Twaalf bebaarde Goden, wiens armen langs hun zij hangen, zij worden beschreven als:
“Goddelijke soevereine heersers, die het toebedeelde brood en de groene kruiden geven aan de zielen die in het meer van SERSER (d.w.z. laaiend vuur) zijn“.
Uit het achtste hoofdstuk van het “Boek der poorten“.
Helaas is alleen de verzamelnaam bekend.
Voor de complete vertaling van het “Boek der Poorten“, kun je hier terecht, lees verder===>