Boek der Doden – Bezwering 127
18357
page-template,page-template-full_width,page-template-full_width-php,page,page-id-18357,bridge-core-2.6.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-24.6,qode-theme-bridge,transparent_content,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.5.0,vc_responsive
 

Boek der Doden

 

Bezwering 1271

P1Bezwering.
2Het boek van het adoreren van de de goden van de grotten; Wat een man dient te zeggen aldaar als hij hun bereikt met de bedoeling om naar binnen te gaan om deze god te zien in het Grote Verblijf van de Andere Wereld.
3Om te zeggen door Osiris N.:
S1Heil aan u, goden van de grotten, welke in het Westen zijn! Heil aan u, portiers van de Andere Wereld die deze god bewaken en die nieuws brengen naar de aanwezigheid van Osiris! Mogen jullie alert zijn, mogen jullie macht hebben, mogen jullie de vijanden vernietigen van Re, mogen jullie helderheid maken, mogen jullie uw duisternis verjagen, mogen jullie de heiligste van de Groten zien, mogen jullie leven als hij leeft, mogen jullie lof geven aan Hem die in zijn zonneschijf is, mogen jullie N. leiden naar jullie deuren.
Moge zijn ziel langs jullie verborgen spullen passeren, want hij is één van jullie. Moge hij het kwade inslaan in Apep, moge zijn misdragingen neerstorten in het Westen.
2Gij triomfeert over uw vijanden, O Grote God die zich in zijn zonneschijf bevindt; u bent triomferend over uw vijanden, O Osiris, Belangrijkste van de Westerlingen; u bent triomferend, O N., over uw vijanden in de hemel en de aarde en in de tribunalen van elke god en elke godin. Osiris, Belangrijkste van de Westerlingen, spreekt aan de voorzijde van de Vallei en hij is van alle blaam gezuiverd in het grote tribunaal.
3O gij portiers, die hun portalen bewaken, die zielen inslikken en lijken opslokken, die jou passeren wanneer ze zijn toegewezen aan het Huis der Vernietiging, die er voor zorgen dat de ziel van iedere machtige, geweldige en heilige geest rechtstreeks zal worden geleid naar de plaats van het Stille Land, zelfs hij die een ziel is als Re, die wordt vereerd en als Osiris die wordt vereerd.
Moogt gij N. leiden, moogt gij de portalen voor hem openen, moge de aarde zijn grotten voor hem openen, moogt gij hem triomferend maken over zijn vijanden.
Zo zal hij geschenken geven aan Hem van de Andere Wereld; hij zal de hoofddoek machtig maken voor zijn drager in de verborgen kamer als het imago van Horakhty.
4'Moge de ziel van de machtige geest correct worden geleid; hoe machtig is dat wat zich in zijn handen bevind!', zeggen de twee geweldige en machtige goden betreffende N. Zij verheugen zich over hem, zij juichen hem toe met wat zich in hun handen bevind, ze geven hem hun bescherming zodat hij kan leven. N. is verschenen als een levende die in de hemel is, het is hem bevolen om zijn eigen gedaante aan te nemen, hij is van alle blaam gezuiverd in het tribunaal en de poorten van de hemel, aarde en van de Andere Wereld zijn voor hem geopend net zoals voor Re het geval is.
N. zegt: Open voor mij de poorten van de hemel, aarde en van de Andere Wereld, want ik ben de ziel van Osiris en ik ben daarbij in vrede. Ik passeer via hun rechtbanken en zij loven mij als ze mij zien; ik ben met permissie naar binnen gegaan en ik ben geliefd naar buiten gekomen; ik heb gereisd en geen enkele fout van welke soort dan ook is er in mij gevonden.

Onder: Bezwering 127 BM 10257-14

 

Horemheb adoreert de Goden van de Grotten, drie er van staan met was-scepters,
terwijl de anderen gehurkt zitten met veren op hun hoofd.

Voetnoten.

1

Gedeeltelijk afgeleid van de Litanie van de Zon, bewerkt door Alexander Piankoff (The Litany of Re [New York, 1964]), die op de fragmentarische lijkwade van koning Thoetmoses III Cb(18de dynastie) de eerst aangetroffen melding hiervan vind.
Op zijn p.31 vertaald Piankoff het deel gaand in Bezwering 127 § 5 1-2: “Begroeting aan u, Gij van de Grotten,” door “De Grote Raad.”
Bezwering 127 is hier vertaald van Ik(19de dynastie) erg verontreinigd maar aangevuld m.b.v. diverse latere parallellen en de langere variant TB 23 (20ste dynastie), met onderbrekingen in § S 5 aangevuld m.b.v. TB 94 (20ste dynastie).
Vignet van Ik2 toont 4 groepen van elk 4 goden, die elk gehurkt zitten voor een kraam gevuld met een hoge stapel offergaven.

Oude Egyptische aangehaalde documenten.

SymboolDatum en beschrijving:Zie:
1Cb18de dynastie, linnen lijkwade van koning Menkheperre, (Thoetmoses III) uit Thebe (TT 320), Cairo en Boston, verzameling van 11. L. MayerD. Dunham in JEA XVII (1931) 209-10, Pls. XXXI-XXX VI; Naville, Edouard.
2Ik19de dynastie hiërogliefen papyrus van Ptḥ-ms, uit Thebe(?) collectie van de Marchese Busca (Pap. Busca)Nav.
3TB 220ste dynastie, kalkstenen tombe van koning Ramses IV te Thebe.e.g. J. F. Champollion, Monuments de l'tgypte et de la Nubie: Notices descriptives I (1844) 473- 76, 813-21; Nav. (Td)
4TB 920ste dynastie, kalkstenen tombe van koning Ramses VI te Thebe.Bv.. LD III 226; Nav. (Te)

Gebruikte afkortingen.

  • BM – British Museum
  • CT – Coffintexts, sarcofaagteksten
  • Ptol. – Ptolemaeïsche periode
  • Pers. – Perzische periode
  • OIP LXXXII – The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960.