De God van de Duat, staand en leunend op een lange staf, genoemd in het zevende en elfde hoofdstuk van het “Boek der Poorten“.
Voor de complete vertaling van het “Boek der Poorten“, kun je hier terecht, lees verder===>
Aangezien er in het boek “Amduat” tijdens het eerste uur, zevende en twaalfde uur ook een God met deze naam voorkomt, kan ik niet met 100% zekerheid zeggen of het hier om dezelfde of om twee verschillende Goden gaat.
Zie ook hoofdstuk 11 deel 2 van de “Egyptische hemel en hel“.