Thoetmoses III
23546
page-template,page-template-full_width,page-template-full_width-php,page,page-id-23546,page-child,parent-pageid-15471,bridge-core-2.6.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-24.6,qode-theme-bridge,transparent_content,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.5.0,vc_responsive
 

Thoetmoses III

1466 – 1412

De jonge Thoetmoses III genoot zijn opleiding in de tempel van Amon in Thebe, al vroeg tijdens zijn opleiding werd hij ‘gekozen door god’ als aardse vertegenwoordiger van het goddelijke rijk.
Thoetmoses III was nog jong, negen jaar, toen zijn vader Thoetmoses II overleed en de troon aan hem deed toekomen.
Vanwege deze jonge leeftijd kwam er een regentes aan de macht, zijn tante en stiefmoeder Hatsjepsoet, ze nam plaatst op de troon als de ‘Vrouwelijke Horus’ en ging samen met Thoetmoses III regeren.
Echter de twintig daaropvolgende jaren verdween Thoetmoses III in de anonimiteit, mede door toedoen van Hatsjepsoet die er al in het tweede jaar van haar regentschap alles aan deed om zijn positie te ondermijnen.
Toch zat hij in deze tijd echter niet stil en werd een gewaardeerd en gerespecteerde militair.
Uiteindelijk, waarschijnlijk na de dood van Hatsjepsoet, kwam hij alleen aan de macht als heerser van Egypte.
Hatsjepsoet verdwijnt namelijk op dat moment uit de annalen, niet door een waarschijnlijk natuurlijke dood maar door toedoen van Thoetmoses III.
Op het moment dat hij de troon besteeg en de weg er vrij voor was, werd er namelijk systematisch begonnen met het verwijderen van de naam Hatsjepsoet en alles wat aan haar deed herinneren.
In haar tempel in Deir el-Bahari werd rigoureus huisgehouden en beelden werden in een put vlakbij de tempel gegooid.
Ook de graven van haar hovelingen waren niet veilig.
Bovendien liet hij de twee obelisken die Senenmoet (de rechterhand van Hatsjepsoet) van Aswan naar Karnak had gebracht, inmetselen zodat de inscripties niet meer te lezen waren.

Thoetmoses III is één van de meest succesvolle heersers die Egypte ooit gekend heeft, hij wist van Egypte een welvarend en gerespecteerd land maken.
Als militair leider van het land begon hij met een aantal militaire campagnes die het grondgebied van het land zouden uitbreiden.
Daarnaast vergrootte hij de invloed van Egypte in het Midden-Oosten.
Ten tijden van Hatsjepsoet was de Egyptische controle over Syrië en Libanon sterk verzwakt, de lokale prinsen daar verruilden hun trouw aan Egypte voor die van het nabij gelegen en machtige koninkrijk Mittani.
De nieuwe heerser van Egypte zou daar snel verandering in brengen.
In Jaar 2 van zijn onafhankelijke bewind (zijn 23ste levensjaar) begon Thoetmoses III zijn veldtocht naar het Nabije Oosten.
Rondom het granieten heiligdom in Karnak is een redelijk betrouwbaar verslag van de veldslagen gegrift.
De auteur van deze annalen was de archivaris, koninklijk schrijver en legeraanvoerder Thanoeny en waarschijnlijk ’s werelds eerste oorlogscorrespondent.
In zijn graf liet Thanoeny de volgende inscriptie achter: “Ik tekende de overwinningen die hij (Thoetmoses III) in ieder land behaalde, deze verwoordend naar feiten.”
Door het weergeven van de gebeurtenissen uit de oorlog verheerlijkt Thoetmoses III niet alleen zijn eigen naam maar ook die van de Amon, onder wiens vlag hij letterlijk streed en wiens tempels zo’n profijt hadden van de oorlogsbuit.
De hele veldtocht was een meesterwerk van planning en durf.
Hij marcheerde in tien dagen naar Gaza, nam de stad in en stootte door naar Yehem met als doel Megiddo, dat bezet werd door de opstandige prins van Kadesj.
Megiddo had drie toegangswegen waarvan één een smalle pas in een ravijn was en eigenlijk om verschillende hinderlagen vroegen.
Thoetmoses III stelde zijn veldheren voor de keus.
Hij wilde namelijk deze gevaarlijke route nemen in tegenstelling tot de gemakkelijke route die zijn bevelhebbers wilden nemen, ondanks de bezwaren die zijn bevelhebbers zagen schaarden zij zich toch achter hun koning die zich gesterkt zag door het feit dat hij Amon-Ra aan zijn zijde had zoals hij stelde.
Thoetmoses III trok op aan het hoofd van de colonne die zich in ganzenpas over de moeilijke route begaf.
Tot zijn verbazing merkte hij bij de uitgang van het ravijn dat de vijand er van uitgegaan was dat hij voor de makkelijke route zou kiezen, het gevolg was dat hij midden in de noord- en zuidflank terecht gekomen was.
De dag daarop werd de vijand compleet onder de voet gelopen, de overlevenden vluchtten terug naar Megiddo en doordat de Egyptenaren het te druk hadden met het vergaren van oorlogsbuit konden zij hun positie versterken.
In de achttien jaar die zouden volgen zou er elk jaar een campagne ondernomen worden naar Syrië waarbij vrijwel de gehele Egyptische marine ingezet werd.
Daarnaast voerde hij ook zeventien veldtochten uit naar Azië en verschillende expedities naar Nubië.
Verschillende tempels hadden baat bij de oorlogsbuit die Thoetmoses III van zijn veldtochten meenam.
Thoetmoses III had verschillende vrouwen zoals gebruikelijk was.
De hoofdkoningin van Thoetmoses was Hatsjepsoet-Meryte, daarnaast had hij een aantal bij-koninginnen, van wie er een aantal verworven waren als ‘politiek’ relatiegeschenk, dit bijvoorbeeld om verdragen kracht bij te zetten.
Aan het hof van de koning verbleven ook een aantal buitenlandse prinsen.
Zij werden onderwezen in de normen en waarden van Egypte om vervolgens naar huis gestuurd te worden om te kunnen gehoorzamen aan het gezag van Egypte.
In de ogen van sommigen is Thoetmoses III één van de grootste, zo niet grootste, leider die Egypte ooit gehad heeft, hij was een man met vele, vele talenten.
Naast een geweldig militaire leider was hij bijvoorbeeld ook een uitmuntende atleet en hield hij van kunst.
In zijn jonge jaren studeerde hij hiërogliefen, zo bedreven als hij was bereikte hij het niveau van de schrijvers.
Hij hield ook van bloemen en planten en hield zelfs tentoonstellingen van de flora en fauna in één van zijn hallen in Karnak.
Na een leiderschap van vijfenveertig jaar overleed hij.
Zijn hoofdvrouw Hatsjepsoet-Meryte nam de zaken waar tot de zoon van Thoetmoses III -Amenhotep II deze taak op zich kon nemen.
Zijn lichaam werd destijds begraven in het Dal der Koningen in KV 34, halverwege een rotswand.
Na de begrafenis werd een enorme stenen trap weggehakt om zo de toegang tot het graf te bemoeilijken, desondanks wisten grafrovers toch het graf te plunderen.
Later werd zijn mummie gevonden in de grote geheime bewaarplaats in Deir el-Bahari samen met verschillende andere koningen in 1881.
In 1898 herontdekte Victor Loret het graf van Thoetmoses III maar vond alleen maar vernield meubilair en houten beelden, er werd zelfs geen oesjabti gevonden van de koningin.

Geboortenaam: DHwti-msi(w) Djehutymose
(Geboren van Djehuty [Thoth])

Troonnaam: mn-xpr-ra Menkheperre
(Gevestigd wordt de vorm van Ra)

Vallei der koningen – KV34 graftombe van Thoetmoses III – 18de Dynastie.

De tombe is ontdekt op 12 februari 1898 door Victor Loret.
De mummie van de koning is gevonden samen met andere konings mummies in de verborgen kamer DB320 te Deir El-Bahari.
KV34 vertegenwoordigt een keerpunt in de graftombe architectuur in de Vallei der koningen.
Een schuine entree geeft toegang tot drie gangen en een put, welke hier voor het eerst wordt gezien in de Vallei.
Voorbij de put is een voorkamer met 2 tweelingpijlers en een trap die steil naar beneden gaat richting de grafkamer, ook met 2 pijlers en uitgerust met 4 opslagkamers.
De gangen zijn niet gedecoreerd en de voorkamer bevat een lijst over 741 goddelijkheden uit het boek Amduat.
De muren van de grafkamer zijn gedecoreerd met drie registers van het boek Amduat

Schematische weergave van KV34.

A – Entree
B – Gang
C – Kamer met afdalende passage
D – Tweede gang
E – Diepe verticale schacht
F – Voorkamer met 2 pijlers
G – Grafkamer
H – Vier zijkamers
I  – Sarcofaag

Sarcofaag van Thoetmoses III.
Klik op de foto om foto´s van de tombe te zien

Voor een video-impressie van KV34, klik hieronder.

Een fragment van een muurblok gegraveerd met de geboortenaam van Thoetmoses III.
Nu in het Petrie Museum of Egyptian Archaeology, Londen.

(Bron: (Wikipedia) Osama Shukir Muhammed Amin, 23 July 2016)

Thoetmoses_III_birth-name

Bovenste deel van een standbeeld van Thoetmoses III.
(Bron: Metropolitan Museum of Art (07.230.3))

Thoetmose_III_MET_07.230.3_10

Thoetmosis III slaat zijn vijanden neer, reliëf op de zevende pyloon in Karnak.

Thoetmose_III_at_Karnak

Afbeelding van Syriërs die geschenken brengen naar Toetmosis III, in het graf van Rekhmire, circa 1400 v.Chr.
(echte schildering en interpretatieve tekening). Ze zijn gelabeld “Chiefs of Retjenu”.

(Auteur: Hoskins, G. A. (George Alexander), 1 Januari 1835)

De mummie.

De mummie van Thoetmoses III werd ontdekt in de Deir el-Bahari-cache boven de dodentempel van Hatshepsut in 1881.
Hij werd begraven samen met die van andere leiders van de 18e en 19e dynastie Ahmose I, Amenhotep I, Thoetmosis I, Thoetmosis II, Ramses I, Seti I, Ramses II en Ramses IX, evenals de farao’s van de 21e dynastie Pinedjem I, Pinedjem II en Siamun.
Hoewel algemeen wordt aangenomen dat zijn mummie oorspronkelijk in 1886 werd uitgepakt door Gaston Maspero, werd ze in feite voor het eerst uitgepakt door Émile Brugsch, de egyptoloog die toezicht hield op de evacuatie van de mummies uit de Deir el-Bahari-cache in 1881.
Het werd al snel uitgepakt na zijn aankomst in het Boulak Museum terwijl Maspero in Frankrijk was en de directeur-generaal van de Egyptische Dienst voor Oudheden beval de mummie opnieuw in te pakken. Dus toen het in 1886 “officieel” werd uitgepakt door Maspero, wist hij vrijwel zeker dat het in relatief slechte staat verkeerde.

De mummie was in de oudheid zwaar beschadigd door grafrovers en de omhulsels werden vervolgens in stukken gesneden en gescheurd door de familie Rassul, die het graf en de inhoud ervan slechts een paar jaar eerder had herontdekt.
Maspero’s beschrijving van het lichaam geeft een idee van de omvang van de aangerichte schade:

Zijn mummie was niet veilig verborgen, want tegen het einde van de 20e dynastie werd ze door rovers uit de kist gescheurd, die haar hebben ontdaan van de juwelen waarmee ze bedekt was, waardoor ze beschadigd raakte in hun haast om de kist mee te nemen.
Het werd vervolgens opnieuw begraven en is tot op de dag van vandaag ongestoord gebleven, maar voor herbegrafenis was enige renovatie van de omhulsels nodig en omdat delen van het lichaam los waren geraakt, drukten de restaurateurs, om de mummie de nodige stevigheid te geven, het samen tussen vier roeispaanvormige stukken hout, wit geverfd, en geplaatst, drie binnen de omhulsels en één buiten, onder de banden die het opwinddoek omsloten.”

Over het gezicht, dat onbeschadigd was, zegt Maspero het volgende:

 

Gelukkig had het gezicht, dat bij het balsemen met pek was bedekt, helemaal geen last van deze ruwe behandeling en leek het intact toen het beschermende masker werd verwijderd.
Zijn uiterlijk beantwoordt niet aan ons ideaal van de veroveraar.
Zijn beelden laten hem weliswaar niet zien als een soort mannelijke schoonheid, maar geven hem toch verfijnde, intelligente trekken, maar een vergelijking met de mummie laat zien dat de kunstenaars hun model hebben geïdealiseerd.
Het voorhoofd is abnormaal laag, de ogen diep verzonken, de kaak zwaar, de lippen dik en de jukbeenderen zeer prominent, het geheel herinnert aan de fysionomie van Thoetmoses II, zij het met een grotere vertoon van energie.

Maspero was zo ontmoedigd door de staat van de mummie en het vooruitzicht dat alle andere mummies op dezelfde manier beschadigd waren (het bleek dat maar weinigen in zo’n slechte staat verkeerden) dat hij een aantal jaren geen andere zou uitpakken.
In tegenstelling tot veel andere voorbeelden uit de Deir el-Bahari Cache, was de houten mummievormige kist die het lichaam bevatte origineel van de farao, hoewel eventuele vergulding of versiering in de oudheid was afgehakt.

Bij zijn onderzoek van de mummie verklaarde de anatoom Grafton Elliot Smith dat de hoogte van de mummie van Thoetmoses III 1,615 m was, maar de mummie miste zijn voeten, dus Thoetmoses III was ongetwijfeld groter dan het cijfer dat door Smith werd gegeven.
De mummie van Thoetmoses III verbleef in de Koninklijke Mummiezaal van het Museum van Egyptische Oudheden, catalogusnummer CG 61068, tot april 2021, toen zijn mummie werd verplaatst naar het Nationaal Museum van Egyptische Beschaving samen met die van 17 andere koningen en vier koninginnen tijdens een evenement de Gouden Parade van de farao’s genoemd.

Gemummificeerd hoofd van Thoetmoses III.
(Bron: Grafton Elliot Smith, 1912. Catalogue of the Royal Mummies in the Museum of Cairo)

Stèle CG34035 in het Egyptisch Museum in Caïro.
Boven zijn Osiris, Anubis, de necropolis-godin (links) en Thoetmosis III. (rechts) getoond.
Onder brengen de schenker en zijn gezin offers.

(Bron: 1926, Catalogue Général des Antiquités Égyptiennes du Musée du Caire)

Thoetmosis III bij de Sedfeest-run in Karnak.

(Bron: 1845, Karl Richard Lepsius, Denkmäler aus Ägypten und Äthiopien)

Afbeelding in de tempel van Semna:
De gekroonde Dedwen kroont Thoetmoses III knielend voor hem met de Witte Kroon.
Naar hen gericht staat Iunmutef in het gebaar van recitatie.

(Bron: 1842, Richard Lepsius, Denkmäler aus Ägypten und Äthiopien, Band III, Bl. 53)

ThoetmosisIII-Detail