Boek der Doden – Bezwering 64
17658
page-template,page-template-full_width,page-template-full_width-php,page,page-id-17658,bridge-core-2.6.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-24.6,qode-theme-bridge,transparent_content,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.5.0,vc_responsive
 

Boek der Doden

 

 

Bezwering 641

P1Bezwering voor het naar buiten gaan bij dag ( uit het domein van god).
2Om te zeggen door N.:
S1De mijne zijn gisteren en ┌elke┐ morgen, (want ik heb) de leiding over (zijn) opeenvolgende geboorten. (Ik ben) de Geheime van de Zielen, die de goden maakt en die offert aan de Goden van de Andere Wereld (en aan) de westelijke kant van de hemel, de oostelijke sturende roeier, Degene met Twee-Gezichten wiens stralen zijn gezien, wolken-heer die gaat tijdens de schemering, (wiens manifestaties behoren tot het huis van de dood).
2O gij twee valken van hem, die de leiding hebben van hun tribunalen, die zaken horen die mondeling worden gepresenteerd, die de doden naar hun crypte begeleiden, die (er na) slepen, Re volgend in zijn zetel die zich boven de stad boven de hemel bevindt, de eigenaar van het heiligdom dat staat als verdediging van de aarde, ik ben hem en vice versa. Glazuur is gesmolten (voor) Ptah op zijn metaal.
3(O) Re, lach, uw hart verblijdt met uw schone waarheid van deze dag. Treed binnen in ( de hemel van de Onderwereld), komt voort uit het oosten, gij die de Eerstgeborene en de Voorouders oproept. {Uw licht is op mij, ziel van drie.}²
Maak uw wegen voor mij aangenaam, maak uw paden breed voor mij, opdat ik de aarde moge oversteken op (dezelfde) manier als de hemel, uw licht op mij, ziel van drie.
Als ik de god nader, in het midden van de Onderwereld, zeg in (mijn) oren (dat) er geen zonden van mijn moeder tegen mij (gebruikt) worden.
Redt gij mij, beschermt gij mij van hem die elke avond zijn oog sluit en die iedereen in duisternis ┌hult. ┐ Ik ben de 'Overflow' (Overstroming?), mijn naam is Great Black Water (Groot Zwart Water). Mijn buitenkant omhult wat binnenin is, het geraakt vol.
4O gij Oudste zonder eiland, sommeer Zij Die in Hun ┌Zeggen moerassen┐ Zijn op het uur van het zorgen voor de god. Zeg, bid, voor de Meester van Zijn Vloed: "Ziet, het voorbeen is gebonden op de hals, de romp op het hoofd van het westen."
5Geef me hem die met u is, (gij) grootste van de twee grote (godinnen) als één geplaatst onder mijn (hoede). Ik huil bij wat ik heb gezien.
6(Als) ik zeil vanaf de kade (bij) Abydos, (O gij) bliksemstralen(?), glijdt over de poorten met jullie gezichten naar beneden.
7Uw³ armen zijn uw onderdak, uw gezicht is (die van) de hazewind wiens neus snuffelt (aan) het heiligdom. Mijn voeten bewegen mij voort, want Anubis is aangekomen (bij het gebied genaamd) Onbegrensd.
Tatenen's ┌vriendelijkheid┐ overtreft (die van) Ruty, zodat ik behouden blijf.
Ik ben iemand die is ontsnapt ┌door een kier┐ van de deur. Het licht gemaakt door zijn wil verblijft.
8Ik ken de waterige diepten (zelfs beter) dan uw naam. Gij voorziet in het onderhoud van de behoeften van de gezegenden, in totaal 4.400.000, met 1200 dingen meer, nadat hun dingen ┌zijn geleverd┐ op de (juiste) uren van de dag van het onderzoeken van de bedienden van Orion.
(Elke bediende is) 1/12 deel van de voorbijgaande (nacht) als geheel, als één van hen (plaats maakt) voor een ander.
Nu is het 1/6 deel hiervan dat presideert over het uur van het overwinnen van de rebel en de triomfantelijke terugkeer daaruit. Het zijn deze die bij de opening van de Andere Wereld zijn; het zijn deze die zijn toegewezen aan Shu.
9Ik ben omhoog gegaan als de heer van het leven door de kostelijke waarheden van deze dag: koud bloed, verse wonden en begraven in de aarde.
10Ik heb de twee horens gescheiden, die tegen mij.(verenigd waren) met de hebzuchtige krokodil. (Gij) mysterieuze van vormen, schuif me niet aan de kant, (gij slangen) die (kruipen) op hun buiken, (want) ik ben gekomen op verordening van de Heer van Terreur om Osiris te begroeten. Maak het oog niet om de tranen op te slokken.
11Ik ben de (Offerande-)Brenger van het huis van ┌de Rijkelijk Voorziene┐. Ik ben gekomen vanuit Letopolis naar Heliopolis om de feniks te vertellen over de Andere Wereld.
12O Mysterieus Stil Land dat met zijn partner is, mijn vorm creërend als Khepri, laat me opstijgen als de Schijf op de zonneschijn die ik apart zet in het westen van de hemel, dat zonlicht moge schijnen in de kerker en dat ik zal opstijgen als iemand bevrijd van de monding van de grot.
Mag ik de hemel doorkruisen en trappen op het (waterige) firmament, mag ik de helderheid omhoog houden als het licht van zijn oog en stijgen naar de stralen van Zonlicht.
Mijn vorm is (die van) Re (meer) dan (die van) gewoon volk. Hij stampt op de staarten van hen die wonen in de aarde.
13O ┌doorzetter, doorzetter┐, die de schaduwen van de gezegenden (van de aarde) verdrijft, geef me een goede weg naar de poort van de Andere Wereld, (want ik) handel ik opdracht van hem die daarginds is, uitgeput, zodat hij die vol etter is zichzelf opnieuw mag samenstellen.
15Wie, mag ik vragen is de bijter in het verborgen rijk? Ik ben de leider over Rosetau, die in zijn naam binnen trad en voortkwam als de Zoeker, heer van de miljoenen van de aarde, die zijn (eigen) naam maakte. De zwangere zet haar lasten van zich af, Hiyet is bevallen voor hem die wandelt met zijn hoofd naar beneden. Verzegeld was de deur door de muur, vernietigd door uw hand, die ik voor u hersteld heb.
16Aan Horus is zijn oog gegeven, dat zijn gezicht helder mag worden bij dageraad. Ik heb niet overgegeven. Ik wordt een leeuw; Shu's goederen zijn bij me, ik ben nefriet.
Hoe goed het is om de ligplaats te zien van de "Weary-hearted One" wanneer hij neerstrijkt op ┌de stroom vol riet┐. Aanschouw de opstijging; ik ben de Heer van het Leven.
17(O) Osiris, ziet, uw bezittingen zijn op de grond. Ik heb de plataan omhelst en de plataan heeft mij beschut. De 2 Sḫ-slangen openen voor mij de onderwereld. Ik ben gekomen, ik (heb) het Gezonde Oog omhelst.
18(Mijn ziel), waar als ik vragen mag, zijt gij op de dag van de maansverduistering, terwijl het lijk stil is? Ik ben gekomen om Hem te zien samen met Degene die Gekronkeld is, persoonlijk en oog in oog. De wind neemt toe bij zijn opgang en apathie staart me in het gezicht.
19Tulband-dragers, geef me jullie hand, gij die zijn geboren door voort te komen uit de mond, wiens zonsopkomsten (die zijn) van het oog van Re, opdat ik mag staan. Breng mij in mijn normale staat, breng mij in mijn normale staat, laat me stijgen naar de hemel en de aarde verlichten.
Moge mijn oog ginds lopen op mijn hielen, (want) ik ben een kind wiens vorm haar (d.w.z. het oog van de) Heer bevrijdt. (O) Aarde-Goden, verlos mij op mijn (juiste) tijd, want ik ben iemand die de vechter verborgen heeft, (zodat) vreugde wordt verbannen.
Volg mij. Mijn magie is dat wat mijn vlees stevig (maakt), mijn bezweringen zijn de magische bescherming van mijn trillende ledematen. Hij (d.w.z. Re?) is afhankelijk van (mijn) advies en de Enneade vertrouwt op wat ik zeg.
T2En nu voor iemand die deze bezwering kent, het betekent dat hij van alle blaam is gezuiverd op aarde en in Gods domein en alles doet wat de levenden doen.
Inderdaad het is de buitengewone bescherming van de God.
3Deze bezwering is gevonden in Hermopolis op een steen van het erts van Boven-Egypte, gegraveerd in echt lapis lazuli, onder de voeten van deze God ten tijde van de grootsheid van de koning van Boven- en Neder-Egypte, Menkaure †, door de zoon van de koning Hardedef †, die het gevonden heeft toen hij op het punt stond om de tempels te gaan inspecteren, ┌een (militaire) macht┐ was op dat moment bij hem. Hij verkreeg het door een smeekbede en bracht het als een wonder naar de koning toen hij zag dat het een groot geheim was, onzichtbaar en niet waargenomen.
4Iemand zal deze bezwering reciteren (alleen wanneer hij) oprecht en brandschoon (is), zonder geiten of vis te eten of in de buurt van vrouwen te komen.
5Ziedaar, maak een scarabee van nefriet, ingezet en versierd met goud en geplaatst in een mans hart en voer voor hem uit de (ceremonie van) het openen van de mond, het (d.w.z. de scarabee) wordt gezalfd met mirre.
6Om erover te zeggen als een toverspreuk:⁴

Onder: BM 10477.13, Bezwering 64

Bezwering 64 variant5

P1Bezwering om de bezweringen te kennen voor het naar buiten gaan (bij dag) in een enkele bezwering.
2Om te zeggen door N.:
S1De mijne zijn gisteren en ┌elke┐ volgende dag, (want ik heb) de leiding voor zijn opeenvolgende geboorten. (Ik ben) de Verborgen Ziel die de goden schept en offers geeft aan Hen van het Verborgen Rijk (en aan) de westkant van de hemel, de oostelijke stuurman, de ene mee twee-gezichten wiens stralen zijn gezien, wolken-heer die tevoorschijn komt bij schemering.
2O gij twee valken van hem, die de leiding hebben over hun tribunalen, die ┌mondeling gepresenteerde┐ zaken horen,
4het voorbeen is vastgebonden op de nek, de romp op de kop van het westen.
5Geef mij hem die met u is, (gij) vooraanstaandste van de twee prominente (godinnen) als één geplaatst onder mijn (hoede). Ik ween bij wat ik heb gezien.
8Ik ken de diepten (zelfs beter) dan uw naam. Gij zorgt voor de behoeften van de gezegenden, in totaal 4.400.000, met inbegrip van 1200 meer van 22 el in hoogte als de (dagen) als geheel passeren als één van (hen) een (plaats) geeft aan een ander.
Nu is het 1/6 dat presideert over de Andere Wereld tijdens het uur van het overwinnen van de rebel en de triomfantelijke terugkeer daarvan. Het zijn deze die bij de opening van de Andere Wereld zijn.
9(Er zijn) zeven stappen in zijn opstijging. Mijn bescherming bestaat uit de magische bescherming van (zijn) bezweringen, koud bloed en verse wonden.
10Ik scheidde de twee horens toen ik ┌mee ging doen aan (de strijd)┐tegen de gulzige krokodil. (Gij) mysterieuze van vormen, zet me niet aan de kant, (gij slangen) die (kruipen) op hun buiken. Laat het oog niet zijn tranen opnemen, (O) Zwijgzame.
14O Zwijgzame, open voor mij de toegang, geef mij een goede weg, die ik mag passeren.
15Wie alstublieft, is de bijter in het verborgen rijk? Ik ben de leider over Rosetau, die in zijn naam binnentrad en voortkwam als de zoeker, heer van de miljoenen der aarde, die zijn (eigen) naam maakte. De zwangere zet haar lasten van zich af, (want) gesloten is (de deur) door de omgevallen muur. Er is ḏꜢrt-fruit gevallen op de rug van de feniks en op de twee metgezellen (d.w.z. Isis en Nephthys).
16Aan Horus is zijn oog gegeven, dat zijn gezicht helder mag worden bij dageraad. (Zijn naam is mijn naam.) Ik heb niet overgegeven. Ik word een leeuw, Shu's goederen zijn bij me, ik ben nefriet.
Hoe het is (om) de ligplaats (te zien) van de "Weary-hearted One", wanneer hij neerstrijkt op ┌de stroom vol riet┐.
Aanschouw de opstijging; ik ben de Heer van het Leven. Dit zijn mijn opkomsten; ik ga voort van uit de ingang van de Hoofdpoort.
17(O) Osiris uw (bescherming) is over de behoeftigen.. Ik heb de plataan omhelst en de plataan heeft mij beschut. De 2 sḫ-slangen openen voor mij de onderwereld. (Ik ben gekomen, ik heb het Gezonde Oog omhelst.)
18(Waar als ik vragen mag, zijt gij op de dag van de maansverduistering, terwijl het lijk stil is?)
Ik ben gekomen om Hem te zien samen met Degene die Gekronkeld is, persoonlijk en oog in oog. De wind neemt toe bij zijn opgang en apathie staart me in het gezicht.
20(O) leeuw, kind dat in Wetnet is, gij zijt in mij en ik ben in u. Uw manifestatie is mijn manifestatie. Ik ben de Overstroming; mijn naam is Groot Zwart Water.
Mijn manifestatie is de manifestatie van Khepri, de kruiden van Atoem. ┌(O) Atoem,┐ ik ben binnengetreden als een onwetende, ik ben voortgekomen als een ingewijde. (Ik ben N.;) Ik zal voor altijd in mijn menselijke vorm gezien worden.
T1Deze (Bezwering verzekerd) het naar buiten gaan bij dag, een man niet uit de buurt houden van Andere Wereld-weg tijdens het in en uitgaan, er van uitgaand in elke vorm men ook wenst en iemands ziel niet opnieuw (laten) sterven.
2En nu voor iemand die deze bezwering kent, het betekent dat hij van alle blaam is gezuiverd op aarde en in Gods domein en alles doet wat de levenden doen.
Inderdaad het is de buitengewone bescherming van de God.
3Deze Bezwering is gevonden in de funderingsmuur van hem die in de Ḥnw-bark is, door de voorman van de bouwers van de muur, in de tijd van de koning van Neder- en Boven-Egypte, ┌Khasty┐†. Het zijn geheime richtingen, (die) onzichtbaar en niet waar te nemen (zijn).
4Iemand zal deze bezwering reciteren (alleen wanneer hij) oprecht en brandschoon (is), zonder geiten of vis te eten of in de buurt van vrouwen te komen.

Voetnoten.

1

Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie) met verliezen en omissies,
hersteld m.b.v. voornamelijk Ce2 en Aa3 (beiden 18de dynastie).
Voor § S 14 en § T 1 zie Bezwering 64 variant.
Vignette van Ce2 toont N. staand voor een tombe na tevoorschijn te zijn gekomen door zijn deuropening.

2

Misplaatst, zie de herhaling er onder.

3

“Uw” is mannelijk in § S 7 en vrouwelijk in § S 8,
maar in de variant versie volgt § S 8 doorgaans § S 5,
met het vrouwelijke in beiden gebruikt dat hen verbindt met elkaar.

4

Bezwering 30B volgt.

5

Ook gebaseerd op Ea1 (18de dynastie) echter zonder vignette.
Net als Ea1, zijn Ce2 en Aa3 ook voorzien van beide versies van Bezwering 64.

Oude Egyptische aangehaalde documenten.

 

SymboolDatum en beschrijving:Zie:
1Ea18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nu uit Thebe, BM 10477Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri
2Ce18de dynastie hiërogliefen papyrus van Ywiw uit Thebe (TB 46), Cairo 51189.E. Naville, The Funeral Papyrus van Iouiya (1908)
3Aa18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nb.sny uit Memphis, BM 9900 (Pap. Burton)Bv. BM, foto's van het papyrus van Nebseni (1876), Edouard Naville.

Gebruikte afkortingen.

  • BM – British Museum
  • CT – Coffintexts, sarcofaagteksten
  • Ptol. – Ptolemaeïsche periode
  • Pers. – Perzische periode
  • OIP LXXXII – The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960.