Anti was een lokale god uit de regio Midden Egypte.
Hij werd vereerd op de oost oever van de Nijl vooral in het oude culturele gebied van Badari en was daar waarschijnlijk al een beschermheer lang voor dat er geschreven documenten bestonden.
Wat precies zijn taak was is niet bekend maar een reële gok is dat hij de beschermer was van het één of ander.
Zijn afbeelding was een valk die zit in een boot.
De Grieken noemden hem Antaeus en de plaats van zijn cultuscentrum, het huidige Qau, was de stad dragende zijn naam in zijn eigen vorm, Antaeopolis.
De oudste geschreven documenten met daarin Anti’s naam komen uit een Badari tombe van de 2de dynastie waar een koperen kruik inscripties had met de titel “priester van Anti-Hotep“. (Illustratie gepubliceerd door Brunton in 1927).
Dit toont aan dat hij toen al een gevestigde godheid was met een eigen cultus en priesters, een cultus die werd voortgezet door de Egyptische historie in Per Nemty, hoofdstad van nomen 12 in Boven Egypte, alwaar hij een tempel had.
Gedurende latere tijden (Het Midden Rijk en verder) had hij collegae onder de nationale goden die werden afgebeeld op een zelfde manier als hij werd afgebeeld, zoals Ra en Nemty.