Thoetmoses II, Egyptisch vorst ten tijde van het Oude Egypte, was de zoon van Thoetmoses I en een concubine.
Na de dood van zijn vader en broers Amenmose en Wadjmose werd hij koning.
Volgens de mening van Duitse geleerden (W.Helck, R.Krauss, E.Hornung) regeerde hij slechts 3 à 4 jaar, volgens Manetho’s Khebron was dat 18 jaar maar dit lijkt te veel te zijn.
Hij huwde met zijn halfzuster Hatsjepsoet om zijn troon veilig te stellen, zij hadden vermoedelijk 2 dochters, Neferure en Neferubiti.
Zijn zoon en opvolger, Thoetmoses III, was geboren bij zijn concubine Iset.
Hij moest tenminste 2 opstanden in Nubië onderdrukken gedurende zijn heerschappij, hij zond een militaire expeditie naar Azië zoals is gedocumenteerd in een inscriptie van Deir El-Bahari.
De bouwactiviteiten van de heerser vonden voornamelijk plaats in Thebe en Nubië.
Begraafplaats, tombe KV42 in de Vallei der koningen wiens constructie nauwelijks begonnen was, de mummie van de koning is gevonden in DB320 verborgen kamer te Deir El-Bahari.
Geboortenaam: DHwti-msi(w) Djehutymose
(Geboren van Djehuty [Thoth])
Troonnaam: aA-xpr-n-ra Aakheperenre
(Groot is de vorm van Ra)
De mummie van Thoetmoses II.
De mummie van Thoetmoses II werd ontdekt in de cache van Deir el-Bahri, onthuld in 1881.
Hij werd begraven samen met andere leiders van de 18e en 19e dynastie, waaronder Ahmose I, Amenhotep I, Thoetmoses I, Thoetmoses III, Ramses I, Seti I, Ramses II, en Ramses IX.
Het bevatte een label dat aangaf dat het opnieuw was ingewikkeld in de 21e dynastie.
De mummie werd op 1 juli 1886 door Gaston Maspero uitgepakt. Er is een sterke familiale gelijkenis met de mummie van Thoetmoses I, zijn waarschijnlijke vader, aangezien het gezicht en de vorm van het hoofd van de mummie erg op elkaar lijken.
Het lichaam van Thoetmoses II leed enorm onder toedoen van oude grafrovers, met zijn linkerarm afgebroken bij het schoudergewricht, de onderarm gescheiden bij het ellebooggewricht en zijn rechterarm afgehakt onder de elleboog. Zijn voorste buikwand en een groot deel van zijn borst waren ingehakt, mogelijk door een bijl. Bovendien was zijn rechterbeen van zijn lichaam gescheiden.
Al deze verwondingen werden postmortaal opgelopen, hoewel het lichaam ook tekenen vertoonde dat Thoetmoses II geen gemakkelijk leven had, zoals het volgende citaat van Gaston Maspero bevestigt:
“Hij was amper dertig of hij werd het slachtoffer van een ziekte waarvan het balsemingsproces de sporen niet kon verwijderen.
De huid is deels ruw en bedekt met littekens, terwijl het bovenste deel van de schedel kaal is, het lichaam is dun en enigszins gekrompen en lijkt kracht en spierkracht te hebben ontbroken.”
Zijn mummie heeft het inventarisnummer CG 61066.
In april 2021 werd zijn mummie verplaatst van het Museum van Egyptische Oudheden naar het Nationaal Museum van Egyptische Beschaving, samen met die van 17 andere koningen en 4 koninginnen tijdens een evenement dat de Gouden Parade van de farao’s werd genoemd.
De identiteit van de mummie is in twijfel getrokken, het label lijkt hem te identificeren als Thoetmoses II, maar het kan zijn gewijzigd ten opzichte van Thoetmoses I.
Het gemummificeerde hoofd van Thoetmosis II.
(Bron: G. Elliot Smith, 1912)
Reliëf van Thoetmoses II in het tempelcomplex van Karnak.
Fragment van rood graniet met de cartouche van Thoetmoses II.
Waarschijnlijk van een troon van een zittend beeld, uit de Thoetmosis III-tempel in Koptos,.
(Bron: (Wikipedia) Osama Shukir Muhammed Amin, 11 Maart 2016)
Aakheperenre, de praenomen van Thoetmoses II, tempel van Hatshepsut, Luxor.
(Foto: Przemyslaw “Blueshade” Idzkiewicz (Wikipedia) Oktober 2004)
Thoetmoses II voor Sachmet en Hathor (Karnak-Tempel).
(Bron: Lepsius, Abt. III, Blatt 14)