Boek der Doden
P | 1 | Bezwering voor het brengen van de ziel naar het lichaam. | |
---|---|---|---|
2 | Om te zeggen door Osiris N.: | ||
S | 1 | O gij die de zielen van de levenden wegvoert, O gij die schaduwen afsnijdt, O al gij goden die gaan over de levenden, kom en brengt Osiris N.'s ziel (naar hem), zodat het zich kan verenigen met zijn lichaam, zodat zijn hart blij kan zijn, dat zijn ziel bij zijn lichaam kan komen (en) bij zijn hart. Laat zijn ziel toe in zijn lichaam (en) in zijn hart; voorzie zijn ziel van zijn lichaam (en) met (zijn) hart. Breng ze naar hem goden, in de bnbn-tempel in Heliopolis naast Shu de zoon van Atoem. Hij heeft zijn hart net zoals Re; hij heeft zijn boezem net zoals Khepri. |
|
2 | Tweemaal zo zuiver (zijn de offergaven) voor uw Geest, voor uw lichaam, voor uw ziel, (voor uw lijk,) voor uw schaduw, voor uw mummie, (O N.,) in de Andere Wereld voor altijd. |
Gebaseerd op R1 (Pers.-Ptol.), wiens vignet een ziel als een vogel met mensenhoofd en gespreide vleugels toont.
Voor de schrijvers uiteenzetting van de Bezweringen 191 en 192 zie JNES XI (1952) 177-86.
Bron:Totenbuchprojekt Bonn, TM 48470,
<totenbuch.awk.nrw.de/objekt/tm48470>
(Voor meer afbeeldingen van OIM 9787 klik hier)
Symbool | Datum en beschrijving: | Zie: | |
---|---|---|---|
1 | R | Pers.-Ptol. hiëratisch papyrus van N(y)-s(w)-šw-Tfnwt, OIM 9787 (Pap. Ryerson) | "OIP" LXXXII, Pls. XIII-L |