Thoetmoses I (ook, Thoetmosis) werd geboren als een gewone burger van het Egyptische rijk maar werd door training een goede militair.
Het is onbekend wie zijn vader was maar zijn moeder heette Semiseneb, een veel voorkomende naam in die periode.
Hij trouwde Ahmose, naar aller waarschijnlijkheid een zuster van Amenhotep I en dochter van Ahmose I en Ahmose Nefertari, er zijn ook aanwijzingen dat Thoetmoses I de broer was van Ahmose Nefertari.
Aangezien Thoetmoses I een belangrijk militair was is het niet ondenkbaar dat hij enige tijd samen met Amenhotep I geregeerd heeft tijdens de laatste jaren van Amenhotep I.
Thoetmoses, zijn naam waaronder hij het meest bekend is, is zijn Griekse naam, zijn oorspronkelijke naam in het Egyptisch was Djehutymes I, zijn troonnaam Aa-Kepri-Ka-Ra.
Hij besteeg de troon pas op betrekkelijk late leeftijd en regeerde niet erg lang; ongeveer 12 jaar.
Desondanks had hij een aantal zeer succesvolle militaire campagnes.
Het is hoogst waarschijnlijk dat deze voorbereidingen al gestart waren voordat Thoetmoses I aan de macht kwam, deze campagnes waren namelijk zo succesvol dat de voorbereidingen daarvoor allang gestart moesten zijn.
Ahmose, zoon van Ebana, een admiraal ten tijden van Thoetmoses I, had in verhalen vast laten leggen dat een campagne naar Nubië uiterst succesvol was, ze drongen door tot het derde cataract van de Nijl en bonden de strijd aan tegen de rebellen.
Volgens de overlevering was het de farao zelf die in een man-tot-man gevecht de leider van de rebellen wist te doden en hem aan de boeg van zijn schip hing om vervolgens koers naar Thebe te zetten.
Zijn grootste militaire acties waren echter in de Delta en tegen de Syriërs alwaar hij doordrong tot de rivier de Eupreates.
Zijn beroemde stèle van Abydos vertelt ons de bouwactiviteiten van Thoetmoses I in Thebe.
Zijn architect Ineni bouwde de tempel van Amon in Karnak verder uit, hij voorzag de tempel bijvoorbeeld van één van de hoogste obelisken van Egypte.
Ahmose, zijn hoofdvrouw, kreeg twee zoons die ze Wadjmose en Amenmose noemde, deze overleden echter nog eerder dan hun vader.
Bij een andere koningin, Mutnofret (zuster van zijn hoofdkoningin Ahmose), kreeg hij een andere zoon, Thoetmoses II, hij werd de troonopvolger van Thoetmoses I.
Echter een ander kind zou nog prominent naar voren komen als het over erven van de troon ging, koningin Hatsjepsoet, dochter van Ahmose.
Hatsjepsoet trouwde in eerste instantie na de dood van haar vader met haar broer Thoetmoses II, op het moment dat hij echter ook overleed besloot ze zelf de troon te bestijgen.
Thoetmoses I is waarschijnlijk in twee verschillende tombes begraven in de Vallei van de Koningen.
Zijn oorspronkelijke graf was KV 20 wat een tombe lijkt te zijn die bedoeld was voor zichzelf en zijn dochter Hatsjepsoet, er stonden namelijk twee sarcofagen in de tombe waarvan er dus één voor hem bestemd was en de andere voor zijn dochter.
Desondanks vond Victor Loret in 1899 in KV 38 ook een sarcofaag voor de koning.
Het is mogelijk dat zijn kleinzoon Thoetmoses III het lichaam van zijn opa op had laten graven en had laten herbegraven in KV 38 om zijn opa zo te verlossen van de last die Thoetmoses III Hatsjepsoet noemde.
Geboortenaam: DHwti-msi(w) Djehutymose
(Geboren van Djehuty [Thoth])
Troonnaam: aA-xpr-kA-ra Aakheperkare
(Groot is de ziel van Ra)
Vallei der koningen – KV38 graftombe van Thoetmoses I – 18de dynastie
De tombe is ontdekt in maart 1899 door Victor Loret, ruw gehakte treden leiden naar een smalle doorgang en een enkele gang welke direct afbuigt naar links tijdens het dalen.
De gang komt uit in een onregelmatig gevormde ruimte, door welke het trappenhuis afdaalt naar de grafkamer, deze cartouche-vormige kamer heeft behoorlijke afmetingen, zijnde ongeveer 11 m lang en heeft een kleine, ruw gehakte opslagruimte aan de linkerkant nabij de sarcofaag en de ruimte voor de canopische kruiken.
De mummie van Thoetmoses I was gebracht van KV20 door Thoetmoses III naar KV38 en er uit verwijderd en later ontdekt in DB320 en geïdentificeerd als Thoetmoses I .
Schematische weergave van de tombe.
A – ingang
B – treden afgesneden aan de linkerkant van de gang
C – eerste kamer (onversierd)
D – sleuven voor balken
E – voorkamer (onversierd)
F – grafkamer (onversierde maar bevatte 15 kalkstenen platen gegraveerd met scènes uit Amduat)
G – bergingen
H – sarcofaag aanvankelijk van Hatsjepsoet maar opnieuw ingeschreven voor Thoetmoses I
I – sarcofaag van Hatsjepsoet
Een van de twee sarcofagen gevonden in KV20, oorspronkelijk bedoeld voor Hatsjepsoet, maar opnieuw gegraveerd voor haar vader Thoetmoses I.
(Bron: Keith Schengili-Roberts, Museum Of Fine Arts Boston)
Het gezicht van de mummie van Thoetmoses I.
(Bron: Grafton Elliot Smith, 1912)
Hof van de 4e pyloon: obelisk van Thoetmoses I in Karnak.
(Foto: Ad Meskens (Wikipedia) 10 August 2011)
Stèle van Thoetmoses I in het museum van Caïro, JE 31881.
(Bron: Chip Dawes (Wikipedia) 6 October 2003)
Reliëf met de afbeelding van de vergoddelijkte, Egyptische koning Thoetmoses I.
Kalksteen, uit de dodentempel van Hatsjepsoet in Deir el-Bahari.
Nu in het Roemer- und Pelizaeus-Museum Hildesheim.
(Foto: Djehouty (Wikipedia), 20 September 2018)
Koningin Ahmose, Thoetmoses I en Nofrubiti.
(Bron: K. R. Lepsius, 1849. Denkmäler aus Aegypten und Aethiopien by Karl Richard Lepsius (1810–1884)