Taharqa was zoon van Piye en Abale.
Hij wordt beschouwd als een heerser die het land herenigde., zijn optreden in de geschiedenis van Egypte was een van de weinige hoogtepunten van de 25e ofwel dynastie welke regeerde vanuit Napata.
In Kush liet hij een tempel bouwen in Kawa, tegenover het huidige Dongola.
Hij greep in zijn bouwplannen terug op bijzonder oude motieven uit de tijd van Sahoere, Nioeserre en Pepi II van het Oude Rijk.
Hij bouwde ook in andere plaatsen in Kush zoals Napata, Sanam, Meroë, Qasr Ibraim en Boehen, maar ook in Egypte zelf, zoals in Thebe en Karnak.
Vanaf 677 v. Chr. kreeg hij echter te maken met een oorlog met de Assyriërs.
In 671 v. Chr. vielen zij Egypte binnen, zij namen Memphis in en dwongen Taharqa naar het zuiden uit te wijken.
Zij bleven niet lang, omdat het vrijwel onmogelijk was zelf grip te krijgen op de ambtenarij, daarom steunden zij de plaatselijke vorsten in de delta.
Deze begonnen echter, zodra de Assyriërs zich terugtrokken, betrekkingen met Taharqa aan te knopen, de Assyriërs kwamen daarop terug en doodden of deporteerden alle delta-vorsten, behalve Necho I van Saïs.
Zij zetten diens zoon Psammetichus I op de troon van Athribis, zo was de 26e dynastie gesticht en hadden de vorsten van Saïs rond 665 v. Chr. de delta in handen.
Taharqa stierf in de stad Thebe in 664 voor Christus.
Hij werd gevolgd door zijn benoemde opvolger Tantamani, een zoon van Shabaka, die Neder-Egypte binnenviel in de hoop de controle van zijn familie te herstellen.
Dit leidde tot een hernieuwd conflict met Assurbanipal en de plundering van Thebe door de Assyriërs in 663 v. Chr., hij werd zelf opgevolgd door een zoon van Taharqa, Atlanersa.

Geboortenaam:  thr-kA Taharqa

Troonnaam: xwi-nfrtm-ra Nefertumre

De piramiden van Nuri.

Het piramide veld van Nuri bevat 21 koningen tezamen met 52 koninginnen en prinsessen.
De eerste die daar zijn tombe bouwde was koning Taharqa.
Zijn piramide is 51.75 m in het vierkant en 40 tot 50 m hoog.
Taharqa’s ondergrondse kamers zijn het meest afgewerkt van alle Kushite tombes.
De entree was via een trap in een geul, drie treden leiden naar een doorgang, met een gevormd frame, die opende in een tunnel, die verwijd en verhoogd in een voorkamer uitkomt.
Zes massieve pilaren gehakt uit de natuurlijke rotsen deelde de grafkamer in twee zijdoorgangen en een centraal middenstuk.
Na Taharqa zijn er 21 koningen en 53 koninginnen en prinsessen begraven in Nuri onder piramiden van goed metselwerk, gebruik makend van lokale rode zandstenen blokken.
De Nuri piramiden waren in het algemeen veel groter dan die van El-Kurru met hoogtes tussen de 20 en 30 m.
De laatste koning die hier begraven werd stierf rond 308 v. Chr.

Schematische weergave van de piramide.

A – Trap
B – Grafkamer

A – Trap
B – Grafkamer
C – 1ste kapel
D – Overgebleven hoogte in 1916

Piramides van de opvolgers van Taharqa, gezien vanaf de top van zijn piramide in Nuri, de eerste piramide die werd gebouwd en de grootste, op de site.

Standbeeld van Taharqa.
Zijn naam verschijnt in het midden van zijn riem: 𓇿𓉔𓃭𓈎 (tꜣ-h-rw-k, “Taharqa”).

(Bron: Kerma Museum, Soedan)

Beeld van Taharqa.
(Bron: Nubisch Museum, Aswan)

Standbeeld van Taharqa.
(Bron: Boston Museum of Fine Arts)

Standbeeld van farao Taharqa.
(Bron: National Museum van Soedan)

Profiel van Taharqa op het Taharqa-heiligdom.
(Bron: Ashmolean Museum, Oxford, Verenigd Koninkrijk)

Sfinx van Taharqa, Taharqa verschijnt tussen de poten van de Ram-Spinx.
(Bron: Ashmolean Museum, Oxford, Verenigd Koninkrijk)

Het heiligdom van Taharqa.
(Bron: Ashmolean Museum, Oxford, Verenigd Koninkrijk)