Amenhotep II
23578
page-template,page-template-full_width,page-template-full_width-php,page,page-id-23578,page-child,parent-pageid-15471,bridge-core-2.6.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-24.6,qode-theme-bridge,transparent_content,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.5.0,vc_responsive
 

Amenhotep II

1414-1388

Amenhotep II lijkt een atletische jongeman te zijn geweest, verscheidene afbeeldingen van de koning tonen hem als uitblinker in verscheidene sporten, daarnaast streefde hij naar een vergelijkbaar goede reputatie op militair gebied.
Al vroeg tijdens zijn bewind kreeg hij de kans hiertoe, toen de Aziatische steden in opstand kwamen na het overlijdensbericht van Thoetmoses III.
Amenhotep II haastte zich de rebellen te bewijzen dat er met hem niet te spotten viel.
Snel rukte hij in april van Jaar 2 met zijn leger op over land (vermoedelijk waren de Middellandse-Zeehavens eveneens in opstand) en viel hij Noord-Palestina binnen, waarna hij al vechtend de Orontes overstak om Syrië binnen te trekken.
Hij onderwierp alles wat op zijn weg kwam, één stad, Niya had onder Thoetmoses III haar lesje geleerd en verwelkomde diens zoon met open armen.

Het Tichsi-gebied lijkt de brandhaard van de problemen te zijn geweest en Amenhotep II nam daar zeven prinsen gevangen.
In de lente keerde hij samen met hen terug naar de tempel van zijn machtige god Amon te Karnak.
Ook had hij een rijke buit bij zich, die voornamelijk de schatkamers van Amon spekte.
Vervolgens richtte de koning zich op Nubië.
In Jaar 3 trok hij zuidwaarts en voltooide de door zijn vader te Aswan begonnen tempelbouw op Elephantine en te Amada.
Van stèles die de koning in beide tempels achterliet, vernemen we het lot van de zeven gevangen genomen prinsen:
de koning offerde hen op de beproefde wijze alle zeven aan Amon door hen met zijn knots het hoofd in te slaan en vervolgens ondersteboven aan de boeg van zijn schip te hangen. Zes van hen werden daarop aan de buitenmuur van de tempel van Thebe gehangen, terwijl de zevende naar het zuiden, naar Nubië werd gebracht, om daar aan de muren van Napata gehangen te worden“, ‘opdat de glorierijke macht van Zijne Majesteit voor eeuwig en altijd gezien zou worden‘.
In Jaar 9 rukte de koning opnieuw op naar Palestina, maar slechts tot aan het Meer van Galilea.
Hierna lijkt hij voldaan te zijn geweest en de rest van zijn 26-jarige bewind heerste er vrede.
Amenhotep II werd ter ruste gelegd in de Vallei van de Koningen in KV 35, de rust was echter van korte duur want zijn graf werd nog voor het einde van de 20ste dynastie geplunderd.
Toen Victor Loret het in 1898 binnenging, trof hij de gebruikelijke puinhoop aan, maar de koning lag nog steeds in zijn sarcofaag, gedeeltelijk in nieuwe windsels gewikkeld die priesters na de schending hadden aangebracht.
Uit afdrukken in het hars bleek welke juwelen er destijds op het lichaam hadden gelegen.
Amenhotep was niet de enige mummie die Loret aantrof in KV 35, in de oudheid hadden de priesters dit graf gebruikt als opslagplaats voor vele andere koninklijke mummies uit het Dal der Koningen.

Geboortenaam: imn-Htp(w) HqA-iwnw Amenhotep Heqa Iunu
(Amon is tevreden ; Heer van Heliopolis)

Troonnaam: aA-xprw-ra Aakheperure
(Groot is de vorm van Ra)

Vallei der koningen – KV35 graftombe van Amenhotep II – 18de dynastie.

De tombe is ontdekt op 9 maart 1898 door Victor Loret.
De opeenvolging van de gangen, trappen en kamers is in hoofdzaak hetzelfde als KV34, een kamer is toegevoegd aan de basis van de putschacht; een gang scheidt nu de trap van de eerste hal met pilaren en de nieuwe rechthoekige grafkamer met zes pilaren en een lager gedeelte wat men beschouwd als de crypte, aangezien zich daar de koninklijke sarcofaag bevind.
De muren van de grafkamer zijn voorzien van een rand met decoraties en scenes uit het boek Amduat, pilaren met de koning staande voor Osiris, Anubis en Hathor, gouden sterren op een blauw plafond.

Schematische weergave van de tombe.

A – Entree
B – 1e afdalende gang
C – Schacht met trappen
D – 2de afdalende gang
E – Putschacht
Ea – Zijkamer op de bodem van de schacht
F – Hal met 2 pilaren (voorkamer)
G – Afdalende gang
J – Grafkamer met 6 pilaren
Ja-Jd – 4 zijkamers

Grafkamer met sarcofaag.

(Bron: Narmer.pl)

Stichtingstablet, het toont de cartouche van de geboortenaam en het epitheton “Amenhotep, de god, de heerser van Thebe“.
Het Petrie Museum voor Egyptische Archeologie, Londen.

(Bron: Osama Shukir Muhammed Amin (Wikipedia), 23 Juli 2016 )

Amenhotep_II_Foundation_tablet._It_shows_the_cartouche_of_the_birth_name

Stichtingstablet, met de prenomencartouche van de troonnaam van Amenhotep II.
Egypte. Het Petrie Museum voor Egyptische Archeologie, Londen.

(Bron: Osama Shukir Muhammed Amin (Wikipedia), 23 Juli 2016 )

Amenhotep_II_Foundation_tablet_showing_the_prenomen

Hoofd van Amenhotep II.
Staatsmuseum voor Egyptische kunst, München.

(Bron: Osama Shukir Muhammed Amin (Wikipedia), 14 August 2014 )

Amenhotep_II._18th_Dynasty,_c._1420_BC._18th_Dynasty._State_Museum_of_Egyptian_Art,_Munich

Sfinxkop van een jonge Amenhotep II, Louvre Museum.

 

(Bron: Rama (Wikipedia))

Amenhotep_II_10896-IMG_0085-gradient

Een stèle, oorspronkelijk van Elephantine en nu te zien in het Kunsthistorisches Museum, Wenen.
Met de succesvolle campagne van Amenhotep II tegen Syrië er op vastgelegd en oorlogsbuit en gevangenen worden opgedragen aan de tempel van Khnum.

(Bron: Captmondo (Wikipedia) 13 November 2010)

AmenhotepII_KunsthistorischesMuseum_Nov13-10

Amenhotep II getoond bij de tempel van Amada, Lake Nasser, Egypte.

(Bron: Dennis Jarvis (Wikipedia) 4 Oktober 2004)

Amenhotep_II_Lake Nasser

De mummie van Amenhotep II.

 

Amenhotep II werd begraven in zijn KV35-tombe in de Vallei der Koningen; zijn mummie werd daar gevonden in zijn oorspronkelijke sarcofaag toen het graf in maart 1898 werd ontdekt door Victor Loret.
Het graf huisvestte ook een mummie-cache met verschillende farao’s uit het Nieuwe Rijk, waaronder Thoetmoses IV, Seti II, Ramses III, Ramses IV en Ramses VI.
Ze waren tijdens het bewind van Siamun herbegraven in het graf van Amenhotep II door de Hogepriester van de 21e dynastie van Amon, Pinedjem II, om hen te beschermen tegen grafrovers.

De mummie van de koning werd voor het eerst onderzocht, beschreven en gefotografeerd in januari 1902 door Gaston Maspero in het gezelschap van Howard Carter, Friedrich Wilhelm von Bissing en Pierre Lacau.
De Australische anatoom Grafton Elliot Smith onderzocht in 1907 de mummie van Amenhotep.
Tijdens dit onderzoek werd het linnen dat nog aan het gezicht kleefde verwijderd voor een onbelemmerd zicht.
Hij ontdekte dat het lichaam 1,67 meter lang was en zag een sterke gezichtsgelijkenis met zijn zoon, Thoetmosis IV.
Het golvende bruine haar op zijn hoofd is “overvloedig afgewisseld met wit“.
De armen zijn laag over de borst gekruist, met de rechterhand strak gebald en de linker minder.
Ongebruikelijk is dat de huid over het hele lichaam bedekt was met kleine knobbeltjes, hoewel Smith niet kon zeggen of ze het resultaat waren van het balsemingsproces of van een ziekte.
Hars op het lichaam bewaarde de afdrukken van sieraden, verschillende rijen kralenkraag waren aanwezig op de boven rug en een ruitvormig geometrisch patroon op de achterkant van de heupen. Smith schatte dat hij veertig tot vijftig jaar oud was op basis van zijn versleten tanden en grijzend haar.

Zijn doodsoorzaak is niet bekend, de mummie heeft het inventarisnummer CG 61069.

In april 2021 werd zijn mummie verplaatst van het Museum van Egyptische Oudheden naar het Nationaal Museum van Egyptische Beschaving, samen met die van 17 andere koningen en 4 koninginnen tijdens een evenement dat de Gouden Parade van de farao’s werd genoemd.

Foto van het gezicht en van de mummie van Amenhotep II zoals gefotografeerd in 1902.

(Bron: Howard Carter (1874 – 1939), Report of the robbery of the tomb of Amenothes II in Annales du Service des antiquités de l’Egypte (ASAE) 3 (1902))

Amenhotep_II_mummy_Carter_3