12 bebaarde wezens, die voortschrijden richting een God.
De twaalf goden worden beschreven als Baiu Reth-Ammu-Tuat, d.w.z., “De zielen van de mannen die in de Duat zijn“.
Uit het vijfde hoofdstuk van het “Boek der Poorten“.
Helaas is alleen de verzamelnaam bekend.
Voor de complete vertaling van het “Boek der Poorten“, kun je hier terecht, lees verder===>