Boek der Doden – Bezwering Pleyte 170 t/m 174
19460
page-template,page-template-full_width,page-template-full_width-php,page,page-id-19460,bridge-core-2.6.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-24.6,qode-theme-bridge,transparent_content,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.5.0,vc_responsive
 

Boek der Doden

 

Bezweringen

Pleyte 170-1741

PDe schriftrollen voor toetreding tot de aarde.

Bezwering Pleyte 170

P1Bezwering om er voor te zorgen dat de mummie opstijgt naar de binnenste kist.
2Om te zeggen door Anubis:
S10 Isis, 0 Nephthys, 0 Thoth die de storm bedaard, roep Imsety, Hapi, Duamutef, en Qebehsenuef op, (want) het is Horus die bemiddeld namens jouw Vader Osiris N. Moge gij naar hem opstijgen. (Dan) zult u voor eeuwig niet meer ver van hem zijn.
2Verheerlijkt gij zijn pracht aan zijn moeder de Onder-Hemel, wiens armen groetend zijn (uitgestrekt) naar hem, wiens hart (van trots) gaat bonzen omwille van hem die uit haar voortkwam. Moge hij ┌gisteren┐ binnentreden en morgenvroeg naar buiten gaan net zoals Re elke dag. Zij die op aarde zijn cirkelen om u heen, Osiris N. Re geeft jou zijn stralen om daarmee de duisternis voor jou te verdrijven.

Bezwering Pleyte 171

P1Bezwering voor ┌vuur┐ aansteken.
2Om te zeggen:
SOntbrand in het geheim vlam, zodat de duisternis voor u weggaat, terwijl de hand die het weghoud de Ḏd -pilaar achter u rechtop zet. De Twee Zusters zegenen u bij het groeten van (u); zegeningen worden opgeroepen voor u. ┌Vuur┐ is aangestreken voor u, elke dag onder uw hoofd tijdens de avondstond. Horus wekt u, [hij] adoreert [u, hij zegt tegen] u: "[O] verhef uzelf en keer u om (op) uw lijkbaar, zodat u de stralen van de pure Schijf kunt zien, in (uw) omgeving waar de Geest wenst te zijn, Osiris N."

Bezwering Pleyte 172

P1Bezwering om er voor te zorgen dat de God opstijgt naar de Andere Wereld.
2Om te zeggen door Osiris N.:

a

S1Heil aan u, die zich bevindt in de nome van het westen. Ik ken (u); (Ik) ken uw Naam. Moge u mij redden van deze slangen die in Rosetau zijn, die leven van mensenvlees en drinken van hun bloed, want ik ken ze en ik ken hun Namen.
2Het eerste bevel aan Osiris de heer van het Universum, (wanneer hij er één heeft bedwongen: Moge gij lucht geven aan mij die niet vreest (wie dat er zijn) in de kronkels van dit westen, verstoken van beiden, wat is en wat niet is,) wiens zetel is gereserveerd (voor) hem in het midden van het duister, aan wie deze gelukzaligheid is gegeven (als) (heer van de duister)nis, geslacht en één gesmaakt die made(n) verzwelgt in het westen. (Gij) wiens stem wordt gehoord alhoewel hij niet herkend wordt, groot iemand in (Busiris), voor wie de zwakkeren bang zijn, komt voort en breng nieuws van het slachtblok van de goden.

b

SHij (d.w.z. N.) is gekomen met een bericht bij de Heer van het Universum: Horus heeft zijn troon gepakt en heeft hem eer betoond. Heer van de bescherming binnenin de Bark, angstaanjagende heer binnenin de Andere Wereld, hij is Horus; hij is (gekomen), nieuws brengend. Laat hem binnen en vertel hem wat hij zag in Heliopolis.

c

SDe Oudsten staan voor hem op; zij verheerlijken hem -- de schrijvers op hun matten voor (hem). Hij bond de koppen samen, die Heliopolis voor hem feestelijk maken.

d

SSinds hij de hemel heeft gegrepen en de aarde heeft geërfd in zijn zak, Hemel en aarde zullen hem niet worden afgepakt. Ziedaar, hij is Re, de Oudste der Goden, de Leider.

e

SGeweldig zijn het nieuwe-halve maan feest van de verhevene die in de Hemel is en het Verduisterde Maan feest. De Krachten op hem zijn verwijderen en zijn wormen zijn ermee ook verwijderd, sinds het westen hem stevig (aan) de Horizon houd, (aan) de plaats (waarnaartoe) hij is gekomen. Hij heeft gezogen (van zijn moeder), die van haarzelf (zijn) verzorgster heeft gemaakt die is in zijn Horizon.
T2Om te zeggen tegen Thoth na haar (d.w.z. N.'s) ondergang (in) het ṯnnt -sanctuarium, content met zijn heer Osiris. Hij (d.w.z. Osiris) zegt tegen Thoth de rekenaar: "Breng de ziel naar Osiris N. als (zij) opstijgt en neerdaalt in de bark van Re, terwijl haar lijk verblijft in de Andere Wereld."

Bezwering Pleyte 173

P1Bezwering om te veroorzaken dat de omloop van de zon voortgaat aan het hoofd van de kinderen van Horus naar de andere wereld.
2Om te zeggen door Anubis:
S0 Horus, heer van de einden (der aarde), moogt gij deze brengen als gij deze hebt gevonden, want uw uur is (gekomen) en uw Vader is voorzien van zijn offergaven.
Als magische bescherming heeft gij hem aan Osiris N. gegeven, zodat zijn lichaam daardoor volmaakt kan worden net zoals Atoem (is) en nooit meer gescheiden van hem wordt voor eeuwig en altijd.

Bezwering Pleyte 174

P1Bezwering om te veroorzaken dat de Heerser over het Westen voortgaat naar de andere wereld, achter het hoofd van de Mummie blijvend.
2Om te zeggen door Anubis:
SEnige, enige God, zonder zijn gelijke, eigenaar van de Twee Krachtige Ogen waarmee iemand ziet en van oren die efficiënt horen, gij ruikt naar leven en heerschappij, uw neus zijnde (die van) Nefertem. Gij die de tong kent van iemand die lijdt aan pijn in zijn hart en terug rapporteert aan hem die hem heeft gezonden, moge gij de ledematen van Osiris N. leiden om hem te beschermen. (Aldus) zullen ze niet ver zijn, voor eeuwig en altijd.
TDeze bezwering dient te worden geschreven rondom de schrijn van de Heerser over het Westen.

Voetnoten.

1

Gebaseerd op Leiden T 311 (Ptol).
Gecorrigeerd en compleet gemaakt m.b.v. Pleyte’s kopieën van andere documenten; §S 2 van Pleyte 170 is van Pap. Edinburgh2 (Ptol.).
Er worden geen vignetten gemeld door Pleyte.

2

Voor de uitgave van het Rijk zie Bezwering 1B, die meerdere bijna oorspronkelijke geschriften bevat, bv aan het eind van c.
Lange invoeging in Bezwering Pleyte 172 a §S 3 is uit Cairo 293043 (Pers.-Ptol.) en §T 2 is toegevoegd uit BꜢt-iiti(Ptol.).

Oude Egyptische aangehaalde documenten.

SymboolDatum en beschrijving:Zie:
1Leiden T 31Ptol. hiëratisch papyrus uit Thebe
(zie afbeeldingen hieronder)
ibid. PlS. 126-73
2Pap. EdinburghPtol. hiëratisch papyrus van
PꜢy.s-ṯnf
S. Birch in Proceedings of the Society of Biblical Archaeology VII (1885) 84-86
3Caïro 29304Ptolemeïsche granieten buitenste doodskist van D(d)-ḥr uit Sakkara (zie afbeeldingen hieronder)ibid. pp. 114-61; Piehl, Inscrs. hierogl. I (1886-88) Pls. LXVIII-LXX
4BꜢt-iitiPtolemeïsche basalten sarcofaagdeksel, CaïroPiehl, lnscrs. hierogl. I, Pls. LX VI-LX VIII

Onder, 2 afbeeldingen van Leiden T31, Ptol. hiëratisch papyrus  uit Thebe

 

Bron: Rijksmuseum van Oudheden, Leiden. (waarvoor dank)

Onder, 4 afbeeldingen van Caïro 29304,

Ptolemeïsche granieten buitenste doodskist van D(d)-ḥr uit Sakkara

 

Bron: Totenbuchprojekt Bonn, TM 109514,
<totenbuch.awk.nrw.de/objekt/tm109514>

Gebruikte afkortingen.

  • JNES – Journal of Near Eastern studies. Chicago, 1942- .
  • Pyr – Sethe, Kurt. Die altaegyptischen Pyramidentexte nach den Papierabdrucken und Photographien des Berliner Museums neu hrsg. und erhiutert …. Leipzig, 1908-22. 4 v. [Section numbers (not spell numbers) follow the abbreviation.]
  • BM – British Museum
  • CT – Coffintexts, sarcofaagteksten
  • Ptol. – Ptolemaeïsche periode
  • Pers. – Perzische periode
  • OIP LXXXII – The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960.