Dynastie 26: 664 – 525
Na de dood van de Nubische gouverneur Ammeris rond 695 v. Chr. regeerde er in Saïs weer een vorst van plaatselijke afkomst die bekend staat onder de Griekse naam Stephinates of de Egyptische naam Tefnacht II.
In zijn tijd trachtten de Assyriërs in toenemende mate grip te krijgen op Egypte, om te beginnen in de Nijldelta.
Dit gaf de vorsten van Saïs, eerst Tefnacht II, later zijn opvolger Nekawab de gelegenheid zich tegen de Nubische overheersing te verzetten.
Rond 672 volgde Necho I in Saïs Nekawab op en in 669 vielen de Assyriërs onder Ashurbanipal Egypte binnen.
Zij drongen tot in het diepe zuiden door en dreven de Nubiërs terug naar hun land van oorsprong.
De meeste vorsten in de Delta werden gedood maar niet Necho.
Integendeel, de Assyriërs zetten zijn zoon Psamtik op de troon van Athribis.
De Nubiërs trachtten echter onder Tanwetamani opnieuw het land onder de duim te krijgen.
Zij rukten op en namen Memphis in, Necho I sneuvelde in de strijd en de vorsten van de delta kondigden bij monde van Pekrur van Pi-Soped (een Libisch vorstendom) hun overgave aan.
Opnieuw vielen echter de Assyriërs het land binnen en verdreven de Nubiërs.
Nu dat Psamtik ook zijn vader op de troon van Saïs opgevolgd was kon hij zich tot koning van geheel Egypte opwerpen.
Psamtik I regeerde 54 jaar en in die tijd wist hij de macht van alle plaatselijke vorstendommen te breken.
Hij zette zijn dochter Nitocris op de troon van Thebe en de macht van de zuidelijk theocratie werd danig beperkt.
Zo kwam voorgoed een einde aan de invloed van zowel de Libiërs als de Nubiërs.
Egypte was voor het eerst sinds Ramses XI, vier eeuwen voor zijn tijd, weer verenigd onder een koning die men als een inheems vorst kan beschouwen, hoewel het koninklijk huis eigenlijk wel van Libische afkomst was.
Dit was het begin van de Saïtische Renaissance, een tijd van bloei voor Egypte, waarin het land sterk teruggreep op het eigen roemruchte verleden.
De voornaamste bron over de geschiedenis van deze periode is de Griekse historicus Herodotus.
Er kwam na ruim een eeuw een eind aan de dynastie door de inval en verovering door Cambyzes II van Perzië in 525 v. Chr. die de laatste koning Psamtik III versloeg bij Pelusium.
De farao vluchtte naar Memphis, werd opnieuw verslagen en uiteindelijk in ketens naar Susa weggevoerd.
Zijn zoon Inaros slaagde er nog enige tijd in om in opstand te komen (454 v. Chr.). Amyrtaeus van de achtentwintigste dynastie stamde van hetzelfde vorstenhuis af.
De farao’s van deze dynastie:
(Klik op de naam van de farao om meer te zien)
Ammeris 715 – 695
Stephinates (Tefnacht II) 695 – 688
Nekaub 695 – 688
Necho I (Nekau I) 672 – 664
Psamtik I (Psammetichus I) 664 – 610
Necho II (Nekau II) 610 – 594
Psamtik II (Psammetichus II) 595 – 589
Apries 589 – 570
Amasis 570 – 526
Psamtik III (Psammetichus III) ca. 526-525