Boek der Doden
Bezweringen
P | 1 | Bezwering om bij Thoth te zijn en voor het zorgen dat een man een ziel wordt in het rijk der doden. | |
---|---|---|---|
2 | Om te zeggen door N.: | ||
S | Ik ben hij die verblijft in zijn oog, ik ben gekomen opdat ik Maat mag geven aan Re. ik heb Seth gunstig gestemd met de lichaamsvloeistoffen van Aker en het bloed dat zich in het ruggengraatskoord van Geb bevindt. |
BM 9900-8 (Bezweringen 96 en 97)
S | 1 | O Nacht-bark, O Staf van Anubis, ik heb die vier geesten die zich in het gevolg van de Heer der offers bevinden gunstig gestemd, ik ben een eigenaar van velden d.m.v. hun bevel. Ik ben de vader van Bah die dorst verdrijft en die de waterwegen bewaakt. |
|
---|---|---|---|
2 | Zie mij, jullie grote, eerbiedwaardige en machtige goden die aan het hoofd staan van de Zielen van Heliopolis; ik ben verheven boven jullie hoofden en ik ben een krachtige onder jullie. Ziet, ik ben iemand wiens machtige, eerbiedwaardige en grote ziel wordt gerespecteerd; ik zal niet toegeven aan deze vijandelijkheid, die uit jullie monden is voortgekomen en kwaad zal niet over mij heen komen; |
||
3 | Want ik ben puur in het Eiland van Verzoening .... in het goddelijke Oog onder de boom van de godin van de hemel, die de rechtvaardigen opfrist, de heren die eertijds waren. Geraakt naderbij snel, jullie die gerechtvaardigd zijn! Ik was de meest oprechte en nauwkeurige persoon op aarde, ik was een vertaler van redevoeringen, de scepter van de Enige Heer, Re de Grote God die leeft bij waarheid; verwond me niet ..... |
P | 1 | Bezwering voor het brengen van de veerboot in de hemel. | |
---|---|---|---|
2 | Om te zeggen door N.: | ||
S | 1 | Heil aan u, gij plateau die zich in de hemel bevindt ten noorden van de Grote Waterweg, diegene die dit ziet zal niet sterven. Ik sta nabij u, ik verschijn als een god, ik heb u gezien en ik zal niet sterven. Ik sta nabij u, ik verschijn als een god, ik kakel als een gans, ik vlieg omhoog van daaruit als een valk op de takken. |
|
2 | O dauw van de Grote, ik doorkruis de aarde richting de hemel, ik sta op als Shu, ik zorg dat de zonneschijn floreert op de zijden van de ladder die is gemaakt om omhoog te klimmen naar de Onvermoeibare Sterren, ver weg van onthoofding. Breng hen naar mij die onheil afweren, wanneer ik u gepasseerd ben bij de polaire regio van Tepen. 'Waar ben jij vandaan gekomen?' 'O Tepen, ik ben gekomen van het Brandende Meer in het Veld van Vuur.' 'Waar heb je van geleefd in het Brandende Meer in het Veld van Vuur?' 'Ik leefde van die nobele boom van Ikaa die deze boten van het Opgedroogde Meer bracht voor mij. De waterkan was op ... dat ik mag staan in de Heilige Bark en de wateren loods; dat ik mag staan in de heilige Bark en de god mag loodsen; dat ik op mag staan, waarbij mijn staf een scepter is.' 'Ga aan boord en zeil.' De poorten zijn voor mij geopend in Letopolis, de aarde is voor mij opengespleten in Wenu en de scepters zijn aan mij gegeven uit respect voor mijn erfgoed. |
Onder BM 10477-9 (Bezwering 98)
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie).
Als getoond bij Aa2 en Ai3 (beiden 18de dynastie) vormden deze slechts één bezwering,
maar later in de 18de dynastie werden het er twee.
Vignet van Aa2 toont Thoth met Ibis-kop, een scepter vasthoudend, N. staat naast hem.
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie).
Vignet van Cg4 (21ste dynastie) toont N. peddelend in een bark.
Symbool | Datum en beschrijving: | Zie: | |
---|---|---|---|
1 | Ea | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nu uit Thebe, BM 10477 | Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri |
2 | Aa | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nebseny uit Memphis, BM 9900 (Pap. Burton) | Bv. BM, foto's van het papyrus van Nebseny (1876), Edouard Naville. |
3 | Ai | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van Ahmes Liverpool Pap. Mayer C-G en K + BM 9933 | C. W. Goodwin in ZAAS XI (1873) 15-16; Nav. |
4 | Cg | 21ste dynastie hiëratisch papyrus van GꜢt-Zšn uit Thebe, Caïro | ibib. II (1914) |