Bat (soms Bata) was een oude godin der viriliteit uit Boven Egypte.
Afgebeeld als een koe, vrouw of een menselijk gezicht met horens en koeienoren.
Soms werd ze gezien met sterren zoals de hemelse koe Sopdet.
Op de Palet van Narmer is ze aanwezig in de bovenste hoeken.
Haar naam zou de vrouwelijke vorm kunnen zijn van Ba (de ziel) en de piramideteksten zeggen dat de overleden koning zichzelf identificeerde met “Bat met haar twee gezichten“.
Haar voornaamste cultus was te Hut-Sekhem, het huidige Hiw, hoofdstad van nome 7 van Boven Egypte wiens standaard de sistrum (een rammelaar) was, wat Bat’s eigen culturele object was.
Tijdens het Middenrijk werd ze vervangen (of gelijkgesteld aan) door Hathor uit de buurprovincie (nome 6) wie haar karakter en persoonlijke Koninklijke attributen overnam.
Hathor’s afgeleide Heret zag er net zo uit als Bat zonder horens.
Ze wordt zelden gezien in de dagelijkse kunst zoals sculpturen, schilderijen en reliëfs, maar was wel aanwezig op juwelen en amuletten ter bescherming.
Na de start van het Nieuwe Rijk werd er nooit meer iets van haar gehoord of vermeld.
Bat flankeert de bovenkant van beide zijden van het Narmer-palet.
Zowel Bat (rechts) als Hathor (links) flankeren Menkaure in dit triadebeeld uit de vierde dynastie, ca. 2530 v. Chr. De godinnen geven hem het gezag om koning te zijn en worden geïdentificeerd door hun kronen. Het embleem op de kroon van Bat stelt het sistrum voor, hoewel de kroon ook haar zoömorfe gezicht en de veer van Ma’at omvat.
