Boek der Doden
a | |||
---|---|---|---|
P | 1 | Bezwering ter voorkoming dat N.'s kop eraf wordt gehakt in het domein van god. | |
2 | Hij zegt: | ||
S | Ik ben een Groot Iemand, zoon van een Groot Iemand, ik ben een vlam, de zoon van een vlam, wiens hoofd aan hem is (terug) gegeven, nadat die was afgesneden. Osiris z'n hoofd zal niet van hem worden afgenomen, mijn hoofd zal niet van mij worden afgenomen. | ||
b | |||
S | Ik ben in elkaar gezet, vernieuwd en verjongd. Ik ben Osiris. |
BM 10471.17
BM 10470 Bezwering 43
Onder detail:
Ani eert drie staande godheden, die ankhs en
was-scepters vasthouden, in de hoop om
onthoofdingen te voorkomen.
a | |||
---|---|---|---|
P | 1 | Bezwering voor om niet opnieuw te sterven in het rijk der doden. | |
2 | Om te zeggen door N.: | ||
S | Mijn grot is geopend, de geesten vallen binnen in de duisternis. Het Oog van Horus maakt mij heilig. Wepwawet heeft me verzorgd; O onvergankelijke sterren, verstop me onder jullie. Mijn nek is Re, mijn gezichtsvermogen is helder, mijn hart zit op de juiste plaats, mijn spraak is bekend. | ||
b | |||
S | Mijn gezicht is open, mijn borst is op zijn zetel. Mijn bezwering, (die) ken ik³. Ik ben Re, die zichzelf beschermt. Ik ben niet aangevallen (noch) geplunderd. Leef, mijn Vader, zoon van Nut; ik ben uw oudste zoon, die uw geheimen ziet. Ik ben opgestaan als (Koning) der goden; ik zal niet opnieuw sterven. |
BM 10470
BM 10470 Bezwering 44
Onder: detail.
Ani zit op een stoel met leeuwenpoten, een staf en
een kherep-scepter vasthoudend, voor een tafel
gevuld met platte broden.
P | 1 | Bezwering om niet te verrotten in het domein van god. | |
---|---|---|---|
2 | Om te zeggen door N.: | ||
S | Moe, moe zijn de ledematen van Osiris! Zij zullen niet moe zijn, zij zullen niet verrotten, zij zullen niet vergaan, zij zullen niet opzwellen! Moge het bij mij op dezelfde manier gedaan worden, want ik ben Osiris. | ||
T | Voor iemand die deze bezwering kent, hij zal niet verrotten in het domein van god. |
BM 10470.16
BM 10470 Bezwering 45
Rechts detail:
Ani’s mummie met mummiemasker, die wordt verzorgd door Anubis, god van het balsemen.
P | 1 | Bezwering om niet te vergaan, maar levend te bestaan in het domein van god. | |
---|---|---|---|
2 | Om te zeggen door N.: | ||
S | O jongeren van Shu, jongeren van Shu, de doorgang voorzien van zijn band van zonne-volk (zegt): "In ben de reden voor wie er bestaat of heeft bestaan om zich te haasten". |
BM 10470.16
BM 10470 Bezwering 46
Onder detail:
Een doorgang die wordt geflankeerd door de feniks en Ani’s ziel met mensenhoofd.
P | 1 | Bezwering om tegen te gaan dat N.'s plaats en troon van hem af worden genomen in Gods domein. | |
---|---|---|---|
2 | Hij zegt: | ||
S | 1 | Mijn zetel en mijn troon, kom en dien mij. Ik ben uw heer, (O) goden, kom in mijn gevolg. Ik ben de zoon van uw heer, gij behoort aan mij. Het is mijn Vader die jou gemaakt heeft. | |
2 | voor mij, terwijl (ik) in het gevolg van Hathor was, want ik was de priester daar, Ihy, terwijl ik in het gevolg van Hathor was | ||
3 | als muzikant van Unnofer en favoriet zoals de waardigen. Ik heb mijn vader Geb omarmd in alle eeuwigheid. Het prachtige westen heeft haar handen naar mij uitgestrekt; zij ontvangt mijn lichaam in vrede bij haar zelf. Ik blijf in haar eindeloos in het gevolg van Osiris, zonder te worden afgewezen of voor altijd te vergaan. | ||
S | var. | Mijn zetel en mijn troon, kom bij me, cirkel voor me, (O) goden. Ik ben zo'n mummie als gij veroorzaakt in het gevolg van de grote God. Ik ben de zoon van een rechtvaardig man, wiens gruwel is het vertellen van leugens. Ik ben een gerechtvaardigde. |
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie).
Vignet van Eb2 (18de/19de dynastie) toont N. staande in gebed voor drie goden, van wie elk het teken voor leven en een scepter vasthoudt.
Deze vignette is van plaats verwisseld met Eb’s toegevoegde bezwering 93, maar lijkt op het vignette gevonden bij Bezwering 43 in T3 (Ptol.)
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie).
Vignet van Eb2 (18de/19de dynastie) toont N. gezeten voor een offerplaats.
CT heeft in plaats daarvan: “Mijn Boven-Egyptische kroon is met mij.”
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie),
met restauraties geleverd vanuit Ca4 en TT 825 (beide 18de dynastie)
en § T ingebracht vanuit Eb2 (18de/19de dynastie).
Vignette van Eb2 toont Anubis N. ondersteunend.
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie).
De teksten van deze korte Bezwering bieden extreme diversiteit.
Bv. Aa6 (18de dynastie) lijkt te zeggen:
“Bezwering voor het vergaan van het nog bestaande leven in het domein van god met de Kinderen van het licht“.
(Zeg) 2 keer.
“(O) morgenster voorzien van een band met frontriemen, (die veroorzaakt) dat bestaande personen zich haasten, ik besta elke dag“.
Vignette van Eb2 (18de/19de dynastie) toont een doorgang geflankeerd door twee vogels, Feniks en Ziel.
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie),
die eindigt met § S 1; § S 2 is overgenomen uit Cg7 (21ste dynastie),
§ S 3 vanuit Cairo 293018 (Ptol.) en § S variant vanuit Aa6 (18de dynastie).
Vignetten die echt bij Bezwering 47 horen zijn niet geconstateerd.
Symbool | Datum en beschrijving: | Zie: | |
---|---|---|---|
1 | Ea | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nu uit Thebe, BM 10477 | Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri |
2 | Eb | 18de/19de dynastie hiërogliefen papyrus van Ani uit Thebe, BM 10470 | Bv. E. A. Wallis Budge, De Papyrus van Ani (1913) |
3 | T | Ptolemeïsch hiërogliefen papyrus van ꜥIw.f-Ꜥnḫ, Turijn. | R. Lepsius, Das Todtenbuch der Ägypter (1842) |
4 | Ca | 18de dynastie hiërogliefen en hiëratisch papyrus van Ms-m-nṯr uit Thebe in het Louvre maar behorend tot het Caïro Museum. | Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
5 | TT 82 | Beschilderd gips in een 18de dynastieke tombe en grafkamer van ꜥImn-m-ḥꜢt in Thebe. | LD III 38 and Text II 266-69; Nav. (Ta) |
6 | Aa | 18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nb.sny uit Memphis, BM 9900 (Pap. Burton) | Bv. BM, foto's van het papyrus van Nebseni (1876), Edouard Naville. |
7 | Cg | 21ste dynastie hiëratisch papyrus van GꜢt~zšn uit Thebe, Caïro | ibib. II (1914) |
8 | Caïro 29301 | Ptolemeïsche granieten doodskist van Ꜥnḫ-ḥp uit Sakkara. | G. Maspero, Sarcophages des epoques persane et ptol emaique (Cairo "Cat." XLI and LXXII [1908-14]) 1-73, Pls. I-V |
Middels onderstaande link komt u terecht bij afbeeldingen van het papyrus T: