Wadjkare
21691
page-template,page-template-full_width,page-template-full_width-php,page,page-id-21691,page-child,parent-pageid-15471,bridge-core-2.6.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-24.6,qode-theme-bridge,transparent_content,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.5.0,vc_responsive
 

Wadjkare

De naam van deze koning betekent, “Fris is de ziel van Ra” en wordt enkel genoemd in het decreet van Koptos als bescherming van de fundatie van een postume cultus, waarvan wordt gezegd dat het door de koning zelf is gemaakt. Het bevat een lijst met straffen voor iedereen die het aandurft een heiligdom gewijd aan de god Min-of-Koptos te beschadigen of te plunderen.
Archeologisch gezien is er verder niets bekend over deze koning, zijn bestaan wordt door sommige geleerden in twijfel getrokken, omdat hij op geen enkele Ramesside  koningslijst wordt genoemd.

Een rotsinscriptie in Nubië vermeldt een koning die in het verleden voorlopig werd gelezen als Wadjkare.
Tegenwoordig wordt aangenomen dat de koninklijke naam op de inscriptie Menkhkare is, de troonnaam van de lokale heerser Segerseni van de elfde dynastie.
Geleerden zoals Farouk Gomaà en William C. Hayes identificeren de Horus-naam Djemed-ib-taui met een heerser genaamd Neferirkare en stellen Wadjkare gelijk aan een obscure heerser genaamd Hor-Khabaw.
Hans Goedicke ziet Wadjkare als de voorloper van Djemed-ib-taui en wijst beide heersers toe aan de 9e dynastie.
J. von Beckerath gaf een toevoeging aan de troonnaam van Wadjkare, de Horusnaam van Demedjebtaui (De Ene die de krachten van twee landen verenigd).

wAD-kA-ra Wadjkare

(“Fris is de ziel van Ra” of “Bloeiend is de ziel van Ra“)