De naam van acht Egyptische godheden die voornamelijk warden verafgood in Hermopolis in Opper-Egypte.
Zij vormen de basis van de mythe der schepping.
De Ogdoade bestaat uit vier goden en vier godinnen die samen de essentie van de primordiale chaos vóór de schepping van de wereld verpersoonlijken.
Zij zijn Nun en Naunet (het primordiale water), Heh en Hauhet (oneindige ruimte), Kek and Keket (duisternis), en Amon en Amaunet (verborgen krachten voorstellend).
Voor zichzelf creëerden zee en heuvel waarop het ei ligt waaruit de Zonnegod is ontstaan.
De goden van de Ogdoade worden voorgesteld als kikkers of met een hoofd van een kikker; de godinnen in de vorm van een slang of als een vrouw met een slangenhoofd.
Hun cultus was gecentreerd in de stad Khemnu (Grieks: Hermopolis) in Midden Egypte.
Ze hadden tevens een begraafplaats te Medinet Habu in westelijk Thebe.
Een afbeelding van de Ogdoade, een reliëf uit de Romeinse tijd in de Hathor-tempel in Dendera, waarvan sommige kikkerkoppen hebben en andere slangenkoppen.
Rechtsboven: Nu en Nut; linksboven: Hehu en Hehut; rechtsonder: Kek en Keket; linksonder: “Ni and Nit” (voor Qerh en Qerhet).
Tekening van een voorstelling van de Ogdoade in de tempel van Philae.
Linksboven: Hehu en Hehut; rechtsboven: Amen en Ennit; uiterst rechtsboven: Ptah; linksonder: Kek en Keket; rechtsonder: Nu en Nut; uiterst rechtsonder: Thoth.