Het Boek van de Hemelse Koe
26681
page-template,page-template-full_width,page-template-full_width-php,page,page-id-26681,page-child,parent-pageid-15471,bridge-core-2.6.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-24.6,qode-theme-bridge,transparent_content,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.5.0,vc_responsive
 

Het Boek van de Hemelse Koe

Het Boek van de Hemelse Koe.

De eerste weergave van het “Boek van de Hemelse Koe” werd getoond op de buitenste van de vier vergulde schrijnen van Toetanchamon, ontdekt in zijn graf maar het was onvolledig.
Toch vinden we vrij complete versies van het boek in de graven van Seti I (KV17), Ramses II (Graf DK 7) en Ramses III (Graf DK 11).
In elk van deze gevallen wordt het boek uitsluitend weergegeven in de aanbouw van de grafkamer.
Wij vinden ook korte fragmenten uit het boek in de linker nis van de derde gang in het graf van Ramses VI en een andere nog kortere versie op een papyrus uit de Ramses periode nu in Turijn.
Hoewel dit boek niet lijkt voor te komen na het Nieuwe Rijk, werd het opgenomen in het Boek van de Fayoum tijdens de Romeinse periode.

De hemelgodin Nut afgeschilderd als een koe en ondersteund door de acht goden van de Ogdoade.

Het Boek van de Hemelkoe wordt in tweeën gedeeld door de afbeelding van de Hemelkoe en de haar ondersteunende goden.
Er zijn geen zichtbare onderbrekingen in de eigenlijke tekst van het Boek van de Hemelkoe, buiten de voorstelling van de Hemelkoe.
Hierdoor is het niet duidelijk wat de oorspronkelijke indeling van de tekst was.
Door nauwkeurige bestudering van de tekst hebben egyptologen een lose indeling van de tekst in vier delen voorgesteld.

Het eerste deel beschrijft de “vernietiging van de mensheid“, waarin de mensheid samenzweert tegen de zonnegod Ra.
Nadat Ra de andere goden heeft geraadpleegd, wordt de godin Hathor door Ra gekozen om op te treden als het gewelddadige Oog van Ra.
Ze moest de mensheid goddelijke straffen geven en deed dit door de rebellen af te slachten en de dood in de wereld te brengen.
Na een tijdje kreeg Ra medelijden met de mensheid en verzon een list om een einde aan de wraakzucht van Hathor te maken.
Hij stuurde de goden naar Aboe (Elephantine) om een grote hoeveelheid alruin-vruchten te halen.
De godin Sekti kreeg opdracht ze fijn te malen en ze met het mensenbloed te mengen.
Verder moesten de slaven een grote hoeveelheid bier brouwen, toen het mengsel klaar was werd het uitgegoten over de Weide van de Vier Hemelen.
Hathor dronk ervan en werd zo dronken dat ze haar wraakzucht vergat.
Het laatste deel van de tekst behandelt naast het opstijgen van Ra naar de hemel en de creatie van de onderwereld ook de theologie rondom de ba (ziel).

De tekst bestaat uit 330 verzen (wat ongeveer de hoeveel verzen is die op één papyrusrol geraken), waarvan de helft voor een omschrijving of voorstelling van de Hemelkoe werden geplaatst en de rest erna of eronder.
De in het Boek van de Hemelkoe gebruikte taal vertoont sporen van Laat-Egyptisch, daardoor menen de meeste egyptologen dat het Boek van de Hemelkoe moet zijn ontstaan tijdens of kort na de Amarna-periode.