Sheshonq V was een oude Egyptische farao van de late 22e dynastie.
Ondanks dat hij een van de langste heerschappijen van de hele dynastie heeft gehad – 38 jaar – en een behoorlijk aantal attesten heeft achtergelaten, is er weinig bekend over het leven van Sheshonq.
Zijn rijk onderging een onstuitbare krimp als gevolg van de geleidelijke toename van de onafhankelijkheid van verschillende stamhoofden, prinsen en gelijktijdige koningen, vooral de toekomstige farao Tefnacht.
Volgens een Serapeum-stèle uit zijn jaar 11 was Sheshonq de zoon en opvolger van Pami.
Hij besteeg de troon in ca. 767 voor Christus en ondanks weinig informatie over zijn leven, wordt hij goed bevestigd door verschillende monumenten, sommige gedateerd en sommige niet.
De herkomst van dergelijke bevindingen is echter beperkt tot de oostelijke Nijldelta, in feite het gebied onder zijn gezag en het is opmerkelijk dat hij in Thebe volledig niet geregistreerd is.
Bovendien lijkt het erop dat tijdens het bewind van Sheshonq zijn heerschappij over het gebied liggend boven de stad Memphis als ook het meest westelijke deel van zijn rijken geleidelijk werd opgeheven ten behoeve van de Libische leiders van de westelijke Delta, zoals Osorkon C en uiteindelijk, Tefnacht van Saïs.
Aan het einde van zijn lange regeerperiode – die waarschijnlijk 38 jaar duurde – regeerde Sheshonq niet veel meer dan de districten Tanis en Bubastis.
Sheshonq’s jaar 11 is opgetekend in Memphis, ter herdenking van de dood, begrafenis en vervanging van de Apis-stier die werd geplaatst in het jaar 2 van Pami.
Sheshonq wordt ook bevestigd in zijn jaren 7 en 15 (of 17), 19, 30 en 37:,  door schenkingen van verschillende Grote Leiders van de Libu, respectievelijk genaamd Tjerpahati, Ker, Rudamun en Ankhhor. Dan verschijnt zijn naam opnieuw op een stèle van Atfih, gewijd aan de godin Hathor in het jaar 22 van Sheshonq.
In Tanis verordonneerde hij een tempel voor de Thebaanse Triade, met bijzondere nadruk op de god Khonsu.
Waarschijnlijk in zijn jaar 30 vierde hij ook zijn Sed-festival door een jubileumkapel toe te voegen aan de bovengenoemde tempel.
Deze gebouwen werden later ontmanteld en er werd een heilig meer voor in de plaats gemaakt.
Maar uit de overblijfselen van de gebouwen is bekend dat Sheshonq het festival vierde door de gloednieuwe namen Horus, Nebty en Golden Horus aan te nemen, en door aanvullingen op zijn troon en persoonlijke namen toe te voegen, in schril contrast met de duidelijke en eenvoudige titel. gebruikt in de meeste van zijn monumenten (die vermeld in de doos), wat mogelijk een vorm van archaïsme was.
Ongedateerde monumenten van Sheshonq V werden opgegraven in Tell el-Yahudiyeh.
In jaar 37 van Sheshonq stierf de Apis-stier die in zijn jaar 11 was geïnstalleerd en werd begraven.
De gebeurtenis wordt herdacht op verschillende Serapeum-stelae, waarvan de bekendste de Stèle van Pasenhor is, die ook een waardevolle genealogie opleverde van de vroege 22e dynastie en zijn Libische oorsprong. Deze stier overleefde uiteindelijk Sheshonq en stierf in jaar 5 van farao Bokchoris van de 24e dynastie.

Geboortenaam: SS(n)q Sheshonq

Troonnaam: aA-xpr-ra Aakheperre
(Groot is de manifestatie van Ra)

Op de achtergrond staat Shoshenq V voor een Apis-stier op een stèle van zijn jaar 37.
(Bron: Auguste Mariette (1821-1881) Voyage dans la Haute Égypte, I, Paris, 1878, pl. 13.)

Stele daterend uit jaar 11 van de regering van Sheshonq V, afkomstig uit het Serapeum van Sakkara.
(Bron: Louvre museum, waarvoor dank)

Scarabee van Sheshonq V.
(Bron: Flinders Petrie (1853-1942), Scarabs and cylinders with names (1917))