressen. Ik heb jullie gescheiden, door mijn magie. Ik ben het, die schijnt in de nacht bark, ik ben Horus, de zoon van Isis. Ik ben gekomen om mijn Vader Osiris te zien. |
BM 10086.6
BM 10086.
Bezweringen 37 en 38A.
Rechts detail.
Het detail aan de bovenkant toont Ta-Amen-iw met twee speren een kronkelende slang afwerend, die de twee ‘Zangeres-slangen’ voorstellen (Bezwering 37).
In het detail aan de onderzijde (Bezwering 38A) houdt zij een ltus vast en hijst ze een zeil voor Osiris, die op de troon zit achter een offertafel, bedekt met een lotus, garanderend dat zij zal leven door lucht in de Andere Wereld.
P | 1 | Bezwering voor het leven op lucht in het domein van god. | |
---|---|---|---|
2 | Om te zeggen door N.: | ||
S | 1 | Ik ben Ruty, meer eerstgeborene dan Atoem van Khemmis. (Gij) Die in Zijn Paviljoenen is, leid mij,; (Gij) Die in Zijn Kuilen is, maak plaats voor mij. | |
2 | (Gij) die de wateren op de route van de bark van Atoem doorkruist, ik sta op het ┌dek┐ van de bark van Ra. Ik reciteren zijn woorden aan het gewone volk, ik herhaal zijn woorden aan de Narrow-throated One (Die met een Kleine keel). Mijn Vader{s} oordeelt in mijn voordeel bij avondstond. Ik open mijn mond dat ik moge eten van het leven. Ik leef op lucht, ik leef opnieuw na de dood, zoals Ra elke dag. |
BM 10471.8
BM 10471
Bezwering 38A
Nakht zit op een stoel met leeuwenpoten,
een zeil vasthoudend die het hem mogelijk
zal maken om te leven van de lucht in de Andere Wereld.
P | 1 | Bezwering voor het leven op lucht in het domein van god. | |
---|---|---|---|
2 | Om te zeggen door N.: | ||
S | 1 | Ik ben Atoem. Ik heb opgestegen uit de Diepte naar (de hal van) de hemel, ik heb mijn zetel van het westen ingenomen. Mijn opdrachten worden uitgegeven aan de gezegende waarvan de zetels zijn verborgen, meer gezegend met het vermogen dan Ruty. | |
2 | Acclamatie is naar mij gedaan in bark van Chepri. Ik eet daar, ik domineer daar, ik leef daar op lucht. Ik begeleid de bark van Ra. Hij opent voor mij de mond van de aarde, hij opent voor mij de poorten van Geb. | ||
3 | Ik heb hen gegrepen, die zich in ┌de valstrikken┐ van de Oudste bevinden, Ik heb hen geleid die in hun heiligdommen zijn. Horus verbroedert met Seth, en de Ouderlingen bemiddelen voor mij in mijn naam. Ik ga er in en eruit zonder stikken, ik ga aan boord van de bark van de heer van de waarheid. Ik heb eerbied voor hen die zich in de dag bark naast Ra zijn als hij schijnt in de horizon. Ik leef na mijn dood, zoals Ra elke dag. Ik word sterker dan Ruty. (Ik) vaardig opdrachten uit bij avondstond aan Ra's (twee ploegen), (ik) vaardig geschreven commando's uit aan deze winden, krachtiger dan Ruty. Ik leef na mijn dood, zoals Ra elke dag. |
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie).
Vignette van Ba2 (19de dynastie) toont N. een kever spietsend;
maar in Le3 (19de/20ste dynastie) wordt N., een staf en mes vasthoudend,
geconfronteerd met een grote kakkerlak op een standaard.
Ea1 bevat de Bezweringen 36 en 37 in die volgorde.
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie).
Vignette van Cc4 (18de dynastie) toont twee rechtop staande cobras,
rug aan rug op een “gouden” teken.
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie).
Vignette van Ap5 (19de dynastie of later) toont N. met een mes
en een zeil (symbool voor lucht of adem) vasthoudend,
over drie golvende slangen.
Naville noemt die Bezwering 38B.
Gebaseerd op Ca6 (18de dynastie).
Vignette van Pj7 (18de dynastie), toont een zittende N.,
een zeil vasthoudend en zijn vrouw staat naast hem.
Symbool | Datum en beschrijving: | Zie: | |
---|---|---|---|
1 | Ea | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nu uit Thebe, BM 10477 | Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri |
2 | Ba | 19de dynastie, hiërogliefen papyrus van Nḫt-ꜥImn uit Thebe(?), Berlijn pap. 3002 | Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
3 | Le | 19de/20ste dynastie hiërogliefen papyrus van Pakerer uit Memphis, Leiden T 4. | Edouard Naville |
4 | Cc | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van ꜥImn-ḥtp gekocht in Thebe, Caïro (Pap. Boulak 21) | A. Mariette, Les papyrus egyptiens du Muse de Boulaq ... III (1876) Pls. 6-8, 4-5, 1-3, 9-11 ;* Nav. |
5 | Ap | 19de dynastie (of later), hiërogliefen papyrus van Khary Wesay uit Memphis(?). BM 9949 | Nav. |
6 | Ca | 18de dynastie hiërogliefen en hiëratisch papyrus van Ms-m-nṯr uit Thebe in het Louvre maar behorend tot het Caïro Museum. | Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
7 | Pj | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van ḪꜤ uit Thebe, (TT 8), Paris, Bibliotheque nationale | Nav. |
Bron: Rijksmuseum voor Oudheden Leiden. (waarvoor dank)
A: Wijze van inramen: papyrus op wit papier, geplakt op karton achter glas
B: Indeling –
3. Aantal kolommen: 22 kol. = ca. 30,5 x 43 cm –
4. Schrift: cursieve hiërogliefen, retrograde –
5. Kleur inkt: zwart, rubra in kolom 1, 11 en 18,
beschadiging in 9, 11-13, 15, 18, 19-20 en 22 –
6. Leesrichting: van links naar rechts, retrograde –
7. Aantal vignetten: drie naast elkaar boven,
gescheiden door dunne dubbele lijnen (bij elkaar ca. 12,5 x 43 cm) –
8. Kleur: zie beneden
C: Beschrijving
Vignet 1: Pakerer met blote voeten en kaal hoofd, gekleed ineen lang geplisseerd schort en met bloot bovenlijf verslaat een slang die een ezel in zijn nek bijt door met een lange speer in de kop te steken.
Er is veel beweging in het spel omdat hij op zijn tenen staat en zijn rechter arm is geheven om toe te stoten.
Zijn huidskleur is roodbruin met een zwarte omtrek, het schort is wit met rode omtrek.
De slang is mooi gedetailleerd voorgesteld, de rug is met zwarte punten gestipt, het lijf in vier naar achter kleiner wordende windingen voorgesteld.
De buik van de slang is rood.
De ezel eronder lijkt te vallen, zijn voorpoten zijn gebogen.
Zijn grijze lijf is geheel met een zwarte omtrek voorzien.
Vignet DB 40.
Vignet 2:
Gedeeld van het eerste vignet door twee verticale dunne rode lijnen volgt vignet twee.
Pakerer draagt hier een lang wit geplisseerd gewaad en een zwarte lange pruik.
In zijn linker hand draagt een lange staf en in zijn rechter hand een mes.
Hij staat voor een soort kakkerlak die op een serech (paleisfaçade) zit.
De kakkerlak is geheel zwart, heeft een puntneus, vier poten en twee lange sprieten.
De paleisfaçade heeft een zwarte omtrek en rode details.
Variant van vignet van DB 36.
Vignet 3:
Pakerer is voorgesteld in dezelfde kleren als in vignet twee, maar met de rechter arm uitgestrekt en in de linker een mes.
Begin van vignet DB 31.