Het was de dertiende zoon die zijn vader Ramses II opvolgde na zijn overlijden. Merenptah (Hetep-Her-Maat) was de geboortenaam van de farao wat zoveel betekende als ‘Geliefde van Ptah‘.
Hij besteeg de troon onder de naam Ba-en-re Mery-netjeru, zijn leeftijd was inmiddels al niet meer echt gering, met zijn naar schatting zestig jaren had hij zijn twaalf oudere broers waarschijnlijk simpelweg overleefd.
Zijn koningschap staat enigszins bekend als saai alsmede een betrekkelijk korte tijd van ongeveer 10 jaar.
Merenptah was naar alle waarschijnlijkheid het vierde kind van farao Ramses II en zijn tweede hoofdvrouw Istnofret.
Hij trouwde Istnofret, die naar alle waarschijnlijk zijn zuster was, en een koningin genaamd Takhat, hoewel over dit huwelijk nogal te twisten valt.
Hij kreeg een zoon, Seti-Merenptah, deze zoon zou later in de geschiedenis de troon bestijgen als opvolger van Amenmesses, zoon van Merenptah en Takhat, onder de naam Seti II.
Het is niet onwaarschijnlijk dat Amenmesses de troon besteeg bij het overlijden van zijn vader door gebruik te maken van de afwezigheid van Seti-Merenptah.
Er is vrijwel niets bekend over de jonge jaren van Merenptah, pas vanaf het veertigste regeringsjaar van Ramses II komt daar verandering in.
Hoewel hij ongeveer twaalf jaar kroonprins was voorafgaande aan de dood van Ramses wordt in het veertigste regeringsjaar bekend gemaakt dat Merenptah generaal van het Leger wordt.
Het mag niet verrassend heten dat we waarschijnlijk daarom vrijwel alles wat we weten militaire activiteiten van Merenptah betreffen.
In het 55ste jaar van Ramses II, als Ramses II zijn 80ste verjaardag viert, wordt Merenptah officieel kroonprins op respectabele leeftijd van 48 jaar.
In de praktijk denkt men dat Merenptah in de laatste jaren van Ramses II de touwtjes al stevig in handen had.
Merenptah had een aantal militaire problemen te verhelpen.
Zo was een opstand in Syrië die door een ‘bliksemactie’ snel de kop ingedrukt werd.
Aan de westelijke grens had hij een probleem met de Libiërs en hij had zijn handen vol aan de Zeevolkeren die de Delta in het Noorden langzaam maar zeker in handen leken te krijgen.
Echter door snel het leger te mobiliseren en nog sneller te handelen wist hij de opstand de kop in de te drukken.
Vele van zijn vijanden overleefden deze acties niet.
In het zuiden waren de Nubiërs door de Libiërs aangezet om ook in opstand te komen tegen de Egyptenaren maar ook zij werden een kopje kleiner gemaakt door de snelle en effectieve manier van handelen van Merenptah.
Hoewel deze opstanden anders doen vermoeden wilde Merenptah de vreedzame relaties tot andere volkeren aanhouden.
De Hettietenkoning in Syrië kon een inval verwachten uit het noorden en zag dat zijn volk leed onder een enorme hongersnood.
Onder de condities van het verdrag van zijn vader Ramses II besloot Merenptah te helpen na een hulpkreet, hij stuurde schepen afgeladen met graan naar Syrië.
Nog een interessant aspect van het koningschap van Merenptah is het feit dat hij het administratieve hart van Egypte verplaatste van de door zijn vader gestichte stad Piramesse terug naar Memphis, alwaar hij een koninklijk paleis liet bouwen naast de tempel van Ptah.
In het oude Thebe liet hij een dodentempel verschijnen, gemaakt van de stenen van de oude dodentempel van Amenhotep III, daarnaast bouwde hij in Abydos en Dendera en liet hij verscheidene inscripties en beeldhouwwerken achter door het gehele land.
Merenptah kwam na zijn overlijden (ongeveer 1202 v. Chr.) te liggen in tombe KV 8 in de Vallei van de Koningen op de westoever van Luxor, het vroegere Thebe, zijn mummies werd echter niet gevonden in deze tombe, in 1898 werd zijn lichaam gevonden met 18 anderen in het graf van Amenhotep II (KV 35).
Geboortenaam: mri.n-ptH (Htp-Hr-mAat) Merenptah Hotephermaat
(Geliefd door Ptah; Heerlijk is de waarheid)
Troonnaam: bA-n-ra (mri-nTrw) Baenre Merinetjeru
(Ziel van Ra; Geliefd door de Goden)
Vallei der koningen – KV8 graftombe van Merenptah – 19e dynastie.
Merenptahs tombe werd het voorbeeld voor andere tombes tijdens de overgang tussen de 19de en 20ste dynastie.
De muren zijn versierd met uit het boek Amduat, het plafond in de grafkamer is voorzien van astronomische symbolen.
De mummie van de koning was genesteld binnenin 4 sarcofagen.
Drie van hun waren van roze graniet en de binnenste van albast, de derde sarcofaag is verwijderd uit de tombe gedurende de 21ste dynastie t.b.v. de begrafenis van Psoesennes I te Tanis.
Aan het eind van dynastie 20 is de mummie verplaatst naar de tombe van Amenhotep II – KV35 en werd ontdekt in 1898 tezamen met andere koninklijke mummies door Victor Loret.
Schematische weergave van de tombe.
L, La, Lb, Lc – Vier achterkamers
Ka, Kb, Kc, Kd – Vier zijkamers
K – Grafkamer met sarcofaag (muren versierd met scenes uit het boek der poorten en het boek der holen; astronomisch plafond)
J – Lagere gang (“openen van de mond” ceremonie)
I – Voorkamer, met afgedankte sarcofaag, deksel tegen de muur (scenes uit het boek der doden)
H– Lagere gang (“openen van de mond” ceremonie)
Ga – Nis achtige kamer (gewijd aan Ramses II)
G – Zijkamer (diverse godheden)
F – Eerste hal met pilaren (Osiris heiligdom, scenes uit het Boek der poorten en afbeeldingen van de koning voor diverse godheden)
E – Putschacht (scenes uit het boek Amduat en afbeeldingen van diverse godheden)
D – 3de gang (scenes uit het boek Amduat)
C – 2de gang (scenes uit de litanie van Ra)
B – 1ste gang (Afbeelding van de koning voor Re-Horachty en scenes van de litanie van Ra)
A – Entree (Afbeeldingen van diverse aspecten van de zonnegod geflankeerd door Isis en Nephthys)
Grafkamer met sarcofaag.
Albasten beeldje van Merenptah.
Tentoongesteld in de oudheidcollectie van het Thorvaldsens Museum, Kopenhagen.
(Bron: Daderot (Wikipedia) 11 May 2012)
Kalkstenen blok met een paar onvoltooide cartouches van Merenptah.
Petrie Museum of Egyptian Archaeology, Londen.
(Foto: Osama Shukir Muhammed Amin (Wikipedia) 23 Juli 2016)
Portret van farao Merneptah-Hotéphimat uit Histoire de l’art égyptien (1878),
door Émile Prisse d’Avennes (1807-1879). Digitaal verbeterd door rawpixel.
(Bron: Rawpixel (Wikipedia) 14 November 2017)
De mummie van Merenptah.
Merenptah leed aan artritis en atherosclerose en stierf als een oude man na een regeerperiode van bijna tien jaar.
Merenptah werd oorspronkelijk begraven in graf KV8 in de Vallei der Koningen, maar zijn mummie werd daar niet gevonden.
In 1898 bevond het zich samen met achttien andere mummies in de mummiecache die werd gevonden in het graf van Amenhotep II (KV35) door Victor Loret.
De mummie van Merenptah werd naar Caïro gebracht en uiteindelijk op 8 juli 1907 door Dr. G. Elliott Smith uitgepakt.
Dr. Smith merkt op dat:
“Het lichaam is dat van een oude man en is 1 meter 714 millimeter hoog. Merenptah was bijna helemaal kaal, alleen een smalle rand van wit haar (nu zo kort geknipt dat het moeilijk te zien was) bleef op de slapen en het achterhoofd achter. Een paar korte (ongeveer 2 milliliter) zwarte haren werden gevonden op de bovenlip en verspreide, kortgeknipte haren op de wangen en kin. Het algemene aspect van het gezicht herinnert aan dat van Ramses II, maar de vorm van de schedel en de afmetingen van het gezicht komen veel meer overeen met die van zijn [groot]vader, Seti de Grote.”
In april 2021 werd zijn mummie verplaatst van het Museum van Egyptische Oudheden naar het Nationaal Museum van Egyptische Beschaving, samen met die van 17 andere koningen en 4 koninginnen tijdens een evenement dat de Gouden Parade van de farao’s werd genoemd.