Negen haviken, bebaard en met mensenhoofd en -handen, die staan met hun handen in adoratie opgeheven, voor elk van hen bevindt zich een brood en een paar groene kruiden.
Zij worden beschreven als: “Zielen die in het meer van SERSER zijn“.
Uit het achtste hoofdstuk van het “Boek der poorten“.
Helaas is alleen de verzamelnaam bekend.
Voor de complete vertaling van het “Boek der Poorten“, kun je hier terecht, lees verder===>