Godheid genoemd in Bezwering 17 alinea 13 van “Het Boek der Doden“.
Eén van de 7 gezegenden, zijnde Nedjehdjeh, Aked-ked, Stier die Geen Gloed geeft uit Zijn Brandende, Observerende op zijn best, Rood-Ogige in het Huis van Helder Rood Linnen, Extreem helder van Gezicht [Wie voort ging] Achterwaarts en Hij die ziet bij Nacht wat hij afvoert bij Dag.