Zes bebaarde rechtopstaande mannelijke figuren, die in hun handen de uiteinden van een staaf of touw houden, die is gebogen in de vorm van een boog boven hun hoofden.
Deze worden beschreven als, “Zij die gaan over de woorden van magische kracht“.
Uit het negende hoofdstuk van het “Boek der poorten“.
Helaas is alleen de verzamelnaam bekend.
Voor de complete vertaling van het “Boek der Poorten“, kun je hier terecht, lees verder===>
Zie ook hoofdstuk 13 van de “Egyptische hemel en hel“.