Boek der Doden
BM 10417.
Bezwering 31.
Nakht weert met een mes de krokodillen af, die proberen om zijn magie te stelen.
a | |||
---|---|---|---|
P | 1 | Bezwering voor het afweren van een krokodil, die komt om N.'s magie van hem af te nemen in Gods Domein. | |
2 | Hij zegt; | ||
S | Terug! Wijk voor! Terug krokodil! Kom me niet tegen, (want) ik leef op mijn magie, opdat ik niet uw naam vertel (tegen u) aan (elke) god die u laat komen. De naam van Één is Boodschapper; de naam van een andere is Bedty. Uw gezicht (behoort) tot waarheid. (Zoals) de hemel heeft omringd {met} zijn uren en magie zijn nederzettingen heeft omringd, (zo) heeft de magie die er in zit omringd. Mijn tanden zijn van graniet, mijn tanden zijn van de Slangberg. O zitter (op zijn) uitsteeksel, zou uw mond handelen tegen [deze] magie van mij? Grijpt het [niet], (O) gij krokodil die leeft op magie. |
||
b | |||
S | Ik ben de stier, presiderend over de velden, ik ben hem, ik ben Osiris, aan wie zijn Vader Geb en zijn Moeder Nut bezegelen (d.w.z. wijden aan) deze dag van de grote slachting. Geb is mijn vader, Nut is mijn Moeder. Ik ben Horus de eerstgeborene op de dag van de kroning, ik ben Anubis op de dag van de Duizendpoot (Centipede). Ik ben Osiris. | ||
c | |||
S | 1 | (O) Oudste, kom binnen en vertel de verzamelaar van geschriften, de portier van Osiris, dat ik gezegend, gewaardeerd en krachtig ben gekomen. Ik ben gekomen; ik heb mijzelf gered. Ik heb gezeten op deze rustplaats van Osiris, want ik (ben) samen met hem (her)geboren, zodat ik altijd jeugdig ben. Ik heb deze dij voortgebracht onder de zijde van Osiris, waardoor ik de monden open van de Goden. Ik zat naast hem als Thoth, de Schrijver van 'de gezond van hart zijnde' (en lezen): |
|
2 | "1000 broden en 1000 bier van de offertafel van (mijn) Vader Osiris en van (mijn) gevlekte koeien en Langhoorns (Longhorns), van mijn rode koeien, van de rꜢ-ganzen en van de ṯrp-ganzen". (Uit deze) heb ik voedsel aangeboden (aan) Horus, offers gedaan (voor) Thoth en heb ik geofferd aan de meester van de rubrieken. Variant: Ik ga voor anker (d.w.z. sterven) voor de meester van (de rubrieken), de Schrijver van 'de gezond van hart zijnde'. |
||
3 | Ik heb mezelf verzadigd van de offertafels van de Heerser van (Aboesir), over wiens oevers ik zwerf. | ||
4 | Ik ruik de oostenwind door het hoofd, ik grijp (de noordenwind bij zijn vlechten), de westenwind door zijn ┌ooglid┐. Wanneer ik de hemel heb omcirkeld langs zijn vier hoeken, (grijp) ik de zuidwest door zijn wimpers. Ik geef ademlucht aan de waardige onder de eters van het brood. | ||
T | 1 | Wat betreft iemand die deze bezwering kent, hij gaat naar buiten bij dag, hij loopt op aarde tussen de levenden en zijn naam zal nooit vergeten worden. | |
2 | Een echt goede bezwering, miljoenen keren (bewezen). |
BM 9951.4
BM 9951
Bezweringen 31 en 32.
De man van Mutirdais verdrijft met m.b.v een speer de krokodillen, die haar magie willen stelen.
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie). voor ‘a’ en op Ec2 (21ste dynastie) voor ‘b’ en ‘c’.
Correcties en restauraties in a § S worden gerechtvaardigd door CT.
Vignet van Pc3 (18de dynastie) toont N. een krokodil spietsend met een wꜢs-scepter. (Zie afb. hieronder)
Vignet van Ec2, met N. een krokodil, wiens hoofd achterwaarts is gedraaid het hoofd biedend, lijkt eveneens alleen van toepassing op ‘a’.
Toch bevat Ec2 (wellicht voor het eerst) á-c’ compleet in hun latere groepering.
De onderdelen ‘b-c’ horen thuis in de 18de dynastie ongeveer 1 of 2 generaties voor Ec2, tot de groep van de Bezweringen 68-70.
Bron: Totenbuchprojekt Bonn, TM 134307, <totenbuch.awk.nrw.de/objekt/tm134307>
18de dynastie hiërogliefen papyrus van ṮnnꜢ L3074
Symbool | Datum en beschrijving: | Zie: | |
---|---|---|---|
1 | Ea | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nu uit Thebe, BM 10477 | Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri |
2 | Ec | 21ste dynastie hiëratisch papyrus van N (y)-s(y)-tꜢ-nb(t)-išw uit Thebe (TT 320), BM 10554 | E.A. Wallis Budge, Het Greenfield Papyrus in het British Museum (1912) |
3 | Pc | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van ṮnnꜢ L3074 | Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |