Nebiryraw I
23290
page-template,page-template-full_width,page-template-full_width-php,page,page-id-23290,page-child,parent-pageid-15471,bridge-core-2.6.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-24.6,qode-theme-bridge,transparent_content,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.5.0,vc_responsive
 

Nebiryraw I

Nebiryraw (ook Nebiriau I, Nebiryerawet I) was een oude Egyptische farao van de in Thebaanse gebaseerde 16e dynastie, tijdens de tweede tussenperiode.
Op de Turijnse Canon wordt hem een 26-jarige regering toegeschreven en werd hij opgevolgd door zijn naamgenoot Nebiryraw II, die mogelijk zijn zoon was.
Alle zegels die door Nebiryraw werden uitgegeven, waren gemaakt van klei of frit in plaats van het gebruikelijke steatiet, wat impliceert dat er tijdens zijn bewind geen mijnexpedities naar het oostelijke woestijngebied van Egypte werden gestuurd.
Twee zegels van deze koning werden gevonden in Lisht, dat destijds deel uitmaakte van het Hyksos-rijk; deze bevinding kan diplomatieke contacten aantonen tussen de Thebaanse dynastie en de Hyksos tijdens het bewind van Nebiryraw, hoewel dit onzeker is.
Naast de vermelding in de Canon van Turijn en de eerder genoemde zegels, is Nebiryraw I vooral bekend van de Juridische Stèle, een bekend administratief document daterend uit zijn regeringsjaar 1, nu in het Cairo Museum (JE 52453).
Ook in Caïro (JE 33702) is er een koperen dolk met zijn troonnaam, ontdekt door Flinders Petrie op een begraafplaats in Hu, eind jaren 1890.
Nebiryraw wordt ook afgebeeld samen met de godin Maat op een kleine stèle die deel uitmaakt van de Egyptische collectie in Bonn.
Nebiryraw’s troonnaam Sewadjenre (samen met de bijnamen “goede god” en “overleden“) verschijnt op de basis van een bronzen beeldje van de god Harpocrates nu in Caïro (JE 38189), samen met andere koninklijke namen, twee van hen – Ahmose en Binpu – blijkbaar behorend tot prinsen van de 17e dynastie die kort daarna de 16e dynastie zou vervangen.
Het beeldje vermeldt ook een “goede god Neferkare, overleden“, waarvan algemeen wordt aangenomen dat het de troonnaam is van Nebiryraw’s vermeende zoon en opvolger, Nebiryraw II.
Het beeldje is echter duidelijk niet-eigentijds, aangezien de cultus van Harpocrates werd geïntroduceerd tijdens de Ptolemaeïsche periode, d.w.z. ongeveer 1500 jaar nadat de mensen die op het beeldje werden genoemd, hadden geleefd.

nb-iri-r-Aw(t) Nibiryraw
(Heer van allen, Ra)

swAD.n-ra Sewadjenre

Tekening van een dolk van Nebiryraw I (JE 33702).

(Bron: Flinders Petrie (1853 – 1942), Diospolis Parva, the cemeteries of Abadiyeh and Hu, 1898-9, pl. 32, n. 17)

Scarabee van Nebiryraw I.

(Bron: Flinders Petrie (1853 – 1942), Scarabs and cylinders with names (1917))

Bovenste deel van de juridische stèle.

(Bron: anoniem, (Wikipedia))