Amenmesses
23912
page-template,page-template-full_width,page-template-full_width-php,page,page-id-23912,page-child,parent-pageid-15471,bridge-core-2.6.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-24.6,qode-theme-bridge,transparent_content,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.5.0,vc_responsive
 

Amenmesses

1200 – 1196

Amenmesses-Heqawaset (Egyptisch: “Geboren uit Amon, heer van Thebe“) was de vijfde farao uit de 19e dynastie (13e eeuw v. Chr.) van het Oude Egypte.
Waarschijnlijk was het de zoon van Merenptah en koningin Takhat, Amenmesses’ vrouw was vermoedelijk Baktwerel.
Amenmesses roept in de egyptologie een hoop vragen op, daar er zeer weinig over hem met zekerheid te vertellen is.
Sommige wetenschappers beweren dat het de zoon was van Ramses II, anderen zijn van mening dat de man überhaupt geen farao was, maar slechts een grootvizier.
In het geval dat hij wel farao was, heeft hij slechts drie of vier jaar geregeerd.
Amenmesses droeg de troonnaam Men-mi-re Setep-en-re, wat “Onsterfelijk als Ra, gekozen door Ra” betekent.
Officieel had Amenmesses waarschijnlijk geen enkele recht op de troon.
Onderzoekers als Kenneth Kitchen gaan ervan uit dat de man gebruik heeft gemaakt van de zwaktes van zijn oudere broer, Seti II (de volgende in de lijn van farao’s) en zich als farao heeft opgediend op een moment dat Seti II in Azië was.
Rolf Krauss en Aidan Dodson beweren dat Amenmesses slechts een gedeelte van Egypte in zijn macht had en Seti II de leider van de rest van het land was.
Alleen Thebe en Opper- Egypte zouden aan Amenmesses toebehoord hebben.
Volgens diezelfde theorie was Amenmesses ooit een Kush met de naam Messuwy.
Het bewijs dat hiervoor wordt geleverd is onder andere dat Amenmesses niet in de voor hem gebouwde graftombe, graf KV10 lag en dat er in Messuwy’s graftombe te Nubië beelden van Merenptah zijn gevonden.
Graf KV10 is de afgelopen decennia door diverse belangrijke egyptologen onderzocht.
In de graftombe lag niet de mummie van Amenmesses, maar die van Thakat en Baktwerel), ook de decoraties van Amenmesses waren verdwenen.
Het verhaal gaat dat er een grote ruzie heerste tussen Seti II en Amenmesses en dat Seti II na de dood van zijn broer heeft geprobeerd zijn hele geschiedenis uit te wissen, onder andere door zijn lichaam te vernietigen.
Op diverse stèles van Amenmesses die zijn gevonden, is zijn naam veranderd in die van Seti II.

Geboortenaam: imn-msi-sw (HqA-wAst) Amenmesisu Heka Waset
(Geboren uit Amon, heer van Thebe)

Troonnaam:  mn-mi-ra (stp.n-ra mri-imn) Menmire Setepenre Setepenamun
(Onsterfelijk als Ra, gekozen door Ra)

Vallei der koningen – KV10 graftombe van Amenmesses – 19e dynastie.

Aangezien het erop lijkt dat de tombe van Amenmesses open heeft gelegen sinds de oudheid, is er behoorlijk veel klassieke graffiti aanwezig in de ingang, tezamen met Arabische inscripties.
De huidige opgravingen hebben aangetoond dat de gangen minder steil aflopen dan men voorheen dacht, de vierde gang direct na de put blijkt zelfs vrijwel horizontaal te lopen, tonend dat het gelijkvloerse ontwerp als eerste gebruikt in KV7, ook is gebruikt in dit monument.
Er is geen schacht uitgegraven in de putkamer (F), maar de zijkamer, die sinds Seti I in elke belangrijke tombe is gevonden, is gedeeltelijk uitgegraven aan de westkant van de hal met pilaren.
Achter dit punt lijkt de tombe te eindigen in een zeg maar gewelfachtige passage aangepast als een grafkamer (K).
In de tombe is een fragment gevonden van een kalkstenen sarcofaag, fragmentarische ushabti figuren van Seti I, sarcofaag fragmenten van Ramses VI, fragmenten van albasten en kalkstenen canopische kruiken alsmede een kist en delen van een rood-granieten deksel van een sarcofaag, gegraveerd voor de moeder van de koning, zij was vermoedelijk begraven in de tombe.
De mummie van koning Amenmesses is niet geïdentificeerd.

Schematische weergave van de tombe.

K – Gang, gebruikt als grafkamer

 

J – Gang

 

I – KV11 Oorspronkelijk is men hier door het plafond gebroken

 

H – Hal met pilaren (Baktwerel, vrouw van de koning, aan het offeren voor godheden; scenes uit het boek der doden)

 

G – Helling

 

F – De put (scenes uit de Takhat offerend voor godheden)

 

E – Portier nissen

 

D – Gang (scenes uit het boek Amduat)

 

C – Gang (scenes uit de litanie van Ra)

 

B – Dalende gang met een kleine nis (scenes uit de litanie van Ra, de koning voor Ra-Horachty bij de ingang)

 

A – Dalende helling met treden

Hoofd van beschilderd beeld van kwartsiet van farao Amenmesses.
Metropolitan Museum of Art.

Amenmesse_Wearing_the_Blue_Crown_MET_34.2.2_EGDP011841

Pot gegraveerd met de prenomen en nomen van Amenmesses.
(Foto: Osama Shukir Muhammed Amin (Wikipedia) 11 March 2016)

Amenmesses_pot

Een uit één stuk gegoten zware zilveren zegelring met een lunette in de vorm van een cartouche.
Het oppervlak van de ring is zo ver naar beneden gevijld dat de hiërogliefen nauwelijks waarneembaar zijn.
Ze geven de troonnaam van Amenmesses en twee bijnamen ‘geliefde van Amon‘ en ‘wie Re had gekozen‘.
(Foto: Walters Art Museum)

Ameenmesses_Ring_-_Walters_571488_-_Top