De naam van deze heerser Xwi-wi-Hpw wordt geïnterpreteerd als “Apis Bescherm Me“.
Aan de periode van Neferkauhors heerschappij is het fameuze decreet van Koptos gedateerd die o.a. melding maakt van het huwelijk van de oudste dochter van de koning met de vizier van Opper-Egypte genaamd Shemai.
Een totaal van acht verschillende decreten gevonden in de tempel van Min in Coptos worden toegeschreven aan Neferkauhor en overleven tot op de dag van vandaag in fragmentarische toestand.
Vier van deze decreten, gegraveerd op kalkstenen platen, werden in 1914 door de filantroop Edward Harkness gegeven aan het Metropolitan Museum of Art, waar ze nu te zien zijn in Gallery 103.
Zeven van de acht decreten werden uitgevaardigd op één dag van het eerste regeringsjaar van Neferkauhor, misschien op de dag van zijn troonsbestijging.
Het jaar in kwestie krijgt de naam “Jaar van het verenigen van de twee landen“.
In het eerste decreet kent Neferkauhor titels toe aan zijn oudste dochter Nebyet, de vrouw van een vizier genaamd Shemai. Hij schrijft haar een lijfwacht toe, de commandant van soldaten Khrod-ny en beveelt de bouw van een heilige bark voor een god genaamd “Twee-Krachten“, misschien de gesyncretiseerde god Horus-Min.
De tweede en best bewaarde van de decreten betreft de benoeming van Shemai’s zoon, Idy tot gouverneur van Opper-Egypte, die heerst over de zeven meest zuidelijke nomen van Elephantine tot Diospolis Parva:
De Horus Netjerbau. Verzegeld in het bijzijn van de koning zelf in maand 2 [van Peret, dag 20]. Koninklijk besluit aan de graaf, de opzichter [ziener van priesters, Idy]: u bent aangesteld als graaf, gouverneur van Opper-Egypte, opziener van priesters in ditzelfde Opper-Egypte, dat [onder] uw toezicht staat, zuidwaarts naar Nubië, noordwaarts naar het Sistrum nome, functionerend als graaf, opzichter van priesters, hoofd van de heersers van steden die onder uw toezicht staan, in plaats van uw vader, de vader van de god, geliefde van de god, de erfelijke prins, burgemeester van de [piramide st] ad, opperrechter, vizier, bewaarder van de archieven van de koning, [graaf, gouverneur van Opper-Egypte, opzichter van priesters, Shemai. Niemand [zal er een rechtmatige vordering tegen hebben]…
Het derde en vierde decreet zijn gedeeltelijk bewaard gebleven op een enkel fragment, ze nemen op dat Neferkauhor Idy’s broer een betrekking geeft in de tempel van Min en mogelijk Idy hierover informeert. Dit laatste decreet vermeldt waarom de decreten werden gevonden in de tempel van Min:
“[Mijn majesteit beveelt u om] de woorden [van dit besluit aan de poort]weg van de tempel van Min [van Coptos voor altijd] en eeuwig te plaatsen.
De enige metgezel, Hemy’s zoon, Intef, wordt hierover gestuurd. Verzegeld in aanwezigheid van de [koning] zelf in het jaar van de vereniging van de twee landen, maand 2 van Peret, dag 20.”
De overige decreten betreffen de benoeming van mortuariumpriesters in de kapellen van Nebyet en Shemai en het bestellen van inventarissen in de tempel van Min.
nfr-kAw-Hr Neferkauhor
(Schoon is de ziel van Horus)
Xwi-wi-Hpw Khwiwihepu
(Apis Bescherm me)
Fragmentair decreet van koning Neferkauhor, waarbij de broer van Idy (de laatste is de vizier en opzichter van Opper-Egypte) aangesteld wordt op een betrekking in de Tempel van Min in Koptos. Regering van Neferkauhor, 7e-8e dynastie, eerste tussenperiode. acc. nr. 14.7.12.
(Te zien in het Metropolitan Museum of Art)
