Boek der Doden
Bezweringen
P | 1 | Bezwering om een bestuurder van het tribunaal te worden. | |
---|---|---|---|
2 | Om te zeggen door N.; | ||
S | 1 | Ik ben Atoem die de hemel heeft gemaakt en creëerde wat bestaat, die voort kwam uit de aarde, die zaad creëerde, Heer van Allen, die de goden vormde, de Grote God, de zelf gecreëerde, de Heer des Leven, die zorgde dat de Enneade floreerde. Heil aan u, gij heren van pure offers, wiens zetels geheim zijn! Heil aan u, gij heren der eeuwigheid, wiens gedaanten verborgen zijn, wiens tombes geheim zijn, wiens verblijfplaats onbekend is! heil aan u, gij goden die zich in de straling bevinden! Heil aan u, gij goden die het firmament omcirkelen! heil aan u, gij goden die in het Westen zijn! Heil aan u, Enneade die in de Lage Hemel is! |
|
2 | Ziet, ik ben naar u gekomen, puur, goddelijk, een geest bezittend, machtig, voorzien van een ziel; Ik heb een beker met wierook en natron gebracht voor u, opdat ik daarmee speeksel voor uw monden kan verwijderen, ik ben gekomen zodat ik de onheil aanwezig in uw harten kan verwijderen, ik heb het kwaad wat in uw was verwijderd. Ik dat wat goed is naar u gebracht, ik heb dat opgeheven voor u wat waar is, want ik ken u, ik ken uw namen, ik ken uw verschijningen die onbekend waren. | ||
3 | Ik ben tot leven gekomen tussen jullie, ik verschijn in glorie als die god die mensen eet en leeft op goden, ik ben machtig tussen jullie als die god die is omhoog gehesen op zijn standaard, naar wie de goden in vreugde komen, voor wie de godinnen jubelen als ze hem zien. | ||
4 | Ik ben naar u gekomen, verschenen als de zoon van jullie allen; ik zit in mijn zetel welke in de horizon is, ik ontvang offers op mijn altaar, ik drink wijn in de avond. Zij die in vreugde zijn komen bij me, verering is aan mij gegeven door hen die in de horizon zijn, in deze mijn rang van de Heer van Allen. Ik ben opgetogen als deze nobele god die in het Grote Verblijf is; de goden jubelen als ze hem zien, tussen hen die vreugdevol voortgaan op het lichaam van de Lage Hemel, wanneer zijn moeder Nut hem gebaard heeft. |
BM 10470.24
Bezwering 79: BM 10470-24.
Onder detail:
Ani en zijn vrouw Tutu staan in aanbidding voor drie goden, die gehurkt zitten op een tombe-achtige sokkel en de heilige tribunaal voorstellen.
P | 1 | Transformaties makend tot een god en licht en duisternis gevend. | |
---|---|---|---|
2 | Om te zeggen door N.; | ||
S | 1 | Ik ben hij die de witte en heldere mantel met franjes van Nun heeft aangetrokken, die op zijn borst is, welke licht geeft in de duisternis, die de twee gezelschappen godinnen verenigt, die zich in mijn lichaam bevinden d.m.v. de geweldige toverkunst die zijn op mijn mond bevindt. Mijn gevallen vijand, die bij mij was in de vallei van Abydos zijn niet opstaan en ik ben content. De herinnering aan hem is van mij, ik heb autoriteit gepakt in mijn stad, want ik heb hem er in gevonden, ik heb duisternis gebracht m.b.v. mijn macht, | |
2 | ik heb het Oog gered van zijn niet-bestaan voor het festival van de vijftiende dag was begonnen, ik heb Seth gescheiden van de huizen van de Bovengenoemde om het feit dat de Oudere bij hem was, Ik heb Thoth uitgerust in het Verblijf van de Maan voordat het festival van de vijftiende dag was begonnen, ik heb de Wereret-kroon in bezit genomen en recht is in mijn lichaam, net zoals het turquoise en faience van zijn maandelijkse festival en mijn veld van lapis lazuli is daar op mijn rivier oever. Ik ben de Vrouw die de duisternis verlicht, ik ben gekomen om de duisternis te verlichten en het is helder. Ik heb de duisternis verlicht, ik heb de boosaardige geesten geveld, zij die in de duisternis waren hebben me vereerd, ik heb ervoor gezorgd dat de rouwklagers wiens gezichten verborgen waren zijn opgestaan, ondanks dat ze apathisch waren toen ze mij zagen. Wat jou betreft, ik ben de Vrouw van wie ik jou niet toesta om te horen. |
BM 10470.28
Bezwering 80: BM 10470-28.
Onder detail:
Een gehurkt zittende god met een zonneschijf op zijn hoofd wiens gedaante Ani hoopt aan te nemen.
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie).
Vignette van Pd2 (20ste/21ste dynastie) toont N. knielend,
in gebed voor drie gehurkt zittende godheden de Enneade symboliserend vermeldt in § S 1.
Gebaseerd op Pa3 (18de dynastie).
Wiens vignet (zie afb. hieronder) een gemummificeerde god toont gewend naar een inscriptie:
“De gedaante aannemen van een God“.
Bron:Totenbuchprojekt Bonn, TM 134306, <totenbuch.awk.nrw.de/objekt/tm134306>
18de dynastie, hiërogliefen papyrus van een onbekende man, L 3073
Symbool | Datum en beschrijving: | Zie: | |
---|---|---|---|
1 | Ea | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nu uit Thebe, BM 10477 | Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri |
2 | Pd | 20ste/21ste dynastie, hiërogliefen papyrus Swty-ms uit Thebe, Parijs nationale bibliotheek. | Bv. Edouard Naville |
3 | Pa | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van een onbekende man, L 3073 | Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
Middels onderstaande link komt u terecht bij afbeeldingen van het papyrus L 3073: