Een bebaard mannelijk figuur, uitgestrekt liggend op zijn gezicht,
hij heeft op zijn hoofd een kleine zonneschijf en een paar oren van een ezel
en zijn naam is Aai, d.w.z. de ezel. uit het negende hoofdstuk van het “Boek der Poorten“.
Voor de complete vertaling van het “Boek der Poorten“, kun je hier terecht, lees verder===>