Hornedjheriotef, een heerser, waarschijnlijk van Aziatische afkomst.
Zijn naam, opgenomen in de Turijnse koningslijst, betekent “Horus beschermt zijn vader“.
Slechts restanten van zijn paleis te Tell El-Daba, hebben de tand des tijds doorstaan.
Aan deze koning wordt ook een scarabee, gevonden in Jericho, toegeschreven.

De positie van Sehetepibre Sewesekhtawy binnen de 13e dynastie is niet helemaal duidelijk. In de canon van Turijn, een koningslijst opgesteld in de vroege Ramesside-periode, worden twee koningen vermeld met de naam “Sehetepibre”, beide in kolom 7 (die voornamelijk koningen van de 13e dynastie vermeldt), de eerste “Sehetepibre” verschijnt als de vierde koning van de dynastie en de andere als de achtste.
Daarom kan de exacte chronologische positie van Sehetepibre Sewesekhtawy niet worden vastgesteld met alleen de Turijnse koningslijst.
Volgens de egyptologen Kim Ryholt en Darrell Baker was Sehetepibre Sewesekhtawy in feite de tiende koning van de dynastie, die twee jaar regeerde van 1783 voor Christus tot 1781 voor Christus.
Ze geloven dat de eerste “Sehetepibre” een fout is die het gevolg is van de corruptie van de naam Hotepibre Kemaoe Siharnedjheritef.

Lange tijd was Sehetepibre alleen bekend van de Turijnse canon en van een enkele lapis lazuli cilinderzegel.
Het zegel, van onbekende herkomst, werd gekocht door een particuliere verzamelaar in Caïro en uiteindelijk in 1926 verkocht aan het Metropolitan Museum of Art, waar het nu te zien is.

Het zegel draagt de prenomen van Sehetepibre en is opgedragen aan “Hathor, Vrouwe van [Byblos]“.
Het zegel is verder gegraveerd met de naam in spijkerschrift van een gouverneur van Byblos genaamd Yakin-Ilu.

Lapis lazuli cilinderzegel met Sehetepibre’s cartouche.

(Met dank aan auteur Khruner (Wikipedia))