Piramideteksten van Unas
Respons op het offerritueel.
(Grafkamer, oostelijke gevelpunt.)
Respons op het offerritueel.
(Grafkamer, oostelijke gevelpunt.)
Klik op het Oog van Horus om een afbeelding te zien van de hiërogliefen,
die bij de desbetreffende bezwering horen.
De schoffelaars verbouwden opgewekt, zij die de borst (van de aarde) kauwen zijn vrolijk geworden toen zij Horus ’s heldere oog, die in Heliopolis is hebben opgeslokt.
Unas ’s pink, graaft dit wat in Osiris ’s navel zit20 uit en Unas zal geen dorst hebben, Unas zal gen honger hebben: het zal niet tegen het hart van Unas zijn.
Ha’s armen zijn dat wat de honger afweert: hij is overspoeld (d.w.z. verzadigd), hij is overspoeld geworden, harten.
Recitatie
O gij die de leiding heeft over de productie van brood en bier, die verbonden zijn met overvloed, wijs Unas aan voor Fetekte, de schenker van de Zon, (want) de Zon zelf wees hem (d.w.z. Unas) aan voor hem (d.w.z. Fetekte).
Moge de Zon hem (d.w.z. Unas) aanstellen bij degene die de leiding heeft over de bevoorrading voor dit jaar, dat hij gerst moge pakken en hem bier geeft, dat hij emerkoren moge pakken en hem brood geeft.
Want voor Unas, zijn vader is degene die gerst en bier gaf, de Zon is degene die emerkoren en brood gaf.
Want hij is de grote stier die de oostelijke horizon (Kenzet) van de hemel bezoekt.
Want Unas is degene bevestigd aan de vijf porties voedsel in het omheinde stuk land — drie porties zijn (ten laste) van de hemel en (gevorderd) van de Zon: twee porties zijn (ten laste) van het land en (gevorderd) van de tweevoudige Enneade.
Hij behoort bij degene die was losgelaten: hij is degenen die was losgelaten.
Hij behoort bij degene die is gezien: hij is degene die is gezien.
Oh, Zon! Het is vandaag beter voor hem dan gisteren, want Unas heeft gepaard met vocht, Unas heeft de overvlod gekust, Unas is samengegaan met vruchtbaarheid.
Unas heeft gepaard met de jonge meid uit zijn zorg21 toen graan en vloeistof afwezig waren en de jonge meid uit de zorg van Unas is degene die brood zal geven aan Unas en het vandaag beter voor hem zal maken.
Afbeelding van de piramideteksten in de sarcofaagkamer van Unas, oostelijke gevelpunt.
Recitatie.
Ontwaak, Deler! Ga hemelwaarts, Thoth! Ontwaak, slapers! Wordt wakker, jullie in Kenzet! — voor de Geweldige Reiger die komt van de Nijloverstroming, Paden-Deler (Paths-Parter) die komt van de tamarisk.
De mond van Unas is schoon, de tweevoudige Enneade heeft Unas met natron gereinigd en de tong in zijn mond is schoon.
Unas gruwel zijn uitwerpselen, Unas is op zijn hoede voor urine. Unas walgt van zijn gruwel, Unas gruwelen zijn deze twee: hij eet de gruwel van deze twee niet, net zoals Seth op zijn hoede is voor het sterven. Oh (jpw), twee kameraden, die de hemel doorkruisen.
Zon en Thoth (d.w.z. de Maan), neem Unas met jullie mee! Dat hij moge eten van wat jullie eten, dat hij moge drinken waarvan jullie drinken, dat hij moge leven van waar jullie van leven, dat hij moge zitten waar jullie zitten, dat hij krachtig moge worden waarvan jullie krachtig zijn geworden, dat hij moge zeilen in dat waarin jullie zeilen.
De (eet)-kraam van Unas is gevlochten van riet; de overvloed van Unas is in het Moeras van de Voeding; zijn feest is bij u goden; het water van Unas is wijn, net zoals de Zon.
Unas zal rondvaren in de hemel net zoals de Zon, Unas zal de hemel doorkoersen net zoals Thoth.
Recitatie.
Honger is Unas ’s gruwel: hij zal het niet eten. Dorst is Unas ’s gruwel: hij zal het niet drinken.
Unas is in feite degene die brood zal geven aan hen die zijn overleden.
De Melk-godin is zijn begeleider. Zij is degene die het voor hem mogelijk maakt om te leven: zij is in feite degene die Unas baarde.
Unas werd verwekt in de nacht, Unas werd geboren in de nacht: hij behoort bij hen die zich in het spoor van de Zon bevinden, die de ochtend-god22 voorgaan.
Unas is verwekt in Nu, hij werd geboren in Nu: hij is gekomen met brood verkregen voor u van hen die hij daar vond.
Recitatie
Horus ’s oog geeft water (zijnde) op het Dnw-bos (want) de Belangrijkste der Westerlingen kwam er naar toe en pakte voorraad en voeding van Horus op de voorgrond van de kookhuizen.
Waar hij van leeft, leeft Unas van; waar hij van eet, eet hij van, wat hij drinkt, drinkt hij van.
Een bout (en) geroosterd vlees, dat is zijn rantsoen.
19
In een kopie uit het Middenrijk, is de eerste bezwering van deze serie getiteld “Bezwering voor het gaaf maken van de offertafel”.
20
De kracht van het groeien, belichaamd in Osiris.
21
Deze metafoor verwijst waarschijnlijk naar vocht en droogte, beide vrouwelijke zelfstandige naamwoorden.
22
D.w.z. de sterren, die tevoorschijn komen na zonsondergang en verdwijnen bij zonsopgang.