Boek der Doden
Bezweringen
BM 10470.27
Bezwering 85: BM 10470-27.
Onder detail:
Een ram, symbool voor de goddelijke ziel, staat op een lage sokkel met het hiëroglief voor het woord ‘ziel‘ ervoor.
P | 1 | Bezwering voor het transformeren in een levende ziel en het niet betreden van de plaats der executie. | |
---|---|---|---|
2 | Hij die weet dat het nooit zal vergaan. | ||
3 | Om te zeggen door N.: | ||
a | |||
S | 1 | Ik ben de ziel van Re die voortkomt uit de Diepte, die ziel van de god die autoriteit schepte. | |
2 | Verkeerd-doen is mijn bestemming en ik zal het niet zien; ik denk over rechtvaardigheid en ik leef er na; ik ben Autoriteit die nooit zal vergaan in deze mijn naam van 'Ziel'. Ik ben uit mij zelf ontstaan met de Diepte in deze mijn naam van Khepri en ik kom er dagelijks in tot leven. | ||
b | |||
S | 1 | Ik ben de Heer van het Licht; dood is mijn bestemming en ik zal de plaats der executie in de Andere Wereld niet betreden. Ik ben het die ervoor zorgde dat Osiris een geest werd en ik heb hen content gemaakt die in zijn gevolg waren. Ik wens dat zij mij vrezen en respect voor mij scheppen onder hen die in hun midden zijn, want ik ben hemelwaarts gegaan op mijn standaard, op mijn troon en op mijn toegewezen zetel. | |
2 | Ik ben Nun en degenen die verkeerd doen kunnen mij niet schaden. Ik ben de oudste van de oeroude goden, de ziel van de zielen van de eeuwige goden; mijn lichaam is onsterfelijk, mijn gedaante is eeuwig, Heer der Jaren, Heerser der Eeuwigheid. Ik ben hij die duisternis schepte en die zijn zetel maakte in de grenzen van de hemel. Ik wens om die grenzen te bereiken en ik wandel te voet, ik ga vooruit met mijn staf, ik kruis het firmament van zij die ..., ik verdrijf de verborgen slangen die zich in mijn loop bevinden richting de Heer van de Twee Regio's. | ||
3 | Ik ben de ziel der zielen van de eeuwige goden, mijn lichaam is onsterfelijk, ik ben hij die in de hemel is, Heer van Tatjebu, ik ben jong in mijn stad, ik ben jongensachtig in het veld en zodanig is mijn naam, want mijn naam zal niet vergeten worden. Ik ben de ziel die de Diepte schiep, die zijn zetel vervaardigde in het rijk der doden. Mijn nest zal niet worden gezien, mijn ei zal niet worden gebroken, ik ben mijn ziekten kwijtgeraakt, ik heb mijn vader gezien, de Heer van de Avond en wiens lichaam het is die in Heliopolis is; ik bestuur hen die zich in de duisternis bevinden op de westelijke Heuvel van de Ibis. |
Onder: BM 10477-9 (Bezwering 85)
BM 10477.10
Bezwering 86: BM 10477-10.
Onder detail:
Een zwaluw rustend op een verhoging.
BM 10470.25
Bezwering 86: BM 10470-25.
Rechts detail:
Een zwaluw rustend op een verhoging.
a | |||
---|---|---|---|
P | 1 | Bezwering voor het transformeren in een zwaluw. | |
2 | Om te zeggen door N.: | ||
S | 1 | Ik ben een zwaluw, ik ben een zwaluw, ik ben die Schorpion-godin, de dochter van Re. | |
2 | O gij goden, moge jullie smaak zoet zijn; een vlam is opgekomen uit de horizon. | ||
b | |||
S | 1 | O gij die in de stad zijn, ik heb hem gebracht die zijn kronkels bewaakt; geef me uw handen, want ik heb de dag doorgebracht in het Eiland van Vuur, ik ben gegaan met een boodschap en ik ben teruggekomen met een bericht. Open voor mij; dan zal ik vertellen wat ik heb gezien. Horus voert het bevel over de heilige Bark en de troon van zijn vader Osiris is aan hem gegeven, terwijl die Seth, de zoon van Nut in ketenen is geslagen om datgene wat hij heeft gedaan. Wat in Letopolis is, is mij toegewezen en ik heb eerbetoon gegeven aan Osiris. Ik ben gegaan om een inspectie te doen en ik ben teruggekeerd om te spreken; laat me passeren, zodat ik verslag kan doen van mijn boodschap. |
|
2 | Ik ben iemand die respectvol naar binnengaat en die onderscheiden naar buitengaat bij het portaal van de Heer van Allen; ik ben puur op dat grootse tombe-plateau, want ik ben mijn kwaad kwijt geraakt, ik heb mijn wandaad afgegooid, ik de ziekten uit mijn lichaam op de grond gegooid. O gij bewakers van de poort, maak ruimte voor mij, want ik ben iemand zoals jullie. Ik ga uit de dag in, ik wandel op mijn voeten, ik heb macht in mijn schreden. O Gij van de zonneschijn, ik ken de geheime wegen van de portalen van het Veld der Biezen. Ziet, ik ben gekomen, mijn vijanden verslagen op de grond en mijn lijk is begraven. |
||
T | Wat betreft hij die deze bezwering kent, hij kan (opnieuw) komen nadat hij naar buiten is gegaan bij dag (in elke gewenste gedaante uit het Veld der Biezen). | ||
T | var. | 1 | Wat betreft hij die deze bezwering kent, hij zal naar buiten gaan bij dag en hij zal niet worden tegen gehouden bij geen enkel portaal in het rijk der doden en hij zal de gedaante aannemen van een zwaluw. |
2 | Een geval miljoenen keren waar. | ||
T | var. | Wat betreft hij die deze bezwering kent, hij kan (opnieuw) komen nadat hij naar buiten is gegaan uit het westen. (Maar) voor iemand die deze bezwering niet kent, hij zal niet (opnieuw) kunnen komen, komen nadat hij naar buiten is gegaan uit het westen, niet wetende (hoe) naar buiten te gaan bij dag. |
Gebaseerd op Ce1 (18de dynastie).
Vignette van Pa2 (18de dynastie) toont de ziel als een vogel met een menselijk hoofd en armen,
met de handen in adoratie geheven.
In Pc3 (18de dynastie) hangt de ziel-vogel boven een gekrompen lijk. (zie afb. hieronder)
Gebaseerd op Ce1 (18de dynastie), correcties komen voornamelijk uit CT.
Toevoeging aan het eind van § T komt uit Ce1 (18de dynastie).
De eerste variant van § T komt uit Ea4 (18de dynastie), de tweede uit Pa2 (18de dynastie).
Vignet van Ce1 toont een zwaluw rustend op een verhoging.
18de dynastie hiërogliefen papyrus
van ṮnnꜢ L3074
Symbool | Datum en beschrijving: | Zie: | |
---|---|---|---|
1 | Ce | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van Ywiw uit Thebe (TB 46), Cairo 51189. | E. Naville, The Funeral Papyrus van Iouiya (1908) |
2 | Pa | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van een onbekende man, L 3073 | Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
3 | Pc | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van ṮnnꜢ L3074 | Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
4 | Ea | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nu uit Thebe, BM 10477 | Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri |
Middels onderstaande link komt u terecht bij afbeeldingen van het papyrus L 3073: